Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Scheidend hoogleraar Michiel van Kempen.
Foto: Privéarchief Michiel van Kempen
actueel

Michiel van Kempen: ‘Ik was de laatste der bleekgezichten’

Dirk Wolthekker Dirk Wolthekker,
29 januari 2025 - 16:06

De cultuur van Suriname en de Nederlands-Caraïbische eilanden oriënteert zich in rap tempo in nieuwe richtingen, zegt bijzonder hoogleraar Nederlands-Caraïbische letteren Michiel van Kempen. Vrijdag houdt hij zijn afscheidsrede. ‘Zwarte studenten gaan liever naar de VU dan naar de UvA.’

Elke vijf jaar moest Michiel van Kempen de afgelopen achttien jaar opnieuw vechten om zijn bijzondere leerstoel Nederlands-Caraïbische letteren te behouden. Steeds werd de leerstoel bedreigd met opheffing omdat er geen geld was om het onderzoek – dat extern moet worden gefinancierd – in stand te houden. Maar het lukte: steeds waren er weer externe fondsen en particulieren bereid om geld in de leerstoel te steken zodat deze toch kon blijven bestaan. De UvA zag er al die jaren geen brood in om er een ‘gewone’, door de UvA betaalde leerstoel van te maken, dus moest Van Kempen zelf de boer op om financiers te vinden die er wél brood in zagen.’ Maar dat is nu voorbij: Michiel van Kempen (67) gaat met emeritaat en geeft komende vrijdag zijn afscheidscollege.

 

Hoe belangrijk was het eigenlijk dat deze leerstoel er in 2006 kwam?

‘Heel belangrijk natuurlijk. Er was tot die tijd eigenlijk nergens in Nederland een plek waar expliciet aandacht was voor de Nederlands-Caraïbische en Surinaamse letteren. Er was de leerstoel postkoloniale literatuur van Bert Paasman, maar toen die met emeritaat ging, werd de leerstoel opgesplitst in een leerstoel Indische en een leerstoel Zuid-Afrikaanse letteren. De postkoloniale literatuur van de Caraïben en Suriname kwam niet aan bod. Daar kwam toen mijn bijzondere leerstoel voor.’

 

Toen kwam het dus toch nog goed.

‘Het werd natuurlijk wel een bijzondere leerstoel en dus niet door de UvA betaald. Dat was en is heel eigenaardig als je bedenkt dat er de laatste vijfentwintig jaar minstens dertig literaire prijzen naar Nederlands-Caraïbische schrijvers zijn gegaan. De Surinaamse schrijver Albert Helman kreeg in 1962 zelfs een eredoctoraat aan de UvA. Maar denk ook eens aan Astrid Roemer of de jonge dichter Radna Fabias. Zij haalt alle poëzieprijzen die je maar kunt bedenken. Dan is het heel raar dat de UvA op dit gebied geen volwaardige leerstoel heeft en financiert.’

 

Is dat alleen een geldkwestie?

‘Dat denk ik niet. De UvA heeft een enorm imagoprobleem, want zij is nog steeds een hele witte universiteit. Zwarte studenten gaan liever naar de VU. Daar zou de UvA eens aan moeten werken.’

 

Je zegt dat Nederlands-Caraïbische schrijvers hun culturele oriëntatie in rap tempo verschuiven. Wat bedoel je daarmee?

‘Veel van die schrijvers zijn hier in Nederland geboren en zij hebben een veel internationalere oriëntatie, zijn hoger opgeleid en veel Angelsaksischer gericht dan hun collega’s die in de Caraïben werden geboren. Voor de nieuwe generatie is de hele wereld haar speelveld. Ik herinner me de Biënnale van Venetië in 2019, waaraan drie Surinaams-Nederlandse kunstenaars meededen die de hele Nederlandse inzending kleur gaven. En kijk ook eens naar de muziek: het Concertgebouworkest voerde vorig jaar de Surinaamse opera Het pand der Goden op van Johannes Helstone. Dat was echt spectaculair en was een aantal jaren geleden ondenkbaar geweest.’

 

Het lijkt zo alsof de gelijkheid en gelijkwaardigheid al bereikt is. Klopt dat?

‘Nee hoor, er is nog veel te doen. Wat je wel ziet is dat de “zwarte wereld” steeds meer wordt verankerd in beleid, maar in de praktijk wordt vooral een multicultureel dansje uitgevoerd. Veel beleidsmakers gaan ervan uit dat je de multiculturele wereld tegemoet moet komen door aandacht te schenken aan hun roots, maar veel mensen uit die wereld zijn al een stuk verder, ze zijn echt niet alleen maar bezig met etniciteit. De echte gelijkwaardigheid zit erin dat je met een multiculturele achtergrond niet per se een boek hoeft te schrijven dat daarover gaat, maar net zo goed iets kan maken wat daar niets mee van doen heeft.’

 

Had je ooit gedacht het kolonialisme ooit weer zo’n belangrijke kwestie zou worden?

‘Dat heb ik zeker niet aan zien komen. Door de Black Lives Matter-beweging is de strijd tegen en aandacht voor het kolonialisme in een stroomversnelling geraakt. De moord in 2020 op de zwarte Amerikaan George Floyd door een witte politieagent is denk ik een omslagpunt geweest. In datzelfde jaar werd de Surinaamse schrijver en activist Anton de Kom in de canon van de Nederlandse geschiedenis opgenomen.’

 

Hoe nu verder met het vakgebied van de Nederlands-Caraïbische letteren nu je vertrekt?

‘De UvA moet direct een vacature openstellen voor een volwaardige leerstoel en daar iemand opzetten met een Antilliaanse-Surinaamse achtergrond, want het moet wel duidelijk zijn dat ik de laatste der bleekgezichten was op die leerstoel. Dat trekt dan gelijk ook meer zwarte studenten aan.’

 

Michiel van Kempen houdt komende vrijdag 31 januari zijn afscheidsrede, getiteld Zwarte pracht: Caraïbische cultuur in tijden van transitie. Locatie: Aula van de UvA. Aanvang: 16.30 uur. Zie hier voor meer info.

Erepromotie aan de UvA van de Surinaamse schrijver Albert Helman in 1962.
Foto: Wikimedia/ Joop van Bilsen (Anefo)
Erepromotie aan de UvA van de Surinaamse schrijver Albert Helman in 1962.
website loading