Nederlandse universiteiten zouden meer defensieonderzoek moeten doen. Daarmee kunnen ze een deel van de forse bezuinigingen opvangen, zegt Jos Benschop van de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie.
Kennisoffensief voor defensie heet het nieuwe rapport van de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (AWTI), de raad waarvan OCW-minister Eppo Bruins tot voor kort voorzitter was.
Het idee van het rapport is simpel: vrede is niet vanzelfsprekend en er is jarenlang op de Nederlandse defensiemacht bezuinigd. Daar komt bij dat de wereldwijde dreigingen anders zijn dan vroeger. De Nederlandse defensie heeft kennis, onderzoek en innovatie hard nodig, meent de AWTI.
Naar aanleiding van het advies wilde regeringspartij Nieuw Sociaal Contract vorige week van Bruins weten wat de mogelijkheden zijn, terwijl GroenLinks-PvdA het raar vond om op die manier de harde bezuinigingen op onderzoek te compenseren.
Het kabinet bezuinigt fors op onderwijs en onderzoek, maar investeert juist miljarden in defensie. Bedragen noemt de AWTI niet, maar deze nieuwe aandacht voor defensie biedt het hoger onderwijs en onderzoek een kans, meent AWTI-raadslid Jos Benschop, executive vice president technology van chipmachinefabrikant ASML.
Waarom komen jullie met een advies over defensie?
‘Vrede leek jarenlang vanzelfsprekend, maar de annexatie van de Krim en later de full blown invasie van Oekraïne hebben het denken over veiligheid, conflicten en oorlog weer op de kaart gezet. Daar komt bij dat de aard van conflicten gestaag verandert. Vroeger dacht je bij “oorlog” vooral aan tanks en vliegtuigen, maar inmiddels hebben we ook te maken met misinformatiecampagnes, ondermijning en sabotage. Daar komt bij dat er ook steeds geavanceerdere wapens worden ontwikkeld. De dreiging is complexer dan vroeger.’
En er komt meer geld beschikbaar voor het Ministerie van Defensie.
‘Het hele speelveld verandert. Je ziet in heel Europa de uitgaven aan defensie stijgen, nadat we eerst dachten dat we alle tanks wel konden verkopen omdat we ze toch niet meer nodig hadden. Er ging steeds minder geld naar onze veiligheid.’
Door langdurige bezuinigingen is bij defensie kennis en innovatievermogen verloren gegaan, schrijven jullie. Hoe lang duurt het om dit weer te herstellen?
‘Dat is een kwestie van vele jaren. Iets afbreken doe je in een fractie van de tijd die het opbouwen kost, maar het kan wel. We geven in ons advies een voorbeeld uit de Verenigde Staten. Daar hebben ze een Office of Naval Research opgericht, dat een academisch netwerk heeft opgebouwd en uitzoekt welke innovaties kansrijk zijn.’
Jullie pleidooi komt net nu het kabinet grote bezuinigingen op onderwijs en onderzoek heeft aangekondigd. Wat vinden jullie daarvan?
‘De AWTI zegt keer op keer dat je moet investeren in het brede fundament van de wetenschap in Nederland, want daar bouwt alles op voort. Maar ja, wij Nederlanders kiezen het parlement en dat parlement leidt tot deze regering en haar bezuinigingen op onderwijs en onderzoek.’
Het is uitgerekend jullie voormalige voorzitter Eppo Bruins die deze bezuinigingen moet doorvoeren. Vinden jullie dat niet vreemd?
‘Dat valt wel mee. Je kunt zeggen: hoe kan hij in godsnaam die bezuinigingen voor zijn rekening nemen? Maar ik denk vooral: fijn dat er iemand zit die er het best mogelijke van probeert te maken.’
U hoorde geen gevloek bij de borrel?
‘Nee, absoluut niet.’
De universiteiten hebben waarschijnlijk weinig zin om over defensie na te denken, nu ze alle zeilen moeten bijzetten vanwege de bezuinigingen.
‘Maar het is juist een kans. Als je ziet wat er in Europa allemaal aan innovation grants op het gebied van defensie wordt uitgegeven, dan zal dat ongetwijfeld ook zijn weerslag gaan hebben hier in Nederland. Wij zeggen heus niet: “Hier hebben jullie nog een taak, net nu jullie moeten bezuinigen.” Nee, wij zeggen: “Let op, er gebeuren belangrijke dingen in de wereld en er gaan grote potten geld richting defensie.” Dat geld gaat deels naar onderzoek en innovatie.’
De wetenschap wil open en internationaal zijn. Dat staat op gespannen voet met veelal geheim defensieonderzoek.
‘Voor zulk onderzoek heb je vrij strenge regels, die op het eerste gezicht nogal botsen met bijvoorbeeld het ideaal van open science. Defensieonderzoek deel je niet met collega’s van over de hele wereld, maar het is wel belangrijk. Wij roepen op tot een dialoog over zulke kwesties. Ons advies is in zekere zin heel Nederlands: we moeten polderen.’
