Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Nieuwe studie doen na afgeronde studie? Dan ga je nóg flinker betalen
Foto: Marc Kolle
actueel

Nieuwe studie doen na afgeronde studie? Dan ga je nóg flinker betalen

Wessel Wierda Wessel Wierda,
1 november 2024 - 11:54

De kosten voor studenten die een tweede of volgende studie gaan volgen aan de UvA zijn flink hoger geworden. Sommige opleidingen kosten aankomend studiejaar wel 48 procent meer dan dit jaar, andere stijgen ‘slechts’ 15 of 34 procent. Hoe zit dit?

Stel, je hebt al een universitaire studie afgerond, maar je merkt dat je eigenlijk nog een andere universitaire studie wilt gaan volgen. Je wilt bijvoorbeeld historicus worden aan de UvA, terwijl je al een rechtenopleiding hebt afgerond aan de UvA of een andere universiteit. Dan betaal je niet het wettelijke collegegeld (volgend studiejaar 2.601 euro voor voltijdstudenten, behalve voor studenten van PPLE of het AUC), maar het zogeheten instellingscollegegeld-tarief (ICG-tarief) – net als studenten van buiten de zogeheten Europese Economische Ruimte (EER).

 

Dat tarief verschilt per opleiding, maar is overal beduidend hoger dan het wettelijke collegegeld. Voor een bachelor van de faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) betaal je bijvoorbeeld 10.005 euro in studiejaar 2025-2026 en voor een bachelor Geneeskunde zelfs 31.600 euro. Het leeuwendeel van de andere ICG-tarieven zit ergens daartussen.

 

Fors gestegen

Wat opvalt is dat deze ICG-tarieven voor komend studiejaar over de gehele linie fors gestegen zijn. Dat blijkt na het vergelijken van de zogenoemde ‘inschrijvingsbesluiten’ van de UvA – documenten waarin de universiteit deze tarieven per jaar vaststelt en publiceert. Om een beeld te geven: voor een bacheloropleiding van de faculteit Geesteswetenschappen komt het ICG-tarief volgend jaar uit op 12.900 euro. Een stijging van liefst 48 procent ten opzichte van dit jaar, toen het tarief nog 8.700 euro was. Andere opleidingen stijgen eveneens, zij het minder hard. Neem het ICG-tarief voor PPLE, dat met 34 procent stijgt (van 13.000 naar 17.500 euro). Of de bachelors van de FEB, die ‘slechts’ met 15 procent stijgen (van 8.700 naar de eerder genoemde 10.005 euro).

 

Waar komen al deze verschillen tussen opleidingen vandaan? En waarom is het instellingscollegegeld-tarief überhaupt zo hoog?

 

Rijksbijdrage

Om met dat laatste te beginnen, cruciaal is het volgende: voor studenten die nog geen studie hebben afgerond (en uit een land binnen de Europese Economische Ruimte, EER, komen) krijgt de universiteit een rijksbijdrage van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Dat gebeurt niet bij een student die al een studie heeft afgerond, en nu aan een tweede of volgende studie gaat beginnen.

‘De inflatie is heel hoog geweest, daardoor hebben we onze tarieven moeten verhogen’

Deze misgelopen inkomsten worden doorberekend aan de betreffende student, om zo de kosten van diens genoten onderwijs te kunnen dekken. Maar de manier waarop dat werd berekend werd, klopte niet meer, waardoor de ICG-tarieven niet meer kostendekkend waren. Een UvA-woordvoerder laat weten dat de universiteiten, en dus ook de UvA, al jaren te weinig geld krijgen van OCW. ‘De kosten van het onderwijs zijn veel hoger dan vanuit de Rijksbijdrage vergoed wordt. Hierdoor klopte onze methode om het ICG-tarief te bepalen niet meer, dat hebben we nu aangepast.’ Dan is er ook nog de inflatie. ‘Die is heel hoog geweest en daardoor hebben we onze tarieven fiks moeten verhogen,’ zegt de UvA-persvoorlichter. 

 

Laag, hoog of top

Waarom de ene opleiding een hogere stijging van het ICG-tarief laat zien dan de andere, is een wat technischer verhaal. De ICG-tarieven zijn ingedeeld in drie begrotingsklassen: ‘laag’, ‘hoog’ en ‘top’. Opleidingen die relatief minder kosten hebben, vallen in beginsel onder ‘laag’, terwijl dure opleidingen zoals geneeskunde (vanwege onder andere het vele praktijkonderwijs en alle benodigde materialen) onder ‘top’ vallen.

 

Nieuw is dat er bij de standaardtarieven komend jaar een opslag is bijgekomen voor onderwijs en onderzoek, naast de variabele delen die er al waren. In tegenstelling tot de variabele delen zijn de vaste delen voor elke opleiding even hoog, ongeacht of die als laag, hoog of top is gecategoriseerd (de bedragen verschillen wel tussen bachelors, 1-jarige masters, 2-jarige en 3-jarige masters). De introductie van een vast deel komt harder aan voor de opleidingen die onder ‘laag’ vallen, omdat de variabele delen daar lager liggen dan bij ‘top’. Dat creëert dus een relatief hogere stijging van het ICG-tarief voor opleidingen die onder het standaardtarief ‘laag’ vallen.

 

Naast die opslag in de vorm van de vaste delen zijn de variabele delen opnieuw geïndexeerd en daarmee hoger geworden. Een ander onderdeel in de rekenmethode is het bedrag dat de universiteit bij een reguliere student krijgt in de vorm van het wettelijk collegegeld; ook dat bedrag gaat volgend jaar omhoog. Door de nieuwe rekenmethode zijn de standaardtarieven voor de bacheloropleidingen relatief gezien meer gestegen dan het standaardtarief voor een 1-jarige master, vertelt de UvA-woordvoerder.

 

Instroomcijfers

Om het ingewikkelder te maken, is het ook nog zo dat er afwijkingen mogelijk zijn. Een faculteit kan een verzoek indienen bij de UvA om af te wijken van de standaard, om daar boven te gaan zitten of om juist in stapjes naar het hogere tarief toe te werken. Dat is afhankelijk van beleidskeuzen; wil een opleiding bijvoorbeeld voldoende studenten aan zich binden, dan kan het handig zijn om tijdelijk onder het standaardtarief te gaan zitten. Immers: hoe minder prijzig het ICG-tarief, hoe meer studenten bereid zullen zijn zich in te schrijven voor de desbetreffende studie.

 

Of de verhoogde ICG-tarieven sterk van invloed zullen zijn op de instroom van studenten – zowel de studenten die een tweede of volgende studie willen volgen als de studenten van buiten de EER – zal moeten blijken. Binnenkort worden de voorlopige instroomcijfers bekendgemaakt van de UvA. Deze geven doorgaans een goed beeld van de officiële instroomcijfers.

website loading