Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Hoogleraar Jan Willem Duyvendak: ‘De wetenschap is nog nooit zo weinig elitair geweest’
Foto: Mats van Soolingen
actueel

Hoogleraar Jan Willem Duyvendak: ‘De wetenschap is nog nooit zo weinig elitair geweest’

Sija van den Beukel Sija van den Beukel,
10 uur geleden

De elite tegenover het volk, stad tegen platteland: als je de politiek mag geloven zijn de kloven in de Nederlandse samenleving groter dan ooit. In zijn boek Spookkloven betoogt UvA-hoogleraar sociologie en directeur van het NIAS-KNAW Jan Willem Duyvendak het tegendeel. ‘De politiek is losgezongen van de werkelijkheid en dat is een enorm probleem.’

Waarom wilde u dit boek schrijven?
‘Ik wist niet dat ik dit boek zou schrijven, dus ik ben zelf ook wel verrast door de uitkomst van ons onderzoek. Wel is het zo dat ik vanaf mijn oratie in 2004 betoog dat Nederlanders qua mening en gedrag veel eensgezinder zijn dan we denken. Maar naar ongelijkheid had ik nog geen onderzoek gedaan. Ik kwam op het onderwerp toen ik vorig jaar voor het Kenniscentrum Ongelijkheid een onderzoek deed naar de cumulatie van ongelijkheidskloven en op zoveel slordige rapporten stuitte. Heel onprecies, en het bleef in het midden hoe die kloven zich tot elkaar verhielden. Ik schrok daar heel erg van en dacht: ik ga nu systematisch langs allerlei terreinen waarvan beweerd wordt dat de ongelijkheid heel groot is om na te gaan of dat ook zo is.’

 

En?

‘Zeven van de acht vermeende kloven – inkomensongelijkheid, groeiende armoede, verschil in opleiding, stad en platteland, generatieverschillen, gender, de kloof tussen Nederlanders met en zonder migratieachtergrond, religie – bleken veel kleiner te zijn dan de meeste mensen denken. Die overschatting hangt samen met de ervaring van ongelijkheid: mensen vinden ongelijkheid steeds minder acceptabel en verdragen de resterende verschillen dan ook slechter. Die emotionele betrokkenheid, die je ook in de politiek veel ziet, vertekent het zicht op de feitelijke verschillen in Nederland.’

 

Welke kloof bestaat juist wel?

‘De vermogenskloof. Daar staat Nederland in de top 4 van de meest ongelijke landen ter wereld. Terwijl: daar lijkt dan weer niemand zich druk om te maken.’

‘Het idee dat universiteiten linkse, elitaire bolwerken zouden zijn leidt ertoe dat wetenschappers vanuit schuldgevoel verkeerde beslissingen nemen’  

Welke kloof verbaasde u het meest?

‘De kloof tussen lager- en hogeropgeleiden (hbo en universiteit red.). Er bestaat een idee van superioriteit van hogeropgeleiden. Hogeropgeleiden zouden neerkijken op lageropgeleiden, een uitspraak die de directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) onlangs deed. Een medewerker ging dat checken met de cijfers van het SCP en dat bleek helemaal niet te kloppen. Want als je goed gaat kijken is er precies het tegenovergestelde aan de hand: we zijn nog nooit zo dicht bij elkaar gekomen. De termen praktisch en theoretisch geschoold zijn niet voor niets in het leven geroepen.’

 

‘Wetenschappers houden die kloven zelf ook in stand. Zo schreef collega Mark Bovens een boek over de diplomademocratie, dat opleiding de nieuwe scheidslijn zou zijn. Maar dat is precies verkeerd om gedacht. Het hele idee dat als je nu een wetenschappelijke bul haalt je tot de elite behoort is – sorry voor de studenten – minder waar dan vroeger. Simpelweg omdat er veel meer Nederlanders studeren.’

 

U schrijft ook dat we af moeten van het idee van de wetenschappelijke elite. Waarom?
‘Het idee dat universiteiten linkse, elitaire bolwerken zouden zijn zie je steeds vaker opduiken in de politiek. En niet alleen daar, ook hoogleraar Mark Schillemans gaf er onlangs een interview over in de Volkskrant.’

 

‘Het leidt ertoe dat wetenschappers vanuit schuldgevoel verkeerde beslissingen nemen. Men denkt: o, jee misschien ben ik wel elitair en kan ik beter in het Nederlands onderwijs gaan geven. Anders worden de rechtsradicalen nog groter.’

 

‘Het hele idee dat de wetenschap zich naar de samenleving zou moeten keren noem ik ook wel populisme in de wetenschap. Je gaat jezelf heel populistisch opstellen: zoveel mogelijk onderzoek samendoen met de bevolking en de politiek, om maar niet als elitair te worden weggezet. Terwijl we nog nooit zo weinig elitair zijn geweest.’

