Juist in een tijd waarin de wetenschap een grote rol moet gaan spelen, kiest het nieuwe kabinet voor bezuinigingen, schrijft Hicham El Ouahabi. ‘Een krachtiger uiting van minachting jegens kennis en expertise valt nauwelijks te bedenken.’
Hoop, lef en trots. Met die woorden is het formatieakkoord onlangs gepresenteerd. Studenten en de academische gemeenschap wisten al lang dat er weinig goeds te verwachten viel. Maar dat het akkoord zou neerkomen op een regelrechte middelvinger, ja, dat is toch wel, hoe zal ik het zeggen, overtreffend.
Laat mij aanvangen met wat ik zonder aarzeling zou duiden als het meest tragische: de forse bezuinigingen op de wetenschap. Het lijkt wel een paradox. Juist op het moment dat er een grote behoefte is aan wetenschappelijke doorbraken en verhelderde inzichten, een tijd waarin de grens tussen feit en fictie steeds verder vaagt, wordt er gekozen voor forse bezuinigingen. Het is ongelooflijk, maar helaas niet verrassend binnen het domein van het populisme. Een krachtiger uiting van minachting jegens kennis en expertise valt nauwelijks te bedenken.
Studenten worden ook niet gespaard, vooral degenen die om welke reden dan ook wat meer tijd nodig hebben voor hun studie. De langstudeerboete, eerder afgeschaft, belooft terug te keren. Dat betekent dat studenten jaarlijks 3.000 euro extra collegegeld moeten betalen als ze meer dan één jaar uitlopen. Wie bedenkt zoiets in een tijd waarin het maatschappelijk bewustzijn over prestatiedruk en studentenwelzijn juist toeneemt? Dat vergt inderdaad absoluut ‘lef’, maar dan van het soort waarbij geen greintje schaamte te bespeuren is.
Ik wil geenszins suggereren dat alles in de wereld van het hoger onderwijs vóór dit akkoord rozengeur en maneschijn was. Gebrek aan leiderschap, visie en duidelijkheid leek al chronisch. En dat de zorgen van studenten, jongeren en de academische wereld laag op de prioriteitenlijst staan, is evenmin nieuw. Het enige nieuwe is dat dit nu min of meer op schrift staat. Hoe we hier ‘hoop’ uit moeten putten? Tja... zie dat maar eens te doen.
Maar goed, ik, en waarschijnlijk ook u, mogen van geluk spreken dat we in ieder geval toegang tot het rechtssysteem behouden. Dit in tegenstelling tot asielzoekers, die volgens dit formatieakkoord geen hoger beroep meer mogen instellen bij de rechter. Het kan dus altijd nóg erger. En daarin schuilt de essentie van de nieuwe realiteit. Als de fundamentele rechten van anderen meedogenloos worden afgenomen, ben je al snel tevreden met je eigen situatie, zelfs als dat een achteruitgang betekent. Je denkt immers dat je gevrijwaard blijft van het ergste.
En reden voor wanhoop? Waarom zou dat nodig zijn? Straks mogen we weer 130 km/u rijden, en dát is natuurlijk hoe je de toekomst opbouwt! Zo hebben we tenminste iets om de schijn van ‘trots’ hoog te houden.