Gerwin van der Pol opnieuw voorzitter Centrale Ondernemingsraad UvA
Docent filmstudies Gerwin van der Pol is afgelopen vrijdag door de leden van de nieuwe Centrale Ondernemingsraad (COR) verkozen tot COR-voorzitter van de UvA. Er waren geen tegenkandidaten. In totaal werden vijf nieuwe bestuursleden verkozen.
De weinig spannende verkiezingen, waarin alleen Van der Pol kandidaat was voor het voorzitterschap, vond plaats tijdens de constituerende vergadering op 6 september van de nieuwe COR, waarvan de leden afgelopen april voor drie jaar werden gekozen tijdens de ondernemingsraadverkiezingen van de UvA. Naast Van der Pol werden er ook vier andere COR-leden gekozen in het bestuur. Het zijn Charlotte Hille, Estela Gonzalez, Erella Grassiani en Hege Elisabeth Kjos.
Normaal gesproken bestaat het COR-bestuur uit vier personen. De komende drie jaar zullen dat vijf personen zijn, want Grassiani en Kjos zijn verkozