‘Wie de Nobelprijs voor de Scheikunde wint is voor mij geen verrassing,’ vertelt Roald Hoffmann, die de prijs in 1981 won. ‘We weten al jaren van tevoren wiens werk goed is. De media doen vervolgens alsof het een grote verrassing is als de prijs wordt uitgereikt. Natuurlijk wist ik dat mijn buurman de prijs vorig jaar zou winnen.’ Naast Hoffmann zit de winnaar van 2013, Arieh Warshel.
De Nobelprijswinnaars zijn deze week in Nederland ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van de Holland Research School of Molecular Chemistry (HRSMC), de gezamenlijke onderzoeksschool van de UvA, de VU en de Universiteit Leiden. Ook de winnaar van dit jaar, William Moerner, spreekt op het tweedaagse symposium. De UvA greep de komst van de winnaars aan om op het Science Park een ‘Chemistry Tour’ te organiseren, gebaseerd op het interviewprogramma College Tour.
Gisterenmiddag beantwoordden de heren vragen van eerstejaars scheikundestudenten van die drie universiteiten. Daarbij gaat het lang niet altijd over scheikunde. De studenten vragen vooral naar het leven van de chemici voor en na het winnen van de Nobelprijs. Daarbij wordt vaak gelachen om de antwoorden die de wetenschappers op leeftijd geven.
Voor geen van beiden was het winnen van de Nobelprijs een jeugddroom, zo blijkt na een vraag van een student. ‘Ik was geen jongetje dat van alles opblies met experimentjes. Mijn ouders wilden dat ik dokter werd, maar ik wilde het liefst dichter of kunstenaar worden,’ vertelt Hoffman. Uiteindelijk koos hij voor de scheikunde, maar bleef daarnaast gedichten schrijven. Ook voor Warshel was de keuze voor scheikunde niet van jongs af aan duidelijk: ‘Ik koos simpelweg datgene waar ik op school het beste in was.’
Voetstuk
Met de prijs veranderde het leven van de scheikundigen aanzienlijk. ‘Na het winnen word je een stuk beter behandeld en veel makkelijker geloofd,’ stelt Warshel. Maar er is ook een keerzijde. ‘Mensen plaatsen je op een voetstuk. Als je dan valt, val je een stuk verder,’ voegt hij eraan toe. Hoffman legt uit dat het na het winnen lastig is om verder te gaan. ‘Het vervolg is voor een scheikundige niet zo duidelijk als voor een schrijver die een nieuw boek schrijft. Het is onduidelijk wat je volgende project wordt. Ondertussen zijn er wel vele ogen op je gericht. Je verliest in zekere zin je vrijheid.’
Eén student is benieuwd naar hoe de mannen het prijzengeld hebben besteed. ‘Het prijzengeld, 180 duizend dollar, was in mijn tijd nog bescheiden,’ vertelt Hoffman alvorens een lachsalvo losbarst. ‘Ik heb met een deel ervan al mijn familieleden en vrienden laten overkomen en een knalfeest gegeven op een boot.’ Ook om het antwoord van Warshel moeten ze lachen: ‘Ik liet mijn vrouw beslissen.’ Waar die keuze uiteindelijk op viel, blijft ongewis.