UvA moet banden Israëlische instellingen direct opschorten, stellen CSR en COR
Alle samenwerkingen met Israëlische instellingen moeten onmiddellijk worden opgeschort, stelt de Gezamenlijke Vergadering (GV) van de COR en CSR in een brief aan de UvA. Die medezeggenschapsraad wil ook dat de UvA elke samenwerking met Israëlische instellingen beoordeeld voor eventuele gehele opheffing.
De UvA moet per direct alle lopende samenwerkingen met Israëlische instellingen opschorten. Dat stelt de Gezamenlijke Vergadering (GV) van Centrale Ondermingsraad (COR) en Centrale Studentenraad (CSR). Volgens de GV moet het UvA-bestuur nu acteren, omdat er ook buiten de UvA steeds meer expliciet stelling wordt genomen ‘over de genocide in Gaza’.
Dit betekent ook dat alle samenwerkingen – niet alleen die met de Hebrew University - met Israëlische universiteiten zo snel mogelijk zouden moeten worden beoordeeld voor gehele stopzetting. Dat moet volgens de GV gebeuren door de Adviescommissie Samenwerking met Derden van de UvA.
De GV is daarnaast flink kritisch op de berichtgeving van de UvA over de al gestopte samenwerking met Hebrew University. De Adviescommissie Samenwerking met Derden concludeerde dat de Israëlische universiteit betrokken was bij ‘grote en stelselmatige mensenrechtenschendingen.’ De UvA stelde 13 maart dat de samenwerking ‘in de huidige vorm of zonder risicodempende maatregelen’ niet wordt voortgezet. De GV vindt dat deze samenwerking überhaupt niet moet worden hervat, ongeacht vorm of mate van risicodempende maatregelen.
Maagdenhuisbezetting
De GV beklaagt zich in de brief ook over ‘het uitblijven van een transparant dialoog over wat de UvA doet in relatie tot de humanitaire catastrofe in Gaza.’ Dat zou onder meer de oorzaak zijn geweest van de Maagdenhuisbezetting door pro-Palestinademonstranten op 14 april.
De GV is een regelmatig bijeenkomende vergadering van de CSR en de COR. De GV heeft adviesrecht of instemmingsrecht op veel beslissingen van het UvA-bestuur, zols bijvoorbeeld de UvA-begroting en de huisregels. Vorig jaar bijvoorbeeld hield de GV instemming op de hoofdlijnen van de begroting tegen onder meer in verband met het door de UvA gevoerde beleid rond de bezettingen en demonstraties.
Na die bezetting zijn volgens de GV door het UvA-bestuur nog steeds ‘geen stappen gezet’ om een constructief gesprek te hebben binnen de universiteit over de samenwerkingen met Israëlische instellingen. Bovendien worden wetenschappers die zich uitspreken over Gaza, bijvoorbeeld in de media, niet genoeg geraadpleegd door de UvA zelf, aldus de GV.
De Adviescommissie Samenwerking met Derden werd opgericht na de bezettingen van de UvA in mei. Daarbij eiste pro-Palestinademonstranten de algehele stopzetting van samenwerking met Israëlische instellingen. De UvA liet de daarna opgerichte adviescommisie echter maar één Israëlische – en een Hongaarse en Chinese - samenwerking toetsen: de Hebrew University. Advies daarover verscheen bijna een jaar na dat de demonstranten het Binnengasthuisterrein op 7 en 8 mei hadden bezet. Volgens de COR, onderdeel van de GV, moet het hele toetsingskader waarmee dit advies gegeven is ‘concreter worden geformuleerd.’ Met de huidige impasse, aldus de GV, zullen protesten en onrust namelijk aanblijven.
Het UvA-bestuur had nog geen tijd om op de brief te reageren, laat een woordvoerder weten.
