UvA-student Ozer Sahoglu (22) groeide op in Cyprus, waar hij meemaakte hoe kinderen in politiek onrustige landen slachtoffer van hun omgeving worden. Hij besloot zich in te zetten voor kinderrechten. Deze week is het de jaarlijkse World’s Children Day, georganiseerd door Unicef. ‘Winst maken wordt belangrijker gevonden dan kinderrechten.’
Op 20 november 1989 werd in New York het Verdrag inzake de Rechten van het Kind door de Verenigde Naties (VN) ondertekend. Vastgelegd in dat verdrag zijn de zaken waar ieder kind ter wereld recht op zou moeten hebben. Denk aan basale dingen als een naam en een thuis; maar ook het recht op een vrije mening en op vrije tijd zijn in de verklaring verankerd. Ter herinnering aan deze rechten, wordt ieder jaar op 20 november World’s Children Day georganiseerd door Unicef, de organisatie binnen de VN die opkomt voor kinderen.
En dat is nodig ook, zo betoogt Ozer Sahoglu, UvA-student en kinderrechtenactivist, want volgens hem zijn die rechten nog altijd lang zo vanzelfsprekend niet: ‘Er zijn wereldwijd enorm veel conflicten waar kinderen de dupe van worden. Om het bewustzijn rond dit thema te vergroten is Kinderdag van grote symbolische waarde, maar we mogen het niet bij die symbolische betekenis laten. Het kan niet zo zijn dat het een dag is die we als excuus op de kalender schrijven, maar vervolgens gewoon voorbij laten gaan. We moeten echt kijken naar wat we kunnen doen voor de kinderen.’
Sahoglu groeide op in het verdeelde Cyprus, in een omgeving waar nog wel wat te winnen viel op het gebied van kinderrechten, en die hem al op jonge leeftijd motiveerde tot activisme. Op zijn achttiende verhuisde hij naar Tilburg, waar hij rechten studeerde en voorzitter werd van het plaatselijke Unicef-studententeam. Toen Sahoglu een jaar geleden naar de UvA verkaste om zich te specialiseren in het EU-recht, werd hij voorzitter van de Amsterdamse tak van het Unicef-studententeam. Hiermee stopte hij in de lente van dit jaar.
Je bent drie jaar betrokken geweest bij het Unicef-studententeam, wat moet ik me daar precies bij voorstellen?
‘Met de studententeams die ik coördineerde, organiseerden we ieder jaar evenementen waarmee we geld inzamelden voor Unicef. Het laatste jaar in Tilburg richtten we ons bijvoorbeeld vooral op inzamelingsacties voor kinderen in conflictgebieden als Soedan, Gaza en Oekraïne. Het grootste evenement dat we daar hebben georganiseerd was een benefietconcert, waarbij allerlei dans- en muziekoptredens werden gehouden. De ticketprijzen gingen naar projecten in die conflictgebieden.’
‘Later werd ik voorzitter van het Amsterdamse team. Het grootste wat we in die tijd hebben bereikt is dat de Brug op de Roeterseilandcampus blauw werd verlicht op de avond van 20 november. Unicef probeert wereldwijd symbolische gebouwen en monumenten blauw te laten oplichten op Kinderdag. Vorig jaar was het voor het eerst dat de UvA daar dus ook aan meedeed.’
Wat is de toegevoegde waarde van een studententeam boven op de reguliere activiteiten van Unicef?
‘Als student ben je onderdeel van een bruisende gemeenschap, en breng je echt een ander perspectief met je mee. Je zit vol ideeën, en kijkt anders naar de wereld dan een volwassene. Daarnaast heb je toegang tot allerlei onderwijsmateriaal, dat helpt bij het uitvoeren van projecten.’
Waarom ben je gestopt?
‘Ik wilde ruimte bieden aan nieuwe gezichten binnen de organisatie. Daarnaast vond ik het tijd om me met andere projecten bezig te gaan houden. Zo ben ik nu mijn memoires aan het schrijven, over mijn jeugd in Cyprus. Er is best veel geschreven over de tweedeling in het land, maar vrijwel niet door Gen Z’ers, mijn generatie dus. Ik wil de eerste van mijn generatie zijn die wel zo’n kritische stem laat horen in Cyprus.’
‘Opgroeiend in Nicosia, de laatste verdeelde hoofdstad van Europa, zag ik van dichtbij hoe direct het leven van een kind wordt beïnvloed door de omstandigheden. Dat motiveerde mij om ook anderen te laten inzien dat we, door de omstandigheden in een land te verbeteren, écht een groot verschil kunnen maken voor de volgende generatie. Al op dertienjarige leeftijd kwam ik op voor de onderwijsrechten in Cyprus, en ik ben altijd blijven strijden voor een betere toekomst.’
Wordt het perspectief van het kind vaak vergeten wanneer we het hebben over conflictgebieden, oorlog en geweld?
‘Zeker. Over welk conflict het ook gaat, het politieke narratief gaat zelden over de belangen van kinderen. Andere agenda’s lijken altijd voorrang te krijgen. Zelf merkte ik dat toen ik mocht spreken op het World Forum for Democracy. Ik besloot dit probleem te adresseren; hoe we het eigenlijk nooit hebben over hoe kinderen worden uitgebuit en genegeerd door de politiek. Hoe winst maken blijkbaar belangrijker wordt gevonden dan kinderrechten. Zelfs daar merkte ik, aan de interrupties die ik kreeg tijdens mijn toespraak, hoe bewust dit onderwerp wordt genegeerd. Kinderen staan nooit op de eerste plaats.’
Wat kan de UvA doen om een rol te spelen in het verbeteren van kinderrechten?
‘Ik denk dat het verbreken van de banden met universiteiten die actief betrokken zijn bij de situatie in Gaza een goede eerste stap is. Daarnaast zou de UvA zich kunnen richten op het aanbieden van onderwijs dat inzichtelijk maakt hoe politieke conflicten van invloed zijn op de levens van kinderen.’