Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Perfectionisme een goede eigenschap? Verre van, zegt deze schrijver
Foto: Anton Maksimov
actueel

Perfectionisme een goede eigenschap? Verre van, zegt deze schrijver

Wessel Wierda Wessel Wierda,
31 januari 2025 - 13:30

Stress omdat je de lat voor jezelf voortdurend te hoog legt? En zorgt dat er voor dat je vaak niet eens aan een studieproject begint? Schrijver Kinge Siljee schreef een boek over en voor perfectionistische studenten en hoe studeren weer leuk kan worden. 

‘Perfectionisten lopen stuk op alle gebieden van het leven waarin ze naar perfectie streven.’ In haar nieuwe boek Je perfectionisme de baas, hoe je meer uit je studie haalt met minder moeite en stress rekent schrijfster Kinge Siljee af met de illusie dat perfectionisme grote voordelen biedt. Ja, voor de influencer op TikTok misschien, die er zijn verdienmodel van heeft gemaakt om mensen aan te spreken op hun onzekerheden. Maar voor de streber zelf: nee, allerminst. Wie de lat continu te hoog legt of überhaupt geen grens trekt, komt zichzelf hoe dan ook tegen en haalt juist minder uit zijn studie.

 

Beter is het om naar het optimum te streven, schrijft Siljee. Een punt waar je precies genoeg hebt gedaan, niet te veel, ook zeker niet te weinig. Simpel voorbeeld uit het boek: schilder je muur, zorgvuldig en secuur, maar werk niet vervolgens nog met een piepklein penseeltje alle onregelmatigheden weg. ‘Na je optimum neemt de meer-opbrengt van je inspanning sterk af.’

 

Het maakt haar boek breed toepasbaar, voor iedereen die geïnteresseerd is in de (eigen) menselijke psyche of productiviteitsvraagstukken. Maar Siljee heeft het boek vooral geschreven voor studenten – de doelgroep waar ze veel mee in aanraking komt, sinds ze eind 2011 Studiemeesters oprichtte, een private onderneming waarmee ze studenten studiebegeleiding biedt.

 

Schrijnend vindt ze het om te zien hoe slecht het vaak met hen gaat, hoe slecht de toegang tot de GGZ is, hoe weinig ondersteuning ze krijgen. De Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen 2024 wees onlangs uit dat ongeveer de helft van de Nederlanders tussen de 16 en 24 hun mentale gezondheid matig tot zeer slecht noemt. ‘Dat verbaast me niets,’ zegt Siljee. ‘Pas sinds corona is er meer aandacht gekomen voor welzijnsproblematiek onder jongvolwassenen. Daarvóór werd het meer gezien als een probleem dat enkel individuen trof en niet een hele groep.’ Nu wordt er wel over gepraat, ziet Siljee, maar wordt er nog te weinig aan gedaan.

 

Foto: Kinge Siljee

Wat gaf voor jou de doorslag om een boek te schrijven over perfectionisme?

‘Ik heb het voor studenten geschreven, omdat ik die doelgroep het beste ken. Maar het is een breder, maatschappelijk probleem. Wat mij opviel is dat ‘perfectionisme’ in het dagelijks taalgebruik eigenlijk gezien wordt als iets positiefs. Als een werkgever bijvoorbeeld hoort dat iemand perfectionistisch is, denkt zij vaak: ah top, die heeft oog voor details, die werkt zich helemaal over de kop voor mij. Kijk je op sociale media, dan lijkt het alsof perfectionisme een mooie, zuivere eigenschap is die ervoor zorgt dat je bijvoorbeeld supergespierd wordt of marathons kan rennen. Maar dat is in de praktijk helemaal niet zo. Perfectionisten draaien zich juist helemaal vast en ondervinden er alleen maar nadelen van.’

 

Hoe komt het dat de maatschappij zo is gaan denken over perfectionisme?

