Studenten van nu lijken steeds ongelukkiger te zijn. Columnist Han van der Maas vraagt zich af waarom dit is. ‘Volgens de geluksparadox leidt het expliciet streven naar geluk tot minder geluk.’
Je bent jong en slim, je studeert aan een topuniversiteit in een van de mooiste steden van het vrije Europa, en … je bent ongelukkig. Misschien is het net uit, ben je ziek, loopt je huurcontract af, of ben je alweer gezakt. Dan mag je ongelukkig zijn.
Maar volgens de literatuur over subjectief welbevinden (30.000 artikelen in het jaar 2022) hangt welzijn lang niet altijd met objectieve zaken samen. Amerikaanse vrouwen rapporteerden in de jaren zeventig aanzienlijk meer geluk dan mannen. Sinds die tijd is de positie van vrouwen objectief gezien verbeterd maar is hun ‘geluk’ geslonken, soms tot onder het niveau van mannen. Vrouwen rapporteren ook meer ernstige mentale problemen en ondernemen meer zelfdodingspogingen dan mannen, maar de sterfte door zelfdoding onder mannen is weer twee tot vier keer zo hoog als onder vrouwen.
Ook verwarrend is de Easterlin paradox: binnen een land hangt rijkdom wel samen met geluk maar tussen landen niet. Als landen welvarender worden laten ze geen toename in algemeen geluk zien. Er zijn nog veel meer van dit soort paradoxen of eigenlijk tegen-intuïtieve resultaten. Zo worden mensen vaak ongelukkig van veel keuzen en overschatten ze de duur van de impact van positieve (het winnen van de loterij) en negatieve gebeurtenissen (einde relatie). Volgens de geluksparadox leidt het expliciet streven naar geluk tot minder geluk.
In het studentenwelzijn vinden we veel van deze paradoxen terug. Er is niet alleen weinig tijd voor niksen, nietsdoen is ook geen optie meer. Het leven moet optimaal geleefd worden en wat optimaal is wordt nu door de sociale media bepaald. Het is goed denkbaar dat de student van de jaren zeventig, net als de Amerikaanse vrouw, objectief gezien slechter af was en toch meer geluk rapporteerde.
De gegevens over het studentenwelzijn zijn overigens notoir onbetrouwbaar. Echt representatieve gegevens ontbreken. Ook of het studentenwelzijn daalt is weten we niet zeker, al is dat niet onwaarschijnlijk. Er zijn nu veel meer vrouwelijke studenten dan 75 jaar geleden en een objectieve reden voor een verlaagd welzijn is seksueel geweld. Vrouwelijke studenten zijn onevenredig vaak het slachtoffer.
Ik juich het recent gelanceerde Studentenpact seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld toe. Een van de beste voorstellen vind ik de regel: ‘Het is een heldere ja of anders niet’. De paradoxen van het subjectief welbevinden zijn geen excuus objectieve oorzaken van lager welbevinden niet te bestrijden.