Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Vertrekkende vicevoorzitter CvB Jan Lintsen.
Foto: Sander Nieuwenhuys (UvA)
actueel

UvA neemt afscheid van een geduldig rekenmeester

Dirk Wolthekker Dirk Wolthekker,
gisteren - 08:00

Na acht jaar neemt vicevoorzitter Jan Lintsen deze week afscheid van de UvA. Hij verlaat zijn werkkamer op de Roeterseilandcampus in een roerige tijd, maar denkt ook terug aan wat er is bereikt. ‘De nieuwe UB is een icoon voor de UvA en de stad.’

Jan Lintsen zit er best relaxed bij op een zonnige middag in zijn werkkamer op de zesde verdieping van de Roeterseilandcampus. Hij heeft het altijd ‘een hele aantrekkelijke werkplek’, gevonden: uitzicht over de campus, naar eigen zeggen ‘fijne collega’s’ en overal studenten. Maar na bijna acht jaar was het tijd voor iets nieuws en dat werd het lucht- en ruimtevaartonderzoek: vanaf volgende week is hij financiële topman van het Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum.

 

U zou aanvankelijk pas per 1 september vertrekken en nog net de voorbereiding voor het nieuwe UvA-begrotingsjaar, de zogenoemde Kaderbrief, meemaken. Maar met de grote bezuinigingen voor de boeg bent u vast blij eerder te vertrekken.

‘Blij is het woord niet, maar ik heb wel zin om te vertrekken. Ik ben de afgelopen jaren echt ondergedompeld geweest in de UvA en dat is heel goed bevallen. De UvA is een heel dynamische werkomgeving met veel aardige mensen, coöperatief maar ook kritisch. Dat is een goed bewaard geheim: de UvA is lang niet zo’n slangenkuil als door sommigen wel eens wordt beweerd.’

 

‘Wat de Kaderbrief betreft: daar heb ik me nog mee kunnen bemoeien: het raamwerk voor de begroting van volgend jaar is klaar en vastgesteld en kan ter instemming op hoofdlijnen naar de formele medezeggenschap en andere participatieplatformen binnen de UvA. Ik verwacht daar eigenlijk geen grote problemen mee. Vorig jaar ging dat erg lastig omdat met name de centrale studentenraad onderwerpen aan de inspraak toevoegde die weliswaar belangrijk waren maar weinig met de financiën te maken hadden. Daar hebben we dit jaar goede afspraken over gemaakt, dus ik denk dat de inspraakcyclus goed afloopt.’

 

Hoe ziet u de UvA-financiën voor zich in de naaste toekomst?

‘Ondank alle bezuinigingen die er op het hoger onderwijs afkomen denk ik dat de UvA-begroting voor 2026 op orde. De onzekerheid zit daarna. Diensten en faculteiten moeten daarom plannen maken: kosten omlaag waar het kan en kijken waar de inkomsten omhoog kunnen. Het instellingscollegegeld gaat bijvoorbeeld – afhankelijk van de faculteit – verder omhoog. En minder externe bureaus en consultants inhuren, minder vierkante meters kantoorruimte afnemen en logistieke werkprocessen harmoniseren.’

 

En na 2026?

‘Laten we zeggen: de periode 2026|2028 komen we nog goed door, maar daarna gaat het lastig worden als het aantal internationals door wetgeving echt omlaag zou gaan – en dan moet je denken aan mogelijk acht- tot tienduizend studenten minder dan we nu hebben. Dat zou grote financiële consequenties hebben en daar moet je nu op anticiperen, nu de juiste maatregelen nemen, de tering naar de nering zetten, zodat je reorganisaties kan voorkomen. Daarom is het goed dat de UvA nu al scherper op de kosten gaat letten.’

 

U bent van huis uit bedrijfskundige, maar was lang verbonden aan het hoger onderwijs, eerder bijvoorbeeld aan de Haagse Hogeschool. Wat trok u zo aan het (hoger) onderwijs?

‘Onderwijs is het belangrijkste wat je kunt doen om vooruit te komen. Het is een bijzondere manier om met de toekomst om te gaan, jonge mensen die mogelijkheden bieden. En ik voel mij thuis in de wereld van het onderzoek, de wetenschappers, de mensen die hier rondlopen, die bijdragen aan doorbraken. We willen allemaal een duurzamer, veiliger wereld. Ik heb het altijd heel leuk gevonden om de randvoorwaarden te scheppen om dat mogelijk te maken.’

 

Voor iedereen die ermee te maken had gaf u jaarlijks toegankelijke colleges over de UvA-begroting. Al die wetenschappers hadden moeite met het maken of begrijpen van hun afdelingsbegrotingen?

‘Nou, dat geloof ik niet, maar het is altijd goed om een jaarlijks terugkerende exercitie zoals de UvA-begroting toe te lichten, de actuele thema’s ervan te belichten en mensen de gelegenheid te geven vragen te stellen. Het is een hoop papier, maar er zijn geen grote technische of financiële moeilijkheden verbonden aan het maken van de begroting. In zekere zin gaat het met de UvA-begroting net als met de Troonrede: zij komt jaarlijks terug.’ Lachend:  ‘Al zit er nog net geen bede in.’

‘De nieuwe UB is een dynamisch project geweest met veel betrokkenen en tegenvallers. Alleen al de kosten, aanvankelijk begroot op 68 miljoen, maar nu uitkomend op 140 miljoen’

De nieuwe UB is ongetwijfeld het lastigste (huisvestings)project geweest, al was het maar vanwege de oplopende kosten. Zie ik dat goed?

