UvA-begroting 2026: opnieuw dreigen rode cijfers
De begrotingscyclus van de UvA voor het komende kalenderjaar is al weer begonnen en dat betekent dat faculteiten en diensten aan de slag moeten met hun begroting voor volgend jaar. Verschillende faculteiten staan vooralsnog in het rood en moeten dus op zoek naar geld om hun begroting sluitend te krijgen.
Nog net voor zijn vertrek heeft vicevoorzitter Jan Lintsen de zogenaamde Kaderbrief kunnen afronden. Hierin staan de ‘voorberekeningen’ die de UvA aan alle diensten en faculteiten verstrekt en waarmee zijn hun begroting voor het komende kalenderjaar kunnen opstellen. Daaruit blijkt dat vier faculteiten volgende jaar rode cijfers schrijven als zij niet meer inkomsten weten te genereren of snijden in de kosten. Het gaat om de faculteiten geesteswetenschappen (FGw), rechten (FdR), bèta (FNWI) en maatschappij & gedrag (FMG).
In het bijzonder FGw en FNWI staan in 2026 voor flinke tekorten, respectievelijk 3,0 miljoen en 4,2 miljoen. Gezamenlijk hebben de zeven faculteiten volgend jaar een tekort van 11 miljoen, inclusief 2,6 miljoen die nog niet is verdeeld. Ook in de jaren 2027 en 2028 vertonen de gezamenlijke faculteiten nog flinke tekorten: 12,6 miljoen in 2027 en 11,0 miljoen in 2028. Voor zowel de faculteiten als de diensten en de bestuursstaf geldt overigens dat er volgend jaar ‘geen extra ruimte’ is reserves in te zetten om de begroting in evenwicht te brengen. Na 2026 is er ‘wel ruimte’ voor de inzet van reserves.
Tussenjaar
Het jaar 2026 wordt door de UvA gezien als ‘tussenjaar’, op weg naar de bezuinigingen waarvan de effecten vooral vanaf 2027 voelbaar worden. Daarnaast treedt in 2027 ook een nieuw strategische Instellingsplan in werking, dat momenteel al in ontwikkeling is. De val van het kabinet is (nog) niet in de Kaderbrief opgenomen, maar de UvA gaat ervan uit dat vanaf 2027 ‘nieuwe bezuinigingen’ kunnen leiden tot een krimpende begroting. Het gaat dan vooral om de Wet internationalisering in balans (Wib), die de UvA ‘tientallen miljoenen euro’s’ kan kosten aan inkomsten. Gezien de demissionaire status van het kabinet is het zeer de vraag of die wet er nog komt. Volgende week stemt de Kamer over de onderwerpen die controversieel zullen worden verklaard; de kans is aanwezig dat ook de Wib zo wordt aangemerkt en dan zal er voor de verkiezingen van 29 oktober geen stemming meer over plaatsvinden.
Driehonderd euro
De UvA gaat ervan uit dat de salarissen per 1 juli 2025 met drie procent omhoog gaan. Zekerheid daarover is er nog niet; de bonden hebben in elk geval ingezet op 7 procent. Eind deze maand zal daarover duidelijkheid bestaan. Voor volgend jaar gaat de UvA ervan uit dat de salarissen op 1 juli 2026 nog eens met 4 procent stijgen.
Wat de huisvestingskosten betreft: er komt naar alle waarschijnlijkheid een andere strategische afweging rond het Huisvestingsplan. De UvA verwacht de komende jaren minder vraag te krijgen naar huisvesting, onder meer doordat er minder internationale studenten komen, maar ook door het hybride (thuis)werken. Om de huurinkomsten toch op peil te houden en te voorkomen dat afdelingen goedkoper buiten de UvA gaan huren, wordt de interne huurprijsprijs (de huurprijs die afdelingen moeten betalen aan de UvA) vanaf 2027 bevroren op 300 euro per vierkante meter.
Tien miljoen
De Centrale Studentenraad en de Centrale Ondernemingsraad hebben gezamenlijk instemming op ‘de hoofdlijnen’ van de begroting. Daarover stemmen zij gezamenlijk in de zogenoemde Gezamenlijke Vergadering (GV). De behandeling van de begroting door de GV duurt geregeld veel langer dan gepland, omdat het begrip ‘hoofdlijnen’ (te) ruim wordt geïnterpreteerd, waardoor de hele instemming zo lang duurt, dat het nieuwe begrotingsjaar al is begonnen, zoals vorig jaar gebeurde.
Bij een evaluatie door de GV en de UvA van het instemmingsproces is nader vastgesteld dat het bij de hoofdlijnen gaat om wijzigingen in de toewijzing van middelen (het zogenoemde allocatiemodel), financiële ruimte voor strategische beleid en grote investeringen. Criterium is dat een begrotingspost minimaal tien miljoen moet bedragen om tot de hoofdlijnen van de begroting te behoren. Bedoeling is dat de begroting in oktober kan worden voorgelegd aan de GV, waarna de Raad van Toezicht rond Kerstmis de begroting kan goedkeuren.
