De universiteit reserveerde een half jaar geleden drie miljoen extra boven op de circa tien miljoen euro investering voor een ‘klimaatadaptieve’ en ‘natuurinclusieve campus’. Maar plannen om de campus groener te maken, komen maar moeizaam tot uitvoering.
Op warme dagen kan de gevoelstemperatuur bij de ABC-ingang van Roeterseilandcampus oplopen tot 46 graden, en hevige regenval kan zorgen voor langdurige wateroverlast op veel delen van Science Park, blijkt uit risicokaarten.
Door klimaatverandering krijgen we in de toekomst steeds vaker te maken met zowel extreme hitte als hevige regenval. Reden waarom ook de UvA tussen 2023 en 2033 dertien miljoen euro heeft gereserveerd om de campussen bestand te maken tegen de gevolgen van klimaatverandering. Dat houdt in, minder verharding en meer groen dat dieper wortelt, water vasthoudt en verkoeling brengt.
Maar wie over de UvA-campussen loopt ziet daar nog weinig van. Roos van Maanen, directeur van Amsterdam Green Campus, een stichting die zich inzet voor groene stedelijke ontwikkeling, vindt zelfs dat de UvA ‘achterloopt’ op de rest van Amsterdam als het gaat om een natuurinclusief zijn. ‘We zijn vrij laat met vergroenen als je kijkt naar de rest van de stad. Het narcisje op de campus is eigenlijk best karig in vergelijking met wat er mogelijk is.’
Hoe kan het dat een universiteit die vol zit met groene ideeën, er niet in slaagt voorop te lopen in vergroening?
Tien procent minder bestrating
In haar eigen beleidsplan noemt de UvA drie uitgangspunten: ‘Campussen zijn klimaatadaptief, natuurinclusief, en proeftuinen voor onderwijs en onderzoek naar water(kwaliteit) en biodiversiteit.’ Ook sluit de UvA zich aan bij de ambitie van gemeente Amsterdam om in 2050 zo goed mogelijk voorbereid te zijn op het veranderende klimaat door tien procent van de totale verharding te vergroenen.
Met dat laatste punt kan de UvA de hittestress en wateroverlast op de campus tegengaan. ‘Veel van de ondergrond op de campus is verhard, waardoor het heter wordt en water niet kan wegzakken,’ legt Jannes Willems, universitair docent planologie, uit. Een oplossing is om de ‘sponswerking’ van de bodem te vergroten: ‘Door bijvoorbeeld meer groene veldjes te planten of waterdoorlatende tegels te gebruiken, kan regenwater de grond in sijpelen en verminderen we wateroverlast. Tegelijkertijd werkt dit verkoelend in de stad, omdat het grondwater verdampt op warme dagen en de temperatuur weer omlaag brengt.’
In het herontwerp van Roeterseilandcampus in 2017 hadden meer groene gedachtes meegenomen kunnen worden, aldus Willems. ‘Bijvoorbeeld door langs de kades of onder fietsenstallingen waterdoorlatende tegels te plaatsen, dat had makkelijk winst opgeleverd.’
Maar tot voor kort was er nog geen UvA-beleid op het thema om de campus te vergroenen en natuurinclusiever te maken. In navolging van doelstellingen op het gebied van een duurzame energievoorziening ging UvA-medewerker Femke Kamp hiermee aan de slag. In 2023 lukte het haar om het beleid vastgesteld te krijgen op de UvA. Maar de uitvoering laat nog op zich wachten. ‘Ik ben teleurgesteld hoe langzaam dit gaat.’
Weggeschoffeld en platgetrapt groen
Ten eerste werken de beleidsplannen niet altijd in de realiteit. Het beleidsplan rapporteert bijvoorbeeld dat het de verharding tegen wil gaan door meer grondgebonden groen aan te planten, en dan het liefst met inheemse soorten. De aanpak vanuit dit plan richt zich op meer groen, kwalitatief groen en ‘groen moet groen blijven’. Maar de geschiedenis leert Kamp dat dat laatste niet even makkelijk gaat. Nieuwe beplanting vraagt om kennis in het beheer. De UvA heeft een samenwerking met groenonderhoudsmedewerkers, die soms bij wijze van spreken het verschil tussen kruid en onkruid niet zien. Daardoor schoffelen ze onbedoeld aangeplant groen weg. Daarover zegt Kamp: ‘Als we nu al niet goed voor onze planten en bomen zorgen die er nu staan dan moeten we ook niet allerlei nieuwe dingen toevoegen. Dit besef is er, maar voor gebruikers op de campus niet zichtbaar.’
Ook is de UvA niet de beste plek om te vergroenen door de massa’s mensen die op de campus komen, volgens Kamp. ‘De universiteit trekt dagelijks een enorme hoeveelheid bezoekers, waardoor alles zo platgelopen wordt.’
Groen versus noodroutes en glazenwassers
Volgens Willems kunnen de tegels niet vervangen worden door groen vanwege de strijd om kostbare ruimte. ‘Op een drukke campus is elke vierkante meter al geclaimd voor gebouwen, infrastructuur of andere functies. Hierdoor wordt er soms niet voor vergroening gekozen boven andere belangen.’
Eén van deze belangen in de publieke ruimte is dat veiligheidsvoorschriften nageleefd worden. Willems wijst op Amsterdam CS als vergelijking, dat grotendeels een grijze vlakte blijft vanwege strenge veiligheidseisen. ‘Waarschijnlijk is dat bij de UvA ook het geval: sommige plekken kunnen simpelweg niet vergroend worden omdat er ruimte moet blijven voor noodroutes of andere veiligheidsvoorschriften. Bijvoorbeeld bij de ABC-ingang van Roeterseilandcampus, daar komen zo veel mensen dat er ook ruimte moet zijn voor noodroutes.’
