Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Pixabay
opinie

De duurzaamheidsagenda heeft zijn langste tijd gehad, of toch niet?

Jan Bouwens,
29 februari 2024 - 15:01

Een rondreis door de VS suggereert dat de duurzaamheidsagenda zijn langste tijd heeft gehad. Ook in Davos werd duidelijk dat de duurzaamheidsagenda onder druk staat, schrijft de media. De argumenten van de sceptici zijn niet overtuigend, en wij in Europa doen er verstandig aan te volharden in onze duurzaamheidsagenda, vindt hoogleraar Jan Bouwens.

In de VS is de duurzaamheidsagenda de afgelopen maanden zwaar onder druk komen te staan. ExxonMobil wil bijvoorbeeld dat de rechter aandeelhouders verbiedt om te stemmen over milieudoelstellingen voor het bedrijf. Het argument van ExxonMobil tegen de voorstellen is dat de “extreme agenda gericht is op het vernietigen van de zakelijke belangen van het bedrijf”.

 

Tijdens zogenaamde “earnings calls” waar het management van bedrijven de kwartaalresultaten toelicht, werd ESG in het derde kwartaal van 2022 in 150 gevallen genoemd voor S+P 500 bedrijven. In 2023 was dat aantal meer dan gehalveerd. Beleggers lijken ook minder interesse te hebben in duurzaamheid. Het beleggingsplatform Morningstar Direct meldt een negatieve groei in beleggingen in ESG-fondsen sinds medio 2022.

 

In verschillende staten bestrijden politici de duurzaamheidsagenda met wetgeving door pensioenfondsen te verbieden duurzaamheidsdoelen op te nemen in hun beleggingsstrategie, met als argument dat duurzaamheidsdoelen op gespannen voet staan met waardemaximalisatie ten behoeve van de gepensioneerde.

 

De Minister van Financiën van de staat Florida heeft onlangs $ 2 miljard gedesinvesteerd in activa die beheerd worden door Blackrock, een institutionele belegger die beschuldigd wordt van het opnemen van ESG-doelen in beleggingsbeslissingen. “ExxonMobil haalt juridisch uit naar klimaataandeelhouders”, schreef de Financial Times. The FT heeft ook een commentaar gepubliceerd over het klimaatconflict in de EU, waarin de EU wordt gewaarschuwd dat “Europese bedrijven steeds meer last hebben van overregulering, die de economie verzwakt en de deïndustrialisatie bevordert”.

 

Deze bezorgdheid lijkt haaks te staan op de krachten die bedrijven motiveren om te investeren in de overgang van fossiele naar hernieuwbare energie.  Deze motieven zijn risico en rendement. In Nederland zien we dat de partijen die onlangs de verkiezingen hebben gewonnen weinig vertrouwen hebben in het nastreven van een “groene” of ESG-agenda. ESG-expert Daniella Strik van advocatenkantoor Linklaters sluit niet uit dat de opkomst van deze partijen in de landelijke politiek en op lagere bestuursniveaus invloed zal hebben op het maatschappelijk sentiment over klimaat en ESG.

‘Het leven van het bedrijf wordt straks bedreigd, niet het leven van de planeet!’

Prominente leden van de anti-ESG-beweging wereldwijd stellen dat pensioenfondsen het risico lopen hun fiduciaire plichten tegenover gepensioneerden te schenden als ze hun investeringsbeslissingen laten motiveren door ESG-doelen, omdat “het hun plicht is om het financiële rendement van gepensioneerden te maximaliseren” en niet om sociale of politieke doelstellingen na te streven.”

 

Dat laatste citaat maakt duidelijk waar de angel zit: ESG- en duurzaamheidsdoelen worden gezien als politieke doelen. Hetzelfde punt zien we ook in een recente publicatie van de academicus David McLean, auteur van het onlangs verschenen boek: “The Case for Shareholder Capitalism: How the Pursuit of Profit Benefits all”. Hierin maakt hij onderscheid tussen activistische en politiek activistische aandeelhouders, waarbij de eerste de organisatie beïnvloeden om waarde te creëren en de laatste de organisatie beïnvloeden om waarde te vernietigen. De reden die hij geeft is dat ESG-prestaties geen aantoonbare relatie hebben met financieel rendement, terwijl de ESG-normen volstrekt willekeurig zijn, met als gevolg dat het managen van ESG gemakkelijk neerkomt op het behalen van politieke doelen ten koste van financiers.

 

McLean vreest dat hierdoor belangrijke investeringskansen worden gemist. Hij stelt dat als de natuur slecht wordt bediend, wetgeving het bedrijf zal dwingen het beste te doen, en dat werknemers het bedrijf de rug zullen toekeren als het slechte werkgevers zijn, terwijl klanten zullen weglopen als een bedrijf een asociale houding aanneemt ten opzichte van de maatschappij en klanten. Op basis van deze redenering stelt hij dat ESG-regelgeving onnodig of zelfs schadelijk is voor de economische activiteit van een land.


De beste overlevingskansen
Met al deze argumenten in de hand begin je te vermoeden dat we in de EU aan een grootschalige waardevernietiging beginnen. Als we de argumenten echter laten bezinken, wordt het al snel duidelijk dat we ons moeten richten op het uitleggen hoe duurzaamheidskeuzes bijdragen aan waardecreatie. Risico en rendement spelen hierbij een hoofdrol.


Gezien de toenemende maatschappelijke druk om “groen” te gaan, is het waarschijnlijk dat wetgeving bedrijven in de nabije toekomst zal dwingen om emissies te bestrijden, waardoor de kosten die dan gemaakt moeten worden onbetaalbaar hoog worden. Dit risico omvat factoren zoals CO2-belastingen en kosten voor het opruimen van vervuiling. Het leven van het bedrijf wordt dan bedreigd, niet het leven van de planeet!


Rendement speelt een rol als contractpartijen een voorkeur hebben om contracten af te sluiten met “duurzame” bedrijven. Dit kunnen consumenten, werknemers en financiers zijn. Het gaat er hier om wie de beste mensen en financiers weet aan te trekken. Dat is ook een kwestie van wie de beste overlevingskansen heeft.


Er is uitgebreide ondersteuning in de literatuur voor het belang van zowel de risico- als de rendementsthese. Wie zich het beste kan aanpassen, heeft de grootste overlevingskans. Voor sommige bestuurders kan het moeilijk zijn om aandeelhouders te overtuigen. Het verbod dat ExxonMobil aandeelhouders wil opleggen om na te denken over transitie suggereert dat niet alle bestuurders bereid zijn om na te denken over een fossielvrije toekomst. Zakelijk gezien creëren deze bedrijven een concurrentievoordeel als ze dat doen. Het rendement dat dit voordeel met zich meebrengt is alles wat nodig is om de investeerders die nu nog investeren in bruine energie over te halen groen te worden. Dat is vooral een kwestie van tijd. Het goede nieuws is dat als de EU de groene agenda doorzet, we voorliggen op de VS.

 

Jan Bouwens is hoogleraar accounting aan de UvA en Research Fellow van de University of Cambridge, Judge Business School.