Om topstudenten te enthousiasmeren en de concurrentie voor te zijn bieden bedrijven al jaren zogeheten business courses aan naar bestemmingen in het buitenland. Kosten noch moeite worden gespaard. ‘Ik stond ervan te kijken hoeveel geld er aan ons werd uitgegeven.’
Met een groot kantoor een weekend of langer naar het buitenland? ‘Een mooi gebaar naar studenten toe,’ vindt Leslie van der Werf. De UvA-student fiscale economie meldde zich onlangs aan voor zo’n tripje van de Nederlandse tak van adviesbureau EY – in jargon een business-, master- of talent course genoemd. Bestemming: Londen. ‘Door zo’n meerdaagse tocht krijg je een veel beter beeld van hoe de mensen bij het kantoor écht zijn,’ denkt Van der Werf. ‘In die zin lijkt het me representatiever dan bijvoorbeeld een kantoorbezoek in Nederland.’
Grote bedrijven organiseren zo'n business course in de hoop topstudenten te enthousiasmeren om bij hen stage te komen lopen. Accommodatie en vlucht worden doorgaans vergoed door het bedrijf zelf en er is keuze genoeg voor studenten die van reizen houden. Adviesbureau Deloitte gaat naar Parijs en consultancykantoor Tax Pereira prijst met schattige husky’s op de website hun business course naar Lapland aan. Ook grote (fiscale) advocatenkantoren doen een duit in het zakje. Zo ging De Brauw Blackstone Westbroek dit jaar naar Rome, DLA Piper naar Dubai en Simmons en Simmons naar Lissabon. En elk jaar kunnen de bestemmingen wisselen, laatstgenoemde kantoor ging vorig jaar bijvoorbeeld naar IJsland en het jaar daarvoor naar Tallinn.
Waarom organiseren grote bedrijven dit soort reisjes eigenlijk? Oftewel: wat hebben ze ermee te winnen om met studenten een paar dagen naar bestemmingen als Dubai en Lapland af te reizen?
Kennismaking
‘We willen studenten de kans bieden om op een laagdrempelige manier ons kantoor te leren kennen,’ zegt Elisabeth Visser. Ze is twee jaar geleden afgestudeerd als arbeidsrechtjurist aan de UvA, maar nu werkzaam als campus recruiter bij advocatenkantoor Loyens en Loeff, waar ze een fiscale business course naar Zürich organiseert.
Laagdrempelig, noemt ze het, omdat een business course in tegenstelling tot een voltijds stage van twee maanden slechts een weekend in beslag neemt. ‘Zo’n stage is best wel een commitment voor studenten. Vaak doen ze er bijvoorbeeld nog een scriptie naast.’ Dan is een business course een fijne, eerste stap voor studenten, om in een korter tijdsbestek (vaak een weekend, al gaat DLA Piper bijvoorbeeld vijf dagen naar Dubai) te kijken of het bedrijf wel bij hen past.
Tijdens de business course is er ruimte voor vrije tijd, maar staan er ook activiteiten op het programma die te maken hebben met de werkzaamheden van het bedrijf, dat vaak eveneens in het land van bestemming gevestigd is. Zo moeten studenten die met Loyens en Loeff naar Zürich gaan een fiscale casus oplossen, ‘de case fondue’. ‘Die naam is de reden dat we al jaren naar Zürich gaan,’ lacht Visser. Valt een student in positieve zin op dan krijgt diegene een stageplek aangeboden. Dat gebeurt relatief vaak, stelt ze. Alle twintig studenten die het afgelopen jaar met Loyens en Loeff naar Zürich meegingen mochten op stage komen.
Veel concurrentie
Er is juridische-, financiële- en accountancy-kantoren veel aan gelegen om talentvolle studenten te rekruteren, weet UvA-hoogleraar ondernemingsrecht Harm-Jan de Kluiver. Hij is zelf jarenlang advocaat geweest bij De Brauw Blackstone Westbroek. ‘Er is veel concurrentie,’ constateert hij. Zo’n reisje zou een getalenteerde student net over de streep kunnen trekken om bij dat bedrijf te gaan solliciteren, denkt De Kluiver.
