Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Soldaten in 1996, een jaar voor de dienstplicht werd beëindigd
Foto: Collectie: NIMH
actueel

Zitten UvA-studenten te wachten op herinvoering dienstplicht?

Tijmen Hoes Tijmen Hoes,
5 december 2024 - 09:16

Na 27 jaar heeft het Ministerie van Defensie onderzocht wat er nodig zou zijn om de actieve dienstplicht weer in te voeren. Op dit moment blijkt de krijgsmacht daar nog lang niet klaar voor, grote investeringen in personeel en materiaal zijn noodzakelijk. Zouden UvA-studenten vechten voor hun vaderland?

Als het aan Defensie ligt, moet Nederland zich in de komende jaren beter gaan voorbereiden op een mogelijk militair conflict. Volgens Defensie ‘tonen de Russische inval in Oekraïne en de situatie in het Midden-Oosten aan dat veiligheid niet langer meer vanzelfsprekend is’. De 42.000 beroepsmilitairen die Nederland nu kent, zouden in geval van oorlog niet volstaan, dus wordt als laatste middel het heractiveren van de dienstplicht onderzocht.

 

Voordat het zover zou kunnen komen, moet er nog een hoop gebeuren. Zo is er een gebrek aan opleidingscapaciteit, uitrusting, munitie, wapens en huisvesting. Ondanks deze belemmeringen, zegt Defensie direct tot actie over te willen gaan wanneer buurlanden de dienstplicht invoeren, en in dat geval hun voorbeeld te volgen. Wel wordt benadrukt dat de verkenning vooralsnog theoretisch van aard is, plannen om de dienstplicht daadwerkelijk in te voeren zijn er dus nog niet.

‘Militaire organen zijn niet mijn favoriete aspect van de overheid. Make peace, not war’

Geen voorstander

Op de Roeterseilandcampus lijken de studenten zich voorlopig nog geen zorgen te maken over een mogelijke oproep. De zevenentwintigjarige Yorick Weiss zit samen met vier studiegenoten aan een ronde tafel in het B-gebouw. Of hij tijd heeft om wat vragen te beantwoorden? ‘We hadden toch niet echt meer iets belangrijks te doen volgens mij,’ zegt hij lachend. Over het herinvoeren van de dienstplicht is de student culturele antropologie & ontwikkelingssociologie allesbehalve enthousiast. ‘Ik ben geen voorstander, ik vind dat iedereen daarin zijn eigen keuze moet maken.’

 

‘Militaire organen zijn toch al niet mijn favoriete aspect van de overheid. Make peace, not war,’ vervolgt Weiss. Mocht het er toch ooit van komen voelt hij zich dan ook niet geroepen om te vechten voor het vaderland. ‘Ik ben gewoon geen voorstander van oorlog, dus ik zou waarschijnlijk proberen eronderuit te komen. Misschien door expres te falen bij de psychische test, of mezelf van de trap te gooien. Of ik moet vluchten.’

 

Dat het Nederlandse leger op dit moment onvoldoende voorbereid is op een groot militair conflict, is volgens Weiss geen reden om extra geld in Defensie te investeren. ‘Ik vind oorlog gewoon onnodig, en al dat geld naar militaire organen vind ik maar niks.’ De veiligheid voelt voor hem nog altijd vanzelfsprekend. ‘Het globale Noorden is er de laatste decennia goed in geweest om te zorgen dat er zich geen oorlogen op onze grond afspelen, en ik denk dat dat ook wel zo blijft. We hebben een dikke vinger in de pap.’

 

Nederlandse mannen zijn van hun zeventiende tot hun vijfenveertigste dienstplichtig, voor vrouwen geldt sinds 2020 dat ze van hun zeventiende tot hun drieëntwintigste kunnen worden opgeroepen. Wel is de opkomstplicht opgeschort: mensen hoeven zich dus niet te melden. Weiss reageert geschokt op die informatie: ‘Als ik op m’n veertigste nog het slagveld op moet ga ik me wel zorgen maken. Ik ben dus niet van plan mee te doen, ik werk me er wel onderuit. Ik ben gewoon geen strijdlustig type.’

 

In de aula zit de drieëntwintigjarige Felice Rade met een vriendin koffie te drinken. Ook zij is op dit moment geen fan van het herinvoeren van de dienstplicht. ‘Dat lijkt me niet ideaal nee,’ zegt ze eufemistisch. ‘Het ligt natuurlijk aan de situatie, maar ik denk dat het nu echt niet nodig is. Misschien dat het moet als de dreiging toeneemt en een ander land ons binnenvalt, maar dat er oorlog gevoerd wordt in andere landen vind ik geen reden om de dienstplicht in te voeren.’

 

Ondanks de oorlogen in Oekraïne en het Midden-Oosten, die door Defensie als voorbeelden worden aangehaald, kan Rade zich niet voorstellen dat het in Nederland echt zo ver zal komen dat ze zich aan het front moet melden. ‘Gebaseerd op hoe de wereld nu is denk ik niet dat het gaat gebeuren, misschien als de situatie verandert.’ En mocht het er toch van komen? ‘Als het verplicht is, dan moet ik wel. Dienst weigeren kan niet.’

‘Jezelf opzettelijk ongeschikt maken voor de dienst, bijvoorbeeld door een been te breken of iets dergelijks, leidt tot uitstel, niet tot afstel’

Geen homoseksuelen

Dat laatste klopt niet helemaal, zo legt UvA-hoogleraar militaire geschiedenis en hoofddocent strategie aan de Nederlandse Defensieacademie Floribert Baudet uit. Wie dienst wil weigeren, kan namelijk bezwaar maken. ‘Er zijn twee vormen: weigering om militair te worden, en weigeren om überhaupt dienstplicht te vervullen. Het eerste leidt tot een traject waarbij je als gewetensbezwaarde moet worden erkend, en dan mag je vervangende dienst doen. Dat is ook het idee achter de ‘maatschappelijke dienstplicht’. Het tweede is strafbaar en zal tot een veroordeling wegen dienstontduiking leiden. Jezelf opzettelijk ongeschikt maken voor de dienst, bijvoorbeeld door een been te breken of iets dergelijks, leidt tot uitstel. Niet tot afstel.’ 

 

Een andere manier die in het verleden werd gebruikt om onder de dienstplicht uit te komen, was het veinzen van mentale instabiliteit. ‘Dan werden dienstplichtigen afgekeurd met ‘S-5’. Dat was in zoverre maatschappelijk geaccepteerd dat mensen daar in hun maatschappelijke loopbaan geen last van hadden,’ aldus Baudet. Tot 1974 werden ook homoseksuelen op basis van S5 afgekeurd.

 

Opbouw dienstplichtleger ‘uitermate ingewikkeld’

Of de herinvoering van de opkomstplicht ook voor studenten zou gelden, valt nog te bezien. ‘De wet voorziet in mogelijkheden om uitstel te vragen van vervulling van dienstplicht. Op het moment dat de opkomstplicht weer wordt geactiveerd, betekent dat naar verwachting dat die mogelijkheden ook weer geactiveerd worden. Het is goed denkbaar dat het opschorten van de mogelijkheid uitstel te vragen, tot weerstand in de Kamer zal leiden,’ legt Baudet uit.

 

Ook benadrukt hij dat de opbouw van een dienstplichtleger uitermate ingewikkeld is. ‘Een krijgsmacht kost immers veel geld: materieel en opleiding zijn duur. Voor iedere militair moet er een uitrusting zijn. Er moet ook ruimte zijn om te oefenen, en de militairen moeten ergens kunnen eten en slapen. Ook is het in het verleden een proces van de lange adem geweest. Opleiden van een dienstplichtleger kost, zeker als je de hoeveelheid jaarlijks op te leiden dienstplichtigen een beetje in de hand wil houden, veel tijd. Wil de kennis niet wegzakken, dan moeten er ook geregeld herhalingsoefeningen worden gehouden.’

website loading