Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Marc Kolle
opinie

Pepijn Stoop | Is dit voor een cijfer?

Pepijn Stoop ,
8 maart 2024 - 13:00

Zijn we in het onderwijs niet te verslaafd geraakt aan deadlines, vraagt columnist Pepijn Stoop zich af, sinds hij stageloopt op een middelbare school. ‘De meest gestelde vraag op mijn stage blijft: ‘is dit voor een cijfer?’ en hoewel cijfers beoordelingen objectiever maken, zie ik 6 vwo gebukt gaan onder de druk.’

Laatst sprak ik een tweedejaars die ik vorig jaar werkcollege had gegeven. Hij had het vak niet gehaald, en had daar ‘met de kennis van nu’ erg spijt van. Voor ik kon vragen wat die kennis dan was, begon hij hoog in zijn frustratie te spuien dat dit jaar door ‘allerlei nutteloze extra opdrachten’ de werkdruk bij het vak omhoog was gegaan. Ik hoorde het met groeiend ongemak aan. Ík had die opdrachten bedacht, juist in de hoop dat het de studenten grip zou geven op de stof. Had ik een fout gemaakt? Was ik te ver doorgeschoten met al die deadlines?


Menig UvA-student zal de stress van deze tweedejaars herkennen. De deadlinedruk van de UvA is relatief hoog. Een rondvraag onder UvA-studenten leverde mij een gemiddelde van twee deadlines of toetsmomenten per week op. Het UvA ‘8-8-4'-schema met vakken van acht of vier weken heeft hierin een groot aandeel. Hoewel je namelijk maar twee vakken tegelijk volgt, is het voor grote vakken een uitdaging om alle stof in acht of vier weken te proppen en die vrij vroeg te toetsen. De UvA lost dit op met tussentijdse deadlines om de voortgang in de gaten te houden. Ter vergelijking: de universiteiten van Leiden en Utrecht hanteren geen ‘8-8-4'-schema en geven deadlines vaker pas aan het einde van het blok.


Sinds ik voor de UvA lerarenopleiding stageloop op een middelbare school, zie ik nog een andere aandrijver van de deadlinedrang. De eerstejaarsstudenten die worden verweten zonder deadlines niet meer te willen werken, leren dit gedrag al op de middelbare school aan. De meest gestelde vraag op mijn stage blijft: ‘is dit voor een cijfer?’ en hoewel cijfers beoordelingen objectiever maken, zie ik 6 vwo gebukt gaan onder de druk.

‘Zijn wij als UvA niet zelf verslaafd aan deadlines door ons krappe schema waar we te veel stof in willen stampen?’

Genoeg vertrouwen

Straks gaat die 6 vwo-klas met die deadlineverslaving naar de UvA. Docenten zullen ze die deadlines ook geven, want zonder gaan studenten niet meer aan het werk, toch? Om diezelfde reden verzon ik voor dit jaar die opdrachten: doordat de studenten al veel deadlines hadden voor hun andere vak, werd de leeslijst bij ons verwaarloosd. Dus hoppa, meer deadlines voor mijn vak om dit recht te trekken. En meer stress blijkbaar, waar ik te weinig bij stil heb gestaan.


Op mijn stage zie ik dat bij mijn leerlingen in projecten zonder strakke deadlines maar met vrije keuze óók met prima eindresultaten komen. Voor zulke projecten hebben ze wel meer tijd en ruimte nodig dan voor toetsen. Daar zit de crux: zijn wij als UvA niet zelf verslaafd aan deadlines door ons krappe schema waar we te veel stof in willen stampen? Geven we studenten nog genoeg vertrouwen? Universiteiten zonder ‘8-8-4'-schema presteren immers niet veel slechter dan wij.


Ik heb in ieder geval het inzicht gekregen dat ik mijn ‘nutteloze opdrachten’ flink moet gaan verbeteren. En me wat vaker af moet vragen waarom ik een deadline precies stel. Want als de belangrijkste vraag binnen de wetenschap ‘is dit voor een cijfer?’ wordt, waar zijn we dan met zijn allen mee bezig?