‘De nieuwe UB in het Universiteitskwartier gaat een icoon voor de UvA en de stad worden. Toen ik naar de UvA kwam was tot de bouw besloten en in die zin sprong ik dus op een rijdende trein. Het is een tamelijk dynamisch project geweest met heel veel betrokken en ook tegenvallers. Alleen al de kosten, aanvankelijk begroot op 68 miljoen, maar nu uitkomend op 140 miljoen, onder meer veroorzaakt door het feit dat het pand in veel slechtere staat bleek dan we voor de restauratie dachten. Het hele pand hebben we in een stalen “skelet” moeten verpakken.’

 

Maar toch is het de moeite waard geweest?

‘Zeker. Met nieuwbouw waren we uiteindelijk allemaal ongelukkig geweest, de restauratie van de oude ziekenhuispanden is echt de mooiste en beste oplossing. Hoe duur het project ook is geworden, het gaat het hart van de UvA in de binnenstad worden, een ontmoetingsplek, een plek om te studeren en het zal ook een belangrijke rol krijgen bij het gebruik van AI. Het is ook een leerproject geweest, waar we veel aan kunnen hebben bij toekomstige verbouwingsprojecten, zoals de Oudemanhuispoort.’

 

Studenten willen hun bibliotheek in het PC Hoofthuis houden.

‘Alle functies die de huidige bibliotheek in de Spuistraat heeft, zullen ook beschikbaar zijn op de nieuwe locatie. Ik denk dat mensen daaraan snel zullen wennen. Overigens hebben we het PC Hoofthuis nog enige jaren nodig voordat het wordt verhuurd of verkocht. Dus voorlopig zullen studenten er nog kunnen komen.’

‘Eerdere bezettingen hadden toch een speels karakter, maar nu was er echt geweld, waar wij als UvA-bestuur vaak machteloos tegenover stonden’

Het laatste jaar van uw UvA-loopbaan werd gekenmerkt door stakingen, bezettingen en geweld. Hoe hebt u dat ervaren?

‘Als heel naar. Eigenlijk het naarste wat ik in mijn carrière heb meegemaakt. Er is ook een kloof zichtbaar geworden binnen de UvA, mensen zijn boos op elkaar. Eerdere bezettingen hadden toch een speels karakter, maar nu was er echt geweld, waar wij als UvA-bestuur vaak machteloos tegenover stonden. Dat er spanningen waren zagen en hoorden we. Aanvankelijk hebben we geprobeerd die spanningen te kanaliseren, maar dat het op deze manier en in deze omvang zou escaleren hadden we niet verwacht.’

 

Studenten (en medewerkers) blijven eisen dat de UvA alle banden met Israël (ook niet-universitaire) verbreekt. Waarom is dat (nog) niet gebeurd?

‘Dit is een nationaal en Europees vraagstuk, dat ook op dat niveau moet worden geadresseerd. Ik denk niet dat we hele landen moeten cancelen en afwijzen. Als we hele landen de maat gaan nemen moeten we ook kijken wat er in China en momenteel in Amerika gebeurt. Dan komen we nergens meer. We zouden veel meer moeten kijken naar de manier waarop we de discussie over de fossiele industrie hebben gevoerd, namelijk door te kijken naar de ethische aspecten van individuele projecten. Omdat we dat hebben gedaan, waren we in staat om elkaar op inhoudelijke gronden te begrijpen. Dat lukt rondom Israël en Gaza niet, waardoor dat steeds een open zenuw blijft en ik vrees dat dit zo blijft zolang de oorlogshandelingen daar doorgaan.’

 

De studentenmedezeggenschap wordt ondertussen wel steeds activistischer.

‘Als dat de keus van studenten is zullen we dat uiteraard accepteren. We hebben het afgelopen jaar trouwens best constructieve gesprekken gevoerd met hen, over de financiële plannen van de UvA bijvoorbeeld. De studentenraadsverkiezingen zijn ook goed verlopen, met een hogere opkomst dan voorgaande jaren. Misschien hebben we het ook beter aangepakt door docenten te vragen in de colleges aandacht te schenken aan de verkiezingen en door voor elke uitgebrachte stem een euro te doneren aan Artsen zonder grenzen. Ook hebben we overeenstemming bereikt over een langdurig discussiepunt: het gratis verstrekken van menstruatieproducten. Op korte termijn komt in elk UvA-gebouw een gratis dispenser bij het meest gebruikte toiletblok van elk gebouw.’

 

Waar kijkt u het liefst op terug en waaraan wil u niet meer herinnerd worden?

‘Ik wil niet meer herinnerd worden aan de rellen van vorig jaar. Dat was echt niet fijn. Waar ik graag aan herinnerd wil worden en ook trots op ben is de logistieke vooruitgang die de UvA heeft geboekt in het onderwijs. Dat gaat over de vindbaarheid van je rooster, het boeken van zalen, het aanmelden voor vakken. Toen ik hier kwam werkte elke faculteit op haar eigen manier, je inschrijven voor minoren was een ramp, een soort Lowlands voorverkoop waarbij alle studenten om 8uur ’s ochtends in de stress met twee laptops klaar zaten, de organisatie van tentamens was heel inefficiënt met steeds wisselende afstand tussen tafels en stoelen in tentamenzalen, het reserveringssysteem was vaak overbelast met veel stress, overwerk en ontevredenheid tot gevolg. We hebben – zonder te centraliseren maar door goed samen te werken – vrij ict-achtige ingrepen gedaan die voor alle faculteiten bruikbaar bleken én heel goed werken. Daar ben ik echt heel trots op.’

 

U wordt opgevolgd door PwC-accountant Richard Goldstein. Welke wijze raad geeft u hem mee?

‘Neem de tijd die nodig is om de UvA te veranderen. Ga niet te snel, anders organiseer je je eigen weerstand. Je hebt nog een beetje tijd voordat de echte bezuinigingen eraan komen en effect hebben. Neem die tijd, Richard.’

 

website loading