In het rapport staat dat kennisinstellingen bereid moeten zijn ‘om met een open oog te kijken welk regulier wetenschappelijk onderzoek óók van militaire interesse zou kunnen zijn’. De raad noemt als voorbeelden AI, robotica en dergelijke, maar – gezien de ondermijning, misinformatie en soortgelijke dreigingen – ook media- en communicatiestudies en taal- en cultuurwetenschappen. ‘Deze manier van kijken vergt voor velen een mentale en culturele omslag.’
Eerder schreven jullie over het hete hangijzer van de kennisveiligheid. Dat woord komt in dit advies nauwelijks voor.
‘Kennisveiligheid gaat over de andere kant van de medaille. Sommige onderzoeken kunnen onbedoeld militaire toepassingen hebben en dan moet je oppassen met wie er toegang toe heeft.’
Er lijkt te staan: als anderen hier kennis voor militaire toepassingen komen stelen, dan kunnen wijzelf die kennis ook daarvoor gebruiken.
‘In het rapport zeggen wij hier niets over.’
Door langdurige bezuinigingen is bij defensie kennis en innovatievermogen verloren gegaan, schrijven jullie. Hoe lang duurt het om dit weer te herstellen?
‘Dat is een kwestie van vele jaren. Iets afbreken doe je in een fractie van de tijd die het opbouwen kost, maar het kan wel. We geven in ons advies een voorbeeld uit de Verenigde Staten. Daar hebben ze een Office of Naval Research opgericht, dat een academisch netwerk heeft opgebouwd en uitzoekt welke innovaties kansrijk zijn.’
Jullie pleidooi komt net nu het kabinet grote bezuinigingen op onderwijs en onderzoek heeft aangekondigd. Wat vinden jullie daarvan?
‘De AWTI zegt keer op keer dat je moet investeren in het brede fundament van de wetenschap in Nederland, want daar bouwt alles op voort. Maar ja, wij Nederlanders kiezen het parlement en dat parlement leidt tot deze regering en haar bezuinigingen op onderwijs en onderzoek.’
Het is uitgerekend jullie voormalige voorzitter Eppo Bruins die deze bezuinigingen moet doorvoeren. Vinden jullie dat niet vreemd?
‘Dat valt wel mee. Je kunt zeggen: hoe kan hij in godsnaam die bezuinigingen voor zijn rekening nemen? Maar ik denk vooral: fijn dat er iemand zit die er het best mogelijke van probeert te maken.’
U hoorde geen gevloek bij de borrel?
‘Nee, absoluut niet.’
De universiteiten hebben waarschijnlijk weinig zin om over defensie na te denken, nu ze alle zeilen moeten bijzetten vanwege de bezuinigingen.
‘Maar het is juist een kans. Als je ziet wat er in Europa allemaal aan innovation grants op het gebied van defensie wordt uitgegeven, dan zal dat ongetwijfeld ook zijn weerslag gaan hebben hier in Nederland. Wij zeggen heus niet: “Hier hebben jullie nog een taak, net nu jullie moeten bezuinigen.” Nee, wij zeggen: “Let op, er gebeuren belangrijke dingen in de wereld en er gaan grote potten geld richting defensie.” Dat geld gaat deels naar onderzoek en innovatie.’
De wetenschap wil open en internationaal zijn. Dat staat op gespannen voet met veelal geheim defensieonderzoek.
‘Voor zulk onderzoek heb je vrij strenge regels, die op het eerste gezicht nogal botsen met bijvoorbeeld het ideaal van open science. Defensieonderzoek deel je niet met collega’s van over de hele wereld, maar het is wel belangrijk. Wij roepen op tot een dialoog over zulke kwesties. Ons advies is in zekere zin heel Nederlands: we moeten polderen.’
In het rapport staat dat kennisinstellingen bereid moeten zijn ‘om met een open oog te kijken welk regulier wetenschappelijk onderzoek óók van militaire interesse zou kunnen zijn’. De raad noemt als voorbeelden AI, robotica en dergelijke, maar – gezien de ondermijning, misinformatie en soortgelijke dreigingen – ook media- en communicatiestudies en taal- en cultuurwetenschappen. ‘Deze manier van kijken vergt voor velen een mentale en culturele omslag.’
Eerder schreven jullie over het hete hangijzer van de kennisveiligheid. Dat woord komt in dit advies nauwelijks voor.
‘Kennisveiligheid gaat over de andere kant van de medaille. Sommige onderzoeken kunnen onbedoeld militaire toepassingen hebben en dan moet je oppassen met wie er toegang toe heeft.’
Er lijkt te staan: als anderen hier kennis voor militaire toepassingen komen stelen, dan kunnen wijzelf die kennis ook daarvoor gebruiken.
‘In het rapport zeggen wij hier niets over.’