Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
actueel

Vrouwelijke columnisten schrijven echt niet alleen over hun uiterlijk en kinderen

Fien Veldman,
9 december 2012 - 10:30
Uit afstudeeronderzoek van Jolanda te Roller (23, media, informatie & communicatie, HvA) blijkt dat mannelijke columnisten vaker schrijven over ‘triviale zaken’ dan vrouwen: die schrijven juist meer over maatschappelijke onderwerpen. In tegenstelling tot wat vaak wordt aangenomen.

Te Roller heeft voor haar onderzoek de columns van Volkskrant-columnisten onder de loep genomen. Te Roller: ‘De Ombudsvrouw van de Volkskrant kreeg vorig jaar veel boze brieven over de vrouwelijke columnisten. Die zouden te veel schrijven over huis-, tuin- en keukenonderwerpen, zoals hun kinderen, de bakker op de hoek en hun ouder wordende lichaam. Dat zorgde voor boze lezers. Vrouwen vonden het rolbevestigend, mannen wilden niet lastiggevallen worden met andermans rimpels.’ Naar aanleiding van de discussie die hierover ontstond, koos Te Roller de onderwerpkeuze van Volkskrantcolumnisten als studieobject voor haar scriptie.

De verschillen in onderwerpkeuze van mannen of vrouwen bleken niet heel groot. Vrouwen schrijven verhoudingsgewijs vaker over maatschappelijke onderwerpen dan mannen: 53 procent van hun columns gaat over een maatschappelijke kwestie, waar dat bij mannen slechts 42 procent is. De conclusie verraste Te Roller: ‘Ik dacht van tevoren, die lezersbrieven zullen vast wel ergens op slaan. Het blijkt maar weer dat vooroordelen over vrouwen erg verankerd zitten in onze maatschappij.’

Klagen
Maar waarom klagen lezers – mannen én vrouwen – dan zo over de zogenaamd ‘triviale’ columns van vrouwen? Te Roller: ‘Ik denk dat vrouwen sowieso eerder kritiek krijgen dan mannen. Als vrouwen dan over triviale dingen schrijven, worden lezers bevestigd in hun beeld van vrouwen. Dat ze dan denken: “zie je wel, Aaf schrijft weer eens over haar kind”. Dat is opvallend, want waar zij één keer over haar kind schreef in de looptijd van mijn onderzoek, schreef toenmalig columnist Ronald Giphart veel vaker over zijn gezin. Hij wordt daar niet op aangesproken.’

‘In mijn onderzoek heb ik niet alleen de columns ingedeeld op onderwerpkeuze en die vervolgens geturfd, ook heb ik interviews gehouden met de columnisten’, aldus Te Roller. ‘Ik heb veel geleerd over hun werkwijze, en hun zoektocht naar een onderwerp. Dat heeft veel te maken met de deadline: Bert Wagendorp begint pas vlak voor de deadline met een column, omdat hij heel actueel moet zijn. Sheila Sitalsing bekijkt de hele dag kranten en Twitter, om aan de hand daarvan een onderwerp te kiezen. Sylvia Witteman daarentegen schrijft voor het V-katern van de Volkskrant. Daarvan is de deadline drie uur ’s middags, dus heel actueel hoeft dat niet te zijn. Daarnaast vertelde ze me dat ze de schrijfwijze van een column belangrijker vindt dan het onderwerp.’


Te Roller heeft haar onderzoek gepresenteerd aan Philippe Remarque, hoofdredacteur van de Volkskrant – en ‘huisgenoot P.’ in de columns van Witteman. Te Roller: ‘De krant gaat mijn onderzoek gebruiken voor de aanname van columnisten. Ze hebben bijvoorbeeld geen columnist voor de studerende lezer, terwijl 10 procent van de lezers student is. Ze gaan er dus wel rekening mee houden.’