De UvA heeft dinsdag een ethisch kader gepubliceerd waaraan UvA-medewerkers voortaan alle samenwerkingen met derden moeten toetsen. Dat kader ontwikkelde de universiteit naar aanleiding van de pro-Palestinademonstraties van vorig jaar en ziet toe op banden met partijen in oorlogsgebied.
De UvA vereist met een nieuw ethisch kader, ‘Richtlijnen voor externe samenwerkingen’, dat UvA-medewerkers zelf nieuwe samenwerkingen toetsen. Het nieuwe kader ziet in tegenstelling tot eerdere ethische kaders van de UvA ook toe op samenwerkingen in conflictgebieden.
De medewerker dient bij elke nieuwe samenwerking met een externe partij eerst zelf de richtlijnen uit het kader te raadplegen. Vervolgens moet ook zijn decaan dat doen. Als zij de samenwerking aan de hand van de richtlijnen risicovol inschatten, dienen ze ook de onafhankelijke adviescommissie Samenwerken met derden te raadplegen. Na het advies van die commissie beslist de decaan of een lid van het College van Bestuur (CvB) uiteindelijk of de samenwerking kan doorgaan.
‘Bijdragen aan mensenrechtenschendingen’
Het nieuwe ethisch kader ‘Richtlijnen voor externe samenwerkingen’, waar UvA-medewerkers aan moeten toetsen, is al in de maak sinds de pro-Palestinademonstraties van mei 2024. Toen eisten demonstranten meer duidelijkheid rondom samenwerkingen met Israël. Vandaar dat de UvA nu - na ruim een jaar - dit ethisch kader brengt, dat dus voor het eerst ook toeziet op samenwerkingen in oorlogsgebieden. Het nieuwe kader toetst ook samenwerkingen die mogelijk ‘onbedoeld bijdragen aan grove mensenrechtenschendingen’.
In maart raadpleegde het CvB voor samenwerkingen met de Hebrew University, Hongaarse instellingen en de China Scholarship Council nog de adviescommissie Samenwerken met derden. Deze commissie van experts toetste wel al aan hetzelfde kader ‘Richtlijnen voor externe samenwerkingen’. Dat was alleen toen nog niet openbaar voor medewerkers om aan te toetsen.
Tel Aviv University
Na het advies van de commissie Samenwerken met derden besloot de UvA in maart dit jaar de uitwisseling met de Hebrew University niet te verlengen. Daarnaast bekijkt de adviescommissie Samenwerken met derden sinds mei 2025 de samenwerking met de Tel Aviv University. Naar aanleiding van de Roeterseilandcampusbezetting in juni 2025, zegde rector Peter-Paul Verbeek toe dit proces te versnellen.
Ook besloot de UvA toen geen nieuwe samenwerkingen met Israëlische instellingen binnen het Horizon Europe Project meer aan te gaan. Het grootste deel van de nog huidige banden bestaat uit de nog lopende projecten via Horizon Europe. De Centrale Studentenraad (CSR) en de Centrale Ondernemingssraad (COR) adviseerden in mei 2025 ook al banden met Israëlische instellingen op te schorten.
In december 2024 lag er al een conceptrichtlijn. Die kwam zeven maanden na de grootschalige bezettingen van de Roeterseilandcampus en het Binnengasthuisterrein in mei 2024. Na beoordeling van de CSR en de COR ligt er nu uiteindelijk een volledige ‘richtlijn’, zoals de UvA het kader zelf noemt. Die richtlijn kan volgens de UvA in de toekomst nog wel bijgesteld worden.
Fossiele sector
Het nieuwe ethisch kader waaraan medewerkers moeten toetsen geldt ook ten aanzien van samenwerkingen ‘met ernstige en onomkeerbare schade aan het milieu’. In 2023 zegde de UvA al toe geen nieuwe samenwerkingen meer aan te gaan met bedrijven uit de fossiele energiesector, tenzij deze aan strenge volwaarden voldoen.
Dit nieuwe kader stelt ten slotte dat ook bestaande samenwerkingen kunnen worden herzien. Naast Hebrew University beëindigde de UvA dit jaar ook samenwerkingen met enkele Hongaarse instellingen en werd het samenwerkingscontract met de China Scholarship Council gewijzigd. Dat deed de universiteit na beoordeling van de adviescommissie Samenwerking met derden. De UvA heeft nog niet besloten tot de herziening van bepaalde, lopende samenwerkingen aan de hand van het nieuwe kader.