Een andere manier om beter water af te voeren en biodiversiteit te vergroten is door verharde muren rond sloten en grachten te veranderen naar natuurlijke oevers, maar ook dat plan mislukt. Van Maanen zegt dat het praktisch onmogelijk is om de slootjes op Science Park natuurlijke oevers te geven. ‘De gebouwen staan te dicht op de slootjes en de glazenwassers moeten er nog langs kunnen rijden.’
Studenten, medewerkers en buurtbewoners
Ondanks dat deelname van studenten deel uitmaakt van het plan om de campus te vergroenen, worden ook deze plannen lastig gerealiseerd. Kamp werkt samen met studenten Placemaking, een onderwijsgroep waarbij studenten samenwerken met lokale partners aan projecten om de campus te vergroenen, zoals de binnentuin van gebouw JK. ‘Daar kwamen hele leuke voorstellen uit over meer en diverser groen, zoals Plan B(ee), dat studenten ontwikkeld hebben om bijvoorbeeld insectenhotels op daken te plaatsen. Helaas blijft het voor studenten lastig om verantwoordelijkheid aan te gaan voor een langere periode. Studenten gaan na een paar jaar weg en laten groene projecten onbeheerd achter waardoor bijvoorbeeld een aangeplante struik in een afvalstruik verandert.’
Van Maanen vraagt zich af waarom studenten van studievereniging Congo nooit iets voor elkaar hebben gekregen. ‘Als er iemand het Science Park zou moeten vergroenen, dan zouden zij dat moeten zijn,’ stelt ze. Wat de studenten precies zouden moeten vergroenen, blijft in het midden. Uiteindelijk gaat het Van Maanen erom dat studenten zich actief inzetten voor verandering. ‘Het is hun taak om richting UvA-beleid meer druk uit te oefenen. Congo moet er continu op blijven hameren dat er niemand bij de UvA is die knopen kan doorhakken. Studenten vormen de nieuwe generatie en kunnen echt verandering in gang zetten.’
Het bestuur van Congo reageert dat ze zelf ook graag zien dat de campus vergroent, maar dat de UvA hen onvoldoende betrekt in hun vergroeningsplannen. ‘Wij hebben op dit moment geen idee wat de plannen van de UvA zijn voor vergroening.’ Ze vinden het ‘als studievereniging lastig op organisatorisch niveau invloed uit te oefenen op de UvA.’ Wel vinden ze het ‘een gedeelde taak voor ons allemaal’ en doen hun ‘uiterste best’ om binnen hun eigen invloedssfeer zich bezig te houden met het klimaat, aldus het bestuur.
Het raakt het bestuur van Congo dat men meent dat Congo ‘nooit iets voor elkaar heeft gekregen’. Ze zeggen dat ze zich inzetten voor het klimaat omdat dat ze bijvoorbeeld een duurzaamheidswerkgroep hebben, uitsluitend vegetarisch eten, het gebruik van palmolie beperken en doneren aan het planten van bomen.
Ook kan de verantwoordelijkheid voor vergroening deels buiten de universiteit of haar studenten gelegd worden. Onderdeel van de aanpak vanuit het beleidsplan is dat naast medewerkers en studenten ook buurtbewoners stukjes groen op de UvA mogen beheren. Kamp: ‘We willen meer ruimte geven aan buurtbewoners, medewerkers en studenten met groene vingers voor groen op de campus. Wij zorgen dan dat de materialen er zijn zodat enthousiastelingen zelf aan de slag kunnen gaan. Zij hebben vaak de motivatie en de kennis die nodig is om het groen groen te houden.’
Verantwoordelijkheidskwestie
De versnipperde verantwoordelijkheid rondom de vergroening van de campus is ook een reden waarom de vergroeningsplannen moeilijk van de grond komen. Een deel van de Roeterseilandcampus ligt op grond van de gemeente Amsterdam, ‘die zelf al moeite heeft met het onderhouden van groen in de stad,’ aldus Kamp. Dit gedeelde eigenaarschap leidt tot bureaucratische obstakels en vertraagt de uitvoering van groene initiatieven, legt Kamp uit. ‘Bovendien centreert de gemeente haar groenbeleid voornamelijk in parken, waardoor stedelijke campussen zoals die van de UvA minder prioriteit krijgen.’
Op Science Park wordt de grond ook beheerd door meerdere eigenaren, wat de groene plannen in de weg staat. Van Maanen: ‘Delen van de grond zijn in handen van de gemeente Amsterdam, NWO en de UvA. Zij hebben de campus te lang laten liggen zoals die nu is. De uitvoering blijft hangen omdat er niet één iemand verantwoordelijkheid hoeft af te leggen voor het natuurinclusiever maken van de campus,’ volgens Van Maanen.
De oplossing zou zijn om iemand aan te wijzen die verantwoording moet afleggen binnen een organisatie, aldus Willems. ‘Facility Services heeft deze verantwoordelijkheid.’ Facility Services verzorgt het vastgoed, inclusief terreinen, van de UvA zodat studenten en medewerkers hun werk kunnen uitvoeren. De verantwoordelijke persoon zou structureel aandacht kunnen vragen voor vergroening en ervoor zorgen dat plannen niet blijven hangen in commissies en bureaucratische procedures.
Kamp sluit zich aan bij het feit dat Facility Services, die een deel van de dertien miljoen euro beheren om dit beleidsplan uit te voeren, een groenexpert nodig heeft. ‘Het is wenselijk dat de de vergroeningsplannen ook zichtbaar worden op de campus en dat het Facility Services lukt om dit te versnellen.’ Facility Services is gevraagd om een reactie maar het afdelingshoofd huisvesting UvA en HvA besloot af te zien van de geplande afspraak.