Goede ontgroeningen bestaan, zag Barend Last. Hij schreef een boek over introducties binnen studentenverenigingen en andere clubs. Vanuit zijn eigen ervaring en gesprekken met leden schetst hij hoe ontgroenen zou moeten. ‘Het is die ene procent die misgaat.’
Barend Last was 21 jaar oud toen hij tijdens een ontgroening van zijn studentenvereniging bij een etentje als vermaak op tafel werd gelegd. Eerst gooiden ouderejaars bier over zijn gezicht, toen volgde er mayonaise en al snel had hij etensresten in zijn onderbroek. Vernederend, vond hij.
Toen de student Last dat een jaar later aan de kaak stelde, bleken ook de ouderejaars open te staan om het onderdeel te schrappen. Ontgroeningen konden veranderen, zag Last. Mede daarom schreef hij een boek over hoe ontgroenen wél moet: De kunst van het ontgroenen, dat vandaag is verschenen.
Vorige week nog kreeg het dispuut Thalia van het Amsterdamse corps te horen dit jaar geen nieuwe leden te mogen werven omdat dispuutsleden zich opnieuw ernstig hadden misdragen. In 2021 zette datzelfde corps zelfs de gehele ontgroening stop vanwege misstanden bij disputen. Moeten we al die ontgroeningen niet gewoon lekker verbieden?
‘Dat lijkt me geen goed idee, een goede ontgroening heeft juist positieve functies. In een tijd waarin het volgens onderzoek steeds slechter gaat met het mentale welzijn van studenten kan een zorgvuldig vormgegeven inwijdingsritueel voor een verbindend gevoel zorgen. Het gevoel dat je ergens bij hoort. Precies waar jongeren naar snakken als ze van scholier jongvolwassen worden.’
‘Ontgroeningen moeten alleen niet gebaseerd zijn op vernederingen, maar op het bijbrengen van bepaalde waarden. Ik heb op mijn zeventiende ook een vorm van ontgroening gehad bij de opleiding van de marine die ik deed nog voor mijn studie. We moesten met onze lichting een ketting van 500 kilo over kilometers strand sjouwen. Dan kom je jezelf tegen, dan vallen je maskers af en je kweekt binnen no time een band. Studentenontgroeningen zouden een soort Wie is de Mol? moeten zijn: opdrachten voltooien die een combinatie zijn van nadenken, creativiteit en fysieke tests. Grappig, soms serieus, en uiteindelijk zorgend voor groei.’
In 2023, twee jaar na de schandalen bij het ASC, werd dispuut Ares van het Amsterdamse Lanx geschorst omdat ze opdrachten aan nieuwe leden hadden meegegeven als ‘neuk een vluchteling’. Zulke ontgroeningen als jij omschrijft dat lukt studenten dus gewoon niet?
‘Ook studentenverenigingen doen het over het algemeen goed. Denk daarnaast aan ontgroeningen bij defensie, scouting, sport of zelfs de zakenwereld. Over 99 procent van de ontgroeningen hoor je niks. Het is die ene procent die misgaat, maar die komt wel in de media.’
‘Samen een absurdistisch toneelstuk maken, fysieke ontberingen aangaan of moeilijke stellingen verdedigen; daaruit bestaan genoeg ontgroeningen. Bij zulke beproevingen leer je elkaar en hopelijk jezelf echt kennen.’
‘Toch moet ik toegeven: sommige verenigingen zijn niet meer te redden. Zo’n Thalia mogelijk of bijvoorbeeld het Belgische Reuzegom – waar bij een ontgroening in 2018 Sanda Dia omkwam – die moet je gewoon opheffen. De cultuur is te giftig, te ver heen. Soms moet je preventief ingrijpen, zoals het ASC nu heeft gedaan bij Thalia. Dat vind ik moedig. Maar hele verenigingen waar het vaker mis is gegaan zoals Vindicat of het ASC, met duizenden leden en een sterk old boys network, daarbij moet je niet de illusie hebben dat je die kan ontbinden. Dus zul je van binnen uit moeten veranderen. Dan denk ik aan een systeem waar ouderejaars – echt generaties ouder - als rolmodel fungeren en zij een oogje in het zeil houden.’
