Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Park in de nacht
Foto: Ira Mazurkiewicz
actueel

Er komen veiligheidsmaatregelen in Amsterdam voor vrouwen, maar is dat genoeg?

Romy van der Houven Romy van der Houven,
eergisteren - 15:16

Burgemeester Femke Halsema maakte dinsdag bekend dat ze maatregelen neemt om geweld tegen vrouwen in Amsterdam te bestrijden. D66’er Elise Moeskops doet al langer onderzoek naar het onderwerp in Amsterdam en komt met vijf adviezen om vrouwen beter te beschermen.

Hoewel Amsterdam op nummer tien staat van de meest veilige steden in Europa als het gaat om zeden- en geweldsdelicten, neemt Elise Moeskops, gemeenteraadslid in Amsterdam voor D66, daar geen genoegen mee. ‘De stad is ingericht vanuit het perspectief van de witte, fitte gezonde man – met enge, donkere hoekjes. Vrouwen voelen zich nog te vaak onveilig.’ Daarom wil het raadslid de stad inrichten door de blik van de jonge vrouw. 

Elise Moeskops
Foto: Eigen foto
Elise Moeskops

Volgens Moeskops werkt het zo: hoe meer vrouwen naar buiten gaan – hoe meer toezicht er is op wie kwaad in de zin heeft – hoe veiliger andere vrouwen zich voelen, hoe meer vrouwen naar buiten gaan. Het is een positieve spiraal. Daarom vindt de D66’er het zo belangrijk om vrouwen te betrekken bij de inrichting van de openbare ruimte. Maar er is nog een reden: ‘het vrouwonvriendelijke ontwerp van de stad lokt geweld tegen vrouwen impliciet uit, waarmee we dit gedrag als maatschappij eigenlijk goedkeuren’.

 

Door jonge vrouwen een plek aan de tekentafel te geven, wil Moeskops het signaal geven dat hun veiligheid serieus wordt genomen. Dat houdt in: de stad inrichten op een manier die ook klein geweld niet toestaat, voordat het zich uitbreidt. Iets relatief onschuldigs als iemand naroepen – de onderste trede van de piramide van geweld – kan volgens het raadslid al snel uitgroeien tot iemand achtervolgen. ‘Als vrouwen niet naar buiten durven omdat ze zich onveilig voelen, betekent dat ook minder sociale controle.’
 
Om het bovenstaande aan anderen uit te leggen, gebruikt Moeskops naar eigen zeggen vaak de metafoor van het briefje van honderd op straat. ‘Je hoeft geen professioneel dief te zijn om dat briefje op te rapen. Maar als je ermee wegkomt, wordt de stap om een briefje uit de open portemonnee van je collega te pakken voor sommigen al wat kleiner.’ Zo werkt het ook met de piramide van geweld: het tolereren van klein geweld lokt groter geweld uit. ‘In de openbare ruimte moeten we dus eigenlijk alle briefjes van honderd weghalen.’ En dus komt Moeskops met de volgende vijf adviezen die Amsterdam veiliger moeten maken. 

‘Vrouwen willen hun omgeving goed kunnen zien, maar niet gezien wórden’

1. Betere verlichting, niet méér verlichting

 

‘Mannen en vrouwen zien fundamenteel anders. We maken er weleens grapjes over, maar mannen zijn vaker kleurenblind – vrouwen vaker nachtblind. Back in the day moesten mannen in de schemering mammoets afschieten. Voor vrouwen was het juist belangrijk om het verschil te kunnen zien tussen een rood en oranje besje, anders zou de hele stam doodgaan.’
 
‘In principe willen vrouwen hun omgeving goed kunnen zien, maar niet gezien wórden. Het is nadelig voor vrouwen dat de verlichting van een stad wordt getest op de standaardmens, wat meestal de man is. Vrouwen zijn gebaat bij verlichting die iets geler van kleur is, in plaats van het witte licht dat je bijvoorbeeld op stations ziet. En doordat vrouwen over het algemeen slechter zien in het donker dan mannen, is het felle licht van een lantaarnpaal voor hen meer verblindend. Ook de positie van de verlichting speelt een rol: licht op ooghoogte is beter, omdat hoog licht een soort spotlight creëert, met donkere plekken eromheen.’
 
 

2. Bankjes met rugdekking

 

‘Vrouwen vinden het prettig om rugdekking te hebben. Het geeft een onveilig gevoel om, zonder dat je het doorhebt, van achteren bekeken te kunnen worden. Verplaats een bankje in het midden van een grasveld daarom naar de zijkant, tegen een muur bijvoorbeeld.’
 
 

3. Voetgangers- en fietspaden

 

‘Historisch kreeg de auto als eerste een plek in de stad, voetgangers- en fietspaden zijn er daarna bijgepropt. Daardoor domineert de auto de openbare ruimte nu nog steeds, ten nadele van vrouwen. Helaas geldt nog steeds dat vrouwen vaker dan mannen de kinderen naar school brengen, boodschappen doen, met de kinderwagen wandelen en naar de sportschool gaan. Vrouwen bewegen zich anders door de stad dan mannen: ze maken doorgaans meer en kortere verplaatsingen per dag. Fietsen en lopen lenen zich beter voor dit reispatroon dan autorijden.’
 
‘Stel je even voor dat Amsterdam niet bestaat. Hoe zou een vrouw de stad dan ontwerpen? Ze zou waarschijnlijk beginnen met een mooie, brede, goed verlichte stoep, waar je fijn overheen kunt lopen en met goed zicht op de omgeving. Vervolgens legt ze er een prachtig fietspad naast. Dat maakt het aantrekkelijk voor vrouwen om de straat op te gaan. Wat we als gemeente kunnen doen is de stad herinrichten en nieuwe wijken bouwen vanuit haar perspectief. Niemand lijdt eronder als we meer ruimte creëren om ons breed te bewegen.’

‘Waarom laten wij vrouwen ons dat laatste uurtje gezelligheid afpakken?’

4. Vijandige architectuur

 

‘We moeten af van vijandige architectuur. Denk aan zitrandjes met spikes om hangjongeren weg te jagen, of keien onder bruggen zodat zwervers er niet slapen. Het is bedoeld om de veiligheid te bevorderen – wat op korte termijn kan werken – maar laat vrouwen juist zien dat het er niet veilig is. Het gevolg is dat vrouwen plekken met vijandige architectuur vermijden, waardoor het wederom onveiliger wordt.’
 
 

5. Praat over je onveiligheidsgevoel

 

‘We maken de stad veiliger door als vrouw aan mannen te vertellen hoe onveilig we ons soms voelen. Laatst fietste ik bijvoorbeeld ‘s avonds in mijn eentje in het donker naar huis. Ik was omgefietst en had mijn sleutelbos aan het einde gepakt om mezelf te kunnen verdedigen, omdat ik bang was. Toen ik thuiskwam, vroeg mijn vriend hoe mijn avond was. Ik antwoordde automatisch dat het leuk was; ik vertelde hem niet dat ik me de helft van de fietstocht – met zweethanden – onprettig had gevoeld.’
 
‘Wij vrouwen mogen de beperking van onze vrijheid niet accepteren. Dat zou betekenen dat er minder uren in onze dag zitten. Want we gaan eerder naar huis, omdat we meefietsen met de laatste van het feestje die dezelfde kant opgaat. Daar hoeft een man nooit rekening mee te houden. Waarom laten we ons dat laatste uurtje gezelligheid afpakken? Dus praat erover: als mensen niet weten dat er verandering moet komen, gebeurt er ook niks.’

website loading