‘Dat heeft toch te maken met het beeld dat iemand pas een waardevol persoon is, als die veel produceert. Een beetje dat kijken naar de mens als een productiemiddel: hoe beter, groter en perfecter de output, hoe meer je intrinsieke waarde. Het interessante is dat perfectionisten helemaal niet zo naar anderen kijken, maar wel naar zichzelf. Ze denken niet: die ander heeft een 6, dus is minder waard. Maar gek genoeg denken ze dat wel bij zichzelf.’

 

Denk je dat perfectionisme voortkomt uit hoge verwachtingen van jezelf hebben of juist de verwachting dat anderen hoge verwachtingen van jou hebben?

‘Allebei. Ik maak in mijn boek onderscheid tussen twee soorten perfectionisten; de faalangstige en ambitieuze perfectionist. Tot het eerste type behoren mensen die om welke reden dan ook denken dat ze op een plek zitten die voor hen te hoog gegrepen is. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij mensen wier ouders niet gestudeerd hebben en die de stap wagen om zelf wel te gaan studeren. Die kunnen gaan denken: wat doe ik hier? Ambitieuze perfectionisten zijn vaak mensen die heel wat in hun mars hebben of hadden, maar om de een of andere reden verwachten dat ze ook alles eruit moeten halen wat erin zit. Zij verlangen meer van zichzelf dan redelijk is.’

 

Een treffend voorbeeld uit het boek vond ik de perfectionist die een feestje geeft en van tevoren het hele huis stoft en poetst, de beste muzieklijst samenstelt en het lekkerste eten en drinken bereidt en klaarzet. Maar vervolgens door alle stress totaal uitgeput is op het feestje en het daardoor helemaal niet meer gezellig heeft.

‘Ja, het helpt dan om te weten dat mensen niet komen voor de culinaire hoogstandjes, maar omdat ze het gezellig vinden. Dat is de essentie. En ben jij ooit naar een feestje gegaan om vervolgens eerst de plinten te gaan controleren…? Ha, dat denk ik niet. Iemand die daar mensen op beoordeelt, moet vooral bij zichzelf te rade gaan. Perfectionisme kan je dus heel erg tegenhouden in prioriteiten stellen, je geluk vinden en ergens van genieten.’

 

In een eerder interview heb je al eens gezegd dat je studenten weer wilt laten genieten van studeren.

‘Ja, dat is superbelangrijk. Natuurlijk heb je bij studeren ook weleens corvee, een vak dat je net minder leuk vindt of het opstellen van een bronnenlijst. Dat vindt niemand echt leuk. Maar de meeste mensen gaan toch wel studeren omdat iets hun interesse heeft. Ik heb zelf geschiedenis gestudeerd en daarna middeleeuwenkunde. Dat was een interdisciplinaire studie, dus toen ben ik echt all over the place gegaan. Ik volgde lessen over talen (Latijn, Engels, Frans), Vikingstudies, handschriftenkunde, archeologie, geschiedenis en zelfs over vergelijkende historische econometrie. Hele leuke dingen.’

 

‘Tegelijk is het zo dat ik in een tijd studeerde waarin je geen bindend studieadvies, numerus fixus of langstudeerboete had. Ik kon doen en laten wat ik wilde. Het is jammer dat studenten van nu niet meer onbevangen een studie in kunnen stappen. Want een studie “moeten, moeten, moeten” afmaken, dat creëert beslist geen studieplezier.’

 

Hoe zorg je er dan toch voor dat studenten plezier behouden of terugkrijgen in hun studie?

‘Ik probeer perspectief te geven en samen een plan te maken. Daarnaast is het zo dat je studie vanzelf leuker wordt als je samen kan discussiëren over de inhoud van je vak. Zo associeer je het niet alleen maar met nadelen en stress. Op het moment dat je dat doet, ben je er al van aan het genieten. Dat motiveert je intrinsiek en helpt je om betere cijfers te halen.’

website loading