Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Foto: Sara Kerklaan
opinie

Dan Afrifa | Jij leerde me dat UvA-tatta’s niet allemaal hetzelfde zijn

Dan Afrifa,
21 juni 2022 - 08:22
Deel op

Jij was mijn eerste studievriend. Studievriendschappen gaan vaak vluchtig voorbij zoals vakken in de vierweekse semesterblokken van de UvA. Maar soms leer je studiegenoten kennen die verrijkender zijn dan je hele studie. Zij worden levensvrienden.

Zaten we naast elkaar tijdens onze eerste politicologiewerkgroep? Het voelde in ieder geval niet zo. Jij zat dichter bij het sociale centrum en je bewoog er kundig omheen. Ik zat er vooral bij als een buitenstaander. Enkele colleges later zaten we zeker weten naast elkaar, en leerde ik dat je geen Ghanees uit de Bijlmer hoefde te zijn om je niet thuis te voelen op de UvA.

 

Ook een boerenzoon uit de Bijbelbelt begreep de universiteit en het Amsterdamse studentenleven niet meteen. De gaten in onze kennis vulden we door te leren van en over elkaar. Ik leerde je dat jij een tatta was en jij leerde me dat UvA-tatta’s niet allemaal hetzelfde zijn. Ik vertelde over opgroeien als een bokoe in de Bijlmer en jij schetste hoe een leven eruitzag met Gouda en Woerden als belangrijkste oriëntatiepunten.

‘Onze belevingswerelden liepen weer compleet uiteen, en misschien bevatte ik daarom niet dat je een tijdje later met jezelf en met je studie worstelde’

Het eerste teken van onze levensvriendschap was toen we samen presenteerden en beide een wit overhemd en Clarks desert boots droegen. Bij jou benadrukte de matchende outfit je natuurlijke flair en voor mezelf hoopte ik dat het zou afleiden van mijn presentatieangst. Toch trilde mijn stem, omdat ik het onmogelijke moest presteren naast zo’n schijnende persoonlijkheid. Maar jij straalde je licht op mij en trok me uit mijn eigen schaduw.

 

Ondanks de gezamenlijke voldoende, stopte ik al in het vierweekse januariblok met de studie. In het volgende studiejaar ging jij bij een christelijke studentenverenging en richtte ik met een groep studenten een Afrikaanse variant op. Onze belevingswerelden liepen weer compleet uiteen, en misschien bevatte ik daarom niet dat je een tijdje later met jezelf en met je studie worstelde. Weg was de sprankeling in je blik. Je keek zo ongeïnspireerd uit je ogen als iemand die te lang naar het hoofdgebouw van de VU had staan kijken.

‘De laatste keer dat ik je op de UvA zag, was je bijna afgestudeerd en was corona uitgegroeid tot dé stoorzender’

Toch leerde ik zelfs in die periode van jou. Bijvoorbeeld toen ik mijn schrijfdromen ontdekte en jij een van mijn betrouwbaarste proeflezers werd. En toen we onze smartphones steeds meer als stoorzenders gingen zien. Ik dacht een goede vriend te zijn door niet geregeld via Whatsapp te vragen hoe het met je ging, zodat je minder op je telefoon hoefde te zitten. Achteraf klinkt dat als desinteresse verpakt in goede wil. En wat deed jij? Je kocht gewoon een telefoontje zonder internet.

 

Zo over onze vriendschap schrijven is alsof ik een standbeeld van ons beitel zonder je eerst om een foto te vragen waar jij jezelf goed op vindt staan. Toch geloof ik dat jij me dan het kostbaarste marmer zou toevertrouwen. Weet je nog toen je twee jaar geleden voor het laatst schrijfwerk voor mij proeflas? ‘Je schrijfstijl is nu op zo’n niveau dat ik me haast niet meer geschikt voel om kritiek te leveren.’

 

De laatste keer dat ik je op de UvA zag, was je bijna afgestudeerd en was corona uitgegroeid tot dé stoorzender. De pandemie had vele eerstejaarsstudenten ervan belet vriendschappen zoals de onze te sluiten. Inmiddels ben je teruggekeerd naar je thuisstreek en een getrouwd man, al vernam ik dat laatste via de Instagram van je vrouw. Ik begrijp dat het grote trouwfeest er nog aankomt en dat ik als eerste een uitnodiging binnenkrijg, maar dit zijn van die tatta-dingen die zelfs een levensvriend nooit zal begrijpen.

 

Dan Afrifa is een Ghanese Amsterdammer, schrijver en masterstudent geschiedenis aan de UvA.