Het is juist goed dat de UvA het drinken van alcohol ontmoedigt om gezondheidsredenen, schrijft hoogleraar Reinout Wiers in reactie op hoogleraar Jan Bouwens. ‘Als jongeren zelfs binnen de universiteit de norm meekrijgen dat bij elke sociale gelegenheid alcohol gedronken dient te worden zal dit niet bevorderend werken.’
Collega Jan Bouwens heeft zich gekeerd tegen het veranderde alcoholbeleid aan de UvA en andere universiteiten. In het oorspronkelijke persbericht van de UvA (niet door mij geschreven, wel met een quote van mij) worden twee redenen genoemd: gezondheid en inclusiviteit. Wat betreft gezondheid ben ik het eens met de strekking van de maatregel: alcohol wordt niet verboden, maar ontmoedigd.
Het is goed om deze norm te veranderen: alcoholproblemen behoren tot de meest voorkomende diagnoses bij jongeren (de meest voorkomende bij jonge mannen). Als die zelfs binnen de universiteit de norm meekrijgen dat bij elke sociale gelegenheid alcohol gedronken dient te worden zal dit niet bevorderend werken. Vergelijk het met vlees eten: een van de verstandige dingen die mensen kunnen bijdragen aan het tegengaan van de klimaatcrisis (ook al wil het kabinet daar niet aan), is hun dieet aanpassen en minder dierlijke producten eten, zoals uitgebreid berekend in het Lancet EAT rapport.
Merk daarbij op dat de auteurs vlees eten niet willen verbieden, maar ontmoedigen. De norm zou moeten zijn om de meeste dagen geen vlees te eten en (als je dat wilt) bij uitzondering wel. Wat je daarbij kunt doen om dat te bevorderen is ‘nudging’, bijvoorbeeld vlees (ook in de UvA-kantines) minder makkelijk verkrijgbaar maken en zorgen voor aantrekkelijke en goedkopere alternatieven. De standaard zou een betaalbare vegetarische (of vegan) maaltijd moeten zijn, met de mogelijkheid tot een carnivore uitspatting waar dan wel extra voor betaald wordt (en graag geen bio-industrie).
Op dezelfde manier is het goed bij borrels standaard veel en goede niet-alcoholische drankjes aan te bieden en indien gewenst nog een alcoholisch alternatief (waarbij het volgens dezelfde logica ook goed is dat daar dan extra voor betaald wordt). Uit onderzoek weten we al lang dat dit soort maatregelen (prijs en verkrijgbaarheid) effectief zijn, terwijl voorlichting dat niet of nauwelijks is (vandaar dat de drankindustrie en gerelateerde organisaties juist hameren op vrije keus en voorlichting).
In de rest van de reactie lijkt Bouwens zich af te zetten tegen een niet-bestaand voornemen (totale drooglegging), een ‘strawman’-argument dus. Een argument dat je daar vaak tegen hoort is dat het averechts werkt: wat je verbiedt, gaan mensen juist doen. Dat is inderdaad wat veel mensen denken, maar niet wat onderzoek heeft laten zien. Zo is er in de VS al veel onderzoek gedaan naar effecten van minimumleeftijd: tot in de jaren 90 werd dat op staatniveau bepaald. Soms veranderde een staat de minimumleeftijd van het onrealistische 21 jaar naar het meer realistische 18. Het gevolg was dat in die staat de alcoholconsumptie onder minderjarigen (ook onder de 18) steeg, terwijl dat niet gebeurde in andere staten waarin de minimumleeftijd niet was veranderd. En ook al is het waar dat vrijwel geen jongere onder de 21 in de VS niet gedronken heeft, ze drinken gemiddeld genomen veel minder dan hun Nederlandse leeftijdgenoten.
Dichter bij huis was onderzoek gedaan naar de effecten van het verbieden van drinken aan kinderen van brugklasleeftijd. Dat bleek samen te hangen met later beginnen te drinken en dan minder problemen met alcohol ontwikkelen. Maar is dit een oorzakelijk verband? Om dat te testen moet je een experiment doen en dat is gedaan: brugklassers werden (op klasniveau) willekeurig ingedeeld om zelf preventie te krijgen en hun ouders ook (er waren dus vier groepen: niemand preventie, alleen de kinderen, alleen de ouders of beide). Zoals bekend werkte de preventie voor de kinderen alleen niet, maar als hier een module aan ouders werd toegevoegd waarin hen uitgelegd werd waarom het verstandig was alcoholgebruik onder de 18 te verbieden en hoe dat te doen, dan was de interventie wel effectief en dronken de kinderen jaren later nog minder.
Kortom, het idee dat verbieden niet werkt is een “popular myth” die misschien soms voor enkele individuen opgaat, maar in het algemeen niet. Desalniettemin ben ik het ermee eens dat er op de universiteit gekozen is voor het ontmoedigen van alcohol in plaats van verbieden en het zou goed zijn als dat ook voor vlees zou gebeuren.
Reinout Wiers is hoogleraar ontwikkelingspsychopathologie aan de UvA.