Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Kamerprijzen zijn vaak onbetaalbaar in Amsterdam.
Foto: Marc Kolle.
actueel

Studentenkamer onder de 600 euro? Praktisch onvindbaar in Amsterdam

Tijmen Hoes Tijmen Hoes,
10 maart 2025 - 08:00

Een studentenkamer voor onder de 600 euro is in Amsterdam vrijwel niet meer te vinden, zo blijkt uit een steekproef van Folia. Minikamertjes waar astronomische bedragen voor worden gevraagd lijken de normaalste zaak van de wereld te zijn geworden, maar hoe normaal moeten wij dit eigenlijk vinden?

Dat studenten in heel Nederland, maar ook zeker in Amsterdam, kampen met een nijpend woningtekort, mag geen verrassing heten. Maar hoe erg is het nu eigenlijk echt als kamerzoekende? Folia nam de proef op de som en ploos enkele advertenties uit.

 

Veel studenten die op zoek zijn naar een woning in Amsterdam komen vroeg of laat uit bij Facebook. In tal van Facebookgroepen worden dagelijks tientallen oproepen geplaatst van verwelkomende huisgenoten, anonieme verhuurders en wanhopige woningzoekers. Ter illustratie: een ledenaantal van boven de 100.000 is voor dit soort groepen geen zeldzaamheid.

 

Steekproef

Om wat inzicht te verkrijgen in het aanbod van potentiële kamers en studio’s voor studenten nam Folia een kleine steekproef. We keken naar 100 aangeboden woonruimtes, geplaatst in verschillende Facebookgroepen tussen 10 en 23 februari, een periode van twee weken dus. Daaruit bleek vooral: een studentenkamer voor minder dan 600 euro is nagenoeg onvindbaar. Slechts 8 van de 100 kamers werden voor minder dan 600 euro aangeboden.

 

Studenten die van plan zijn het ouderlijk huis te verlaten en hun geluk in Amsterdam te beproeven, moeten dus bereid zijn flink de portemonnee te trekken. Uit onze steekproef bleek een gemiddelde kamerprijs van 943 euro per maand. Dit komt vrijwel exact overeen met de cijfers van Kamernet uit 2024, die uitkwamen op een gemiddelde kamerprijs van 948 euro per maand. Ter vergelijking: in 2020 was de gemiddelde prijs voor een kamer in Amsterdam nog 668 euro per maand.

De cijfers op een rij

Kan de gemiddelde student zo’n bedrag wel ophoesten? Even wat cijfers op een rij: de basisbeurs voor een uitwonende student komt neer op 314 euro per maand. Dit betekent dat, alleen al om de gemiddelde kamerprijs in Amsterdam te kunnen betalen, een student naast de beurs nog 634 euro per maand moet zien te verdienen. Uitgaande van het minimumloon van 14,06 euro per uur, betekent dit dat een student naast zijn of haar studie ruim 45 uur per maand moet werken om de huur rond te krijgen: oftewel, meer dan 10 uur per week. Dit geldt trouwens alleen voor studenten van 21 jaar of ouder. Een 18-jarige student verdient per uur slechts 7,03 euro, en moet dus twee keer zo veel uren werken voor hetzelfde bedrag.

Om de gemiddelde huur en boodschappen te kunnen betalen zou een student die geen recht heeft op de basisbeurs naast de studie nog bijna 20 uur per week moeten werken.

Maar lang niet iedere student komt in aanmerking voor de basisbeurs, vooral de wat oudere studenten moeten het vaak zonder zien te rooien. Voor hen geldt dus dat zij die 314 euro zelf moeten verdienen, dat komt neer op 22 uur extra werk per maand. En dat terwijl de kosten van boodschappen de laatste jaren ook nog eens flink zijn gestegen. Volgens cijfers van het Nibud is een gemiddelde volwassene zo’n 8 euro per dag kwijt aan eten en drinken. Dat komt neer op zo’n 240 euro per maand, of anders gezegd: nog eens ruim 17 uur aan arbeid voor het minimumloon per maand. In 2020 betaalde een gemiddelde volwassene volgens het Nibud nog zo’n 134 euro per maand aan boodschappen.

 

Kunnen we dit wel van studenten verwachten? Voor de meeste bachelor- en masteropleidingen staat een studielast van rond de 40 uur per week. Om de gemiddelde huur en boodschappen te kunnen betalen zou een student die geen recht heeft op de basisbeurs daarnaast dus nog bijna 20 uur per week moeten werken. Alles tezamen komt dit neer op zeven dagen van 8,5 uur aan zowel studie als werk.

Teun Otte
Foto: Sara Kerklaan
Teun Otte

Belachelijk

Een belachelijke situatie, zo oordeelt de voorzitter van Studentenvakbond Asva Teun Otte. ‘Zelfs als studenten lenen worden ze door deze bizarre kosten geforceerd om naast hun voltijdstudie, of vaak onbetaalde stages, keihard te werken. Dan verbaast het niet dat zoveel studenten tegen een burn-out aanlopen of kampen met mentale klachten.’

 

Toch zijn er volgens Otte ook oplossingen: ‘De opties zijn talloos. Meer betaalbare studentenhuisvesting bouwen, de huurtoeslag verhogen en beschikbaar maken voor onzelfstandige kamers, de basisbeurs fors verhogen, verplichte en adequate stagevergoedingen, het verhogen van het minimumloon en het afschaffen van het jeugdloon. Toch zien we dat onze overheid pertinent weigert om studenten in ook maar enige vorm te helpen, waardoor studenten er onder het huidige kabinet nu al 113 euro per maand op achteruit gaan. Dit zorgt voor een onhoudbare situatie voor studenten.’

Op deze manier kan het werken de studie daarom in de weg gaan zitten
Marco Bontje
Foto: UvA
Marco Bontje

Niet normaal

Ook volgens Marco Bontje, stadsgeograaf aan de UvA, mogen we de huidige situatie niet als het nieuwe normaal gaan zien. ‘Het is de realiteit, want de markt is nu eenmaal zo, maar voor studenten is dit gewoon niet op te brengen. Dat geldt trouwens voor wel meer groepen, de woningmarkt als geheel is veel te duur geworden. Er wordt al jaren gesproken over mogelijke oplossingen, maar blijkbaar worden die vooralsnog niet gevonden.’

 

‘Voor een deel zal dat te maken hebben met de hoge inflatie,’ zegt Bontje, zoekend naar een verklaring, ‘maar als je kijkt naar het woonbeleid zijn er de afgelopen jaren ook gewoon te weinig betaalbare huurwoningen gebouwd. In Nederland en Amsterdam worden op dit moment blijkbaar andere keuzes gemaakt.’

 

Dat studenten naast hun studie een bijbaan hebben, is volgens de geograaf niet ongewoon. ‘Maar idealiter zou je willen dat ze het geld dat ze daarmee verdienen aan andere zaken kunnen uitgeven dan de huur. Dat lukt nu steeds minder door de hoge kamerprijzen. Op deze manier kan het werken de studie daarom in de weg gaan zitten.’

 

Op de korte termijn ziet Bontje de situatie niet verbeteren. ‘Dan zou het beleid radicaal moeten veranderen, dat is denk ik niet realistisch. We moeten hopen dat de markt zichzelf op de lange termijn herstelt. Als je structureel meer vraagt dan mensen kunnen betalen, dan komt er een moment dat niemand het meer kan ophoesten, dan zouden de prijzen toch omlaag moeten gaan.’

website loading