Foto: Mats van Soolingen

Wat is er mis met onderzoek samendoen met de bevolking?

‘Daar is in principe niks mis mee en we doen het al volop. Er zijn achterstandswijken waar zoveel onderzoekers komen dat bewoners onderzoeksmoe zijn geworden en ze alleen nog meewerken als ze betaald krijgen. De Nationale Wetenschapsagenda (een NWO-programma waarin burgers, politiek en wetenschappers samen een onderzoeksagenda opstellen voor de wetenschap red.) vind ik achteraf gezien geen goed idee. Want stel, er komt een extreemrechts kabinet, gaat die dan de agenda van de wetenschap bepalen? Los van wat je inhoudelijk van de initiatieven vindt: het heeft ook niet gewerkt. Het wantrouwen in de wetenschap bij radicaal rechts is alleen maar groter geworden.’

 

Dat druist heel erg in tegen het idee van wetenschapscommunicatie.

‘Die mensen zijn ook een beetje boos op mij. En er is ook veel nuttig onderzoek dat wel degelijk direct oplossingen oplevert voor de maatschappij. Waar het mij om gaat is, wie neemt uiteindelijk de beslissingen waar de wetenschap onderzoek naar doet? Wetenschapsfinancier NWO laat soms veel te veel modieus onderzoek doen dat in de smaak valt bij de politiek. De wetenschap moet veel meer haar eigen thema’s definiëren.’

 

Hoe moet de wetenschap zich dan opstellen volgens u?

‘Ik zou zeggen: je moet juist niet dichter naar de politiek en de bevolking toekruipen, maar zoveel mogelijk afstand houden. NWO presenteerde tijdens Prinsjesdag weer een verklaring waarin ze stellen: wetenschap is maximaal nuttig voor onze samenleving. We kunnen alle grote uitdagingen van onze tijd aan. Dat is een heel utilitair perspectief op wetenschap, alsof je alleen maar van nut bent als je hapklare oplossingen hebt voor maatschappelijke problemen. Dat is veel te smal.’

 

Maar het kan toch ook niet de bedoeling zijn dat een geleerde op een zolderkamertje vraagstukken op gaat lossen die los staan van de problemen in de maatschappij?

‘Dat is een fundamentele vraag. Ik realiseer me dat we in onze handen mogen knijpen dat een deel van het belastinggeld aan de wetenschap wordt gegeven. Maar nieuwsgierigheid gedreven onderzoek is al heel zeldzaam in Nederland. Daarom bungelt Nederland onderaan de Europese ranglijst academische vrijheid. Bij wetenschap moet het niet zijn: wie betaalt, bepaalt. Want de grootste ontdekkingen die de wereld het meest veranderd hebben komen niet voort uit een verzoek van de overheid maar van nieuwsgierige individuen die dingen aan het uitzoeken zijn. Laat die wetenschappers maar een beetje rommelen. Dat geeft echt veruit het beste resultaat.’

 

Ongelijkheid in Nederland blijkt dus mee te vallen. Kunnen we nu achteroverleunen?
‘Dat zou ik denk ik niet concluderen. Ja, in die zin van: we kunnen optimistischer zijn over de bestaande situatie dan veel mensen denken. Objectief gezien gaat het best goed, maar subjectief zitten we elkaar enorm in de haren, we zijn emotioneel erg gepolariseerd. De politiek is losgezongen van de werkelijkheid en dat is een enorm probleem. We moeten dus serieus na gaan denken hoe we de vergaande emotionalisering van de politiek tegengaan. Ik heb in die zin een traditioneel verhaal. Ik wil niet op de stoel van de politiek gaan zitten maar vind wel dat de politiek haar verhaal zoveel mogelijk moet baseren op feiten.’


Wat kun je daartegen doen?

‘Je ziet wel dat vooral de middenpartijen recent benadrukken dat politiek niet alleen fatsoenlijker moet worden maar ook feitelijker. Dus die politici steunen lijkt me belangrijk.’

 

Is het terecht dat we vrezen voor een Amerikaanse situatie in de politiek?

‘Het is iets meer terecht dan ik dacht toen ik het boek begon. In Amerika is de feitelijke polarisatie – de kloven in inkomen en gezondheidszorg – groter dan hier en ook is de emotionele polarisatie daar groot. Dat zie je terug in de aanvallen op de wetenschap, gemotiveerd door anti-intellectualisme. Hier in Nederland is het verschil tussen de emotionele en de feitelijke polarisatie groter; feitelijk is er hier minder aan de hand dan in de VS.  We moeten ons beleid dus minder gaan formuleren op basis van emoties. Dus nee, Amerika is niet noodzakelijkerwijs ons voorland maar wel een ernstige waarschuwing.’

 

Jan Willem Duyvendak, Spookkloven. Waarom Nederland minder gepolariseerd is dan we denken. (Thomas Rap, 2025). ISBN 978 94 004 12 088 Prijs: € 19,99

website loading