Nog altijd beoordeelt een groot deel van de jongeren hun eigen mentale gezondheid als matig tot zeer slecht, bleek vorige week uit een nieuwe monitor. Tegelijkertijd verscheen er een rapport waaruit blijkt dat een dreigende oorlog moet worden gezien als het grootste wereldwijde risico voor 2025. Zijn jongeren nog wel tegen deze barre tijden opgewassen?
Vorige week verscheen een rapport van het World Economic Forum (WEF) waarin de grootste risico’s en dreigingen voor 2025 worden blootegelegd. Volgens de meer dan negenhonderd experts die aan het rapport werkten, van beleidsmakers tot wetenschappers, zullen oorlogen tussen landen het grootste directe risico vormen voor komend jaar. Daarnaast worden ook de verspreiding van desinformatie en toenemende milieurampen genoemd als serieuze dreigingen. En dat terwijl een groot deel van de jongeren aangeeft niet tevreden te zijn met hun eigen mentale gezondheid. De helft van de jongeren tussen de 16 en 25 jaar noemt hun eigen mentale gezondheid matig tot zeer slecht, zo valt in de Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen 2024 van de GGD’s en het RIVM te lezen. Zijn jongeren nog wel voldoende uitgerust zijn om deze bedreigingen het hoofd te kunnen bieden? Christiaan Vinkers, psychiater en hoogleraar stress en veerkracht bij het Amsterdam UMC, zegt dat het belangrijk is om dergelijke cijfers in de juiste context te zien.
‘We kunnen concluderen dat we in stressvolle tijden leven, en dat er stressvolle tijden aan zullen komen, maar over het algemeen zijn mensen heel veerkrachtig. Ik wil de problemen die er zijn niet bagatelliseren, want oorlogsdreiging en klimaatproblematiek zorgen wel degelijk voor stress, dus daar moeten we wat mee, maar er is geen reden om te denken dat jongeren hier niet tegen bestand zijn. Van nature zijn zij juist heel veerkrachtig.’
‘De tendens over mentale gezondheid is over het algemeen heel negatief. Je hoort vaak dat het slechter gaat dan ooit, maar dat narratief bestaat al ontzettend lang. Neem bijvoorbeeld de jaren ’80, toen iedereen bang was dat de bom zou vallen. Mentale problemen zijn dus niet nieuw, daar worstelen we al heel lang mee. We leven nu eenmaal in een wereld waarin veel stress is, dus moeten we zorgen dat we jongeren serieus nemen en daartegen bewapenen.’
Mentale problemen zijn dus van alle tijden?
‘Ja, alleen leven we in het hier en nu en hebben niet zo’n goed historisch besef. We denken al snel dat wat wij nu meemaken erger is dan ooit, dat zie je ook als je inzoomt op verschillende tijdsperiodes in de afgelopen honderdvijftig jaar. Mensen worstelden altijd met de problemen van dat moment, en hadden te maken met een maatschappij die al veel vaker onder grote druk stond. Het is niet zo dat vroeger alles goed ging en nu alles alleen maar slechter wordt. Ja, er zijn grote problemen, maar die moeten we op zo’n manier benaderen dat het niet ten koste gaat van de mentale gezondheid. Door het narratief te blijven herhalen dat de wereld eraan gaat, loop je het risico mentale problemen alleen maar verder aan te wakkeren, omdat je geen perspectief biedt.’
Heeft dat dominante narratief van de dreigende oorlogsrisico’s dan zo’n negatief effect op de mentale staat van jongeren?
‘Ja, zeker. Oorlogsdreiging zorgt gemiddeld voor meer stress in heel Nederland, maar jongeren zijn daar nog gevoeliger voor, omdat zij naar hun toekomst kijken. De omgeving waarin je leeft heeft een grote invloed op hoe je stress ervaart. Dat gaat over problemen als oorlog en klimaat, maar ook over hoe jij zelf leeft. Hoor je er wel bij, voel je je verbonden met de maatschappij, of leef je in armoede? Het is te simpel om alleen naar oorlogsdreiging te kijken. Factoren als je jeugd, je genen en sociale relaties zijn allemaal van invloed op hoe je de wereld ervaart.’
‘Het is dus niet zo dat de weerbaarheid van jongeren nu ineens minder is geworden. Mensen zijn echt niet in een paar generaties veranderd in sneeuwvlokjes die nergens meer tegen kunnen. Je hoort vaak dat jongeren verwender zijn dan ooit en niets meer kunnen hebben, maar tegelijkertijd krijgen we continu te horen dat de wereld in brand staat. Niet zo gek dat jongeren daar last van hebben.’
Dus jongeren worden doodgegooid met al die dreigingen en risico’s?
‘Ik denk dat we het teveel hebben over de negatieve kanten van de wereld en de ‘epidemie’ van mentale gezondheidsproblemen. Als je wil dat jongeren weerbaar worden en zich wapenen zul je ze perspectief moeten bieden. We constateren dat er problemen zijn, maar wat is vervolgens de oplossingsrichting? Door telkens te herhalen dat het de verkeerde kant op gaat en erger dan ooit is wordt er alleen maar meer stress veroorzaakt. De cijfers zijn genuanceerd, we gaan echt niet als lemmingen naar de afgrond. We moeten zorgen dat stress niet verlammend gaat werken, maar wordt omgezet in actie om de stress te verminderen. Dat kunnen we doen terwijl we wel oog hebben voor de reële mentale problemen die jongeren hebben, die stellen zich zeker niet aan.’
Zouden media dus anders met dit onderwerp om moeten gaan?
‘Als we kijken naar de cijfers van de Gezondheidsmonitor zien we dat alle cijfers verbeterd zijn ten opzichte van drie jaar geleden. Het percentage jongeren dat gelukkig is ging omhoog, en het aantal jongeren dat zich beperkt voelt door psychische klachten ging omlaag. De boodschap zou dus kunnen zijn: ‘Ja, er zijn uitdagingen, maar het wordt in elk geval niet slechter en het lijkt zelfs wat beter te gaan’, maar zo wordt het niet gebracht. Het is logisch dat negatief nieuws de aandacht trekt, en in dat frame zit natuurlijk wel een kern van waarheid, maar we moeten elkaar niet na gaan praten en alleen maar negatief doen. Daar worden jongeren niet vrolijker van.’