Is dat controleren niet een illusie? Uit recent onderzoek van NRC bleek dat de incidenten zich steeds meer verplaatsen achter de gesloten deuren van dispuutshuizen.
‘Klopt, je ziet dat door toegenomen toezicht tijdens algemene ontgroeningen het verschijnsel zich steeds meer verplaatst achter gesloten deuren. Je kunt ook niet alles reguleren. Externe druk kan zelfs ontgroeningen verharden, vanuit een soort zelfbehoud. Dus moet je andere methoden zoeken om een ontgroening veilig te houden.’
‘Een goede manier is om altijd twee jaar lang in een ontgroeningscommissie moeten zitten, waarbij de helft steeds wisselt. Daarmee wordt ervaring weer doorgeven aan de volgende generatie in die commissie. En zulke jongens kunnen ook beter de jongere leden in de gaten houden, die misschien wat eerder over de schreef zouden gaan. Ook is het slim om totdat de cultuur is veranderd tweedejaars niet te laten deelnemen aan de ontgroening, omdat zij vaak wraakgevoelens hebben van hun eigen tijd.’
In 2022 kwam het Amsterdamse corps ook in opspraak omdat leden tijdens een diner vrouwonvriendelijke speeches hadden gehouden, waarbij vrouwen onder meer ‘sperma-emmers’ en ‘hoeren’ werden genoemd. Heeft zo’n seksistische cultuur te maken met ontgroeningen?
‘Absoluut, want in ontgroeningen wordt het zaadje gelegd voor de rest van het lidmaatschap. Bij het Utrechtse corps leerden ontgroeningscommissies aan nieuwe leden liedjes over dat mannen “op hertjes (een bestempeling voor vrouwen, red.) moeten jagen”, terwijl vrouwen nummers instudeerden als “hak die lul eraf”. Dat werkt het stereotype in de hand dat mannen moeten aanvallen en vrouwen zich daar maar tegen moeten verdedigen.
‘Terwijl je juist ook in een ontgroening vanaf het begin al kan duidelijk maken dat je respectvol met elkaar omgaat en grenzen bewaakt moeten worden. Zo wordt een goede ontgroening juist de oplossing voor de in een eerdere ontgroening ontspoorde cultuur.’
Bij het ASC kwamen in 2016 drie studenten in het ziekenhuis na het moeten slapen tussen afval, in 2019 raakten twee nieuwe leden onderkoeld en in 2021 ging het na beloofde verbetering dus weer mis. Is een cultuuromslag nog wel mogelijk?
‘Zeker, dat bewijst bijvoorbeeld de Leidse vereniging Augustinus, die met externe trainingen over onder andere seksuele intimidatie hun cultuur veranderen. In mijn boek heb ik een aantal gouden regels voor een goede ontgroening die zo’n verkeerde cultuur kunnen doen veranderen. Tradities mogen bijvoorbeeld alleen behouden worden als er een hoger doel is, niet ‘omdat het altijd zo was’. Fysieke en mentale grenzen moeten worden gerespecteerd: aspirant-leden moeten zonder gevolgen kunnen stoppen met een onderdeel.’
‘Ook moet er vooraf een draaiboek zijn, waaruit duidelijk wordt wat precies het doel is van elk gedeelte. Het is prima om iemand nederigheid te leren, koude pap te laten eten of jumping jacks te laten doen. Zolang het proportioneel is en gericht op de groep, kan er veel. Als het idee maar duidelijk is.
Jij hebt een maand geleden een zoontje gekregen. Zou je hem over achttien jaar nog adviseren zo’n ontgroening te doorlopen?
‘Ik zou een plek met ontgroening honderd procent zeker aan mijn zoon aanraden, bij defensie, scouting of een studentenclub. Een ontgroening kan een geweldige leerschool zijn. Je leert om te speechen, dingen organiseren en dat de wereld niet alleen maar om jou draait. Maar ik zou wel samen stilstaan bij de cultuur van de vereniging waar hij bij zou willen, en of die de moeite waard is.’
‘Rituelen zullen altijd blijven bestaan en bij ontgroeningen is dat niet anders. Zolang als er studenten bestaan, bestaan er ontgroeningen. We kunnen ze dus maar beter leren hoe met wijsheid te ontgroenen.’