Dat ziet ook loopbaancoach Marie-Elise van den Hoek Ostende, die bij het UvA Student Careers Centre werkt, waar ze studenten coacht met hun stap naar de arbeidsmarkt. Wat ze merkt is dat studenten die geïnteresseerd zijn in het werken bij de ene grote organisatie, in de praktijk vaak ook interesse hebben in het werken bij een andere grote organisatie. Dit soort bedrijven vissen dus allemaal in dezelfde vijver, zegt ze.
Maar vroeger gingen bedrijven niet of nauwelijks met talentvolle studenten naar het buitenland, volgens De Kluiver. ‘Op een gegeven moment is dat er een beetje ingeslopen. Door economische voorspoed van de bedrijven enerzijds, maar ook doordat studenten het steeds normaler zijn gaan vinden om niet naar de Veluwe te gaan, maar naar bijvoorbeeld Mallorca of Bali. Dat gemak waarmee studenten de hele wereld overvliegen leidt tot een zekere inflatie van locaties. Om met iets bijzonders te komen moet je als bedrijf dus tegenwoordig van goeden huize komen.’
Duurzaamheid
Dan kom je dus bij een bestemming als Dubai uit – een locatie waar accountant- en adviesorganisatie KPMG een paar jaar terug ook nog een recruitmentevent organiseerde. Of San Francisco, waar de business course van advocatenkantoor Allen & Overy tot voor kort jaarlijks heenging (dit jaar Parijs). ‘Vanuit duurzaamheidsperspectief zou ik zo’n intercontinentale reis gewoon niet meer doen,’ zegt De Kluiver, die veel wetenschappelijke artikelen over duurzaamheid heeft gepubliceerd. ‘Er zijn genoeg leuke bestemmingen waar je met de trein heen kunt.’
Steeds meer bedrijven lijken die boodschap ter harte te nemen, constateert UvA-alumni en advocaat Sophie Kuijpers. In 2018 ging ze zelf nog op business course naar het Chinese Shanghai. Als student is dat leuk, vertelt ze. ‘Ik heb toen in korte tijd hele leuke mensen ontmoet en ik weet nog wel dat ik toen echt stond te kijken van hoeveel geld er aan ons werd uitgegeven. Er werd zeker niet bespaard op kosten.’
Ze vindt dan ook dat de verantwoordelijkheid voor dit soort reizen niet bij de individuele student moet worden gelegd, maar bij het bedrijf zelf. ‘Studenten denken toch eerder: goh wat een leuk initiatief.’ Terwijl veel bedrijven juist ESG-doelstellingen zeggen te onderschrijven, die gericht zijn op het bevorderen van een duurzamer en socialer beleid binnen organisaties.
Daarom vind ik nog het meest schrijnende, zegt Kuijpers, dat zo’n bedrijf als DLA Piper zegt zowel diversiteit en inclusie als duurzaamheid hoog in het vaandel te hebben staan, maar dan toch ervoor kiest om met studenten naar een land te vliegen waar homoseksualiteit verboden is. ‘Dan ben je gewoon ongeloofwaardig bezig en devalueer je ESG-toezeggingen van de hele sector.’
Uitstraling naar de klant
Bij zo’n bestemmingskeuze zal meer gespeeld hebben dan duurzaamheidsoverwegingen, denkt Van den Hoek Ostende, die zelf bij een vorige werkgever al eens een business course naar Londen organiseerde, die later omgezet werd in een reisje naar Parijs – met de trein, welteverstaan. ‘Voor bedrijven is ook de uitstraling naar de klanten toe belangrijk. Ze willen aan hen laten zien: wij rekruteren de beste studenten, en daar hebben we wat voor over. Kijk maar.’
Vandaar dat bedrijven ook een streng selectieproces hanteren voor de business course. Alleen de beste studenten mogen mee. Lukt het UvA-student Van der Werf dus niet om daar doorheen te komen bij EY? Dan meldt hij zich gewoon aan voor een andere business course, zegt hij zonder twijfel. ‘Het reisje zelf is natuurlijk ook iets waar je voor gaat.’
Advocatenkantoor DLA Piper was ondanks meerdere pogingen niet bereikbaar om commentaar te geven op hun business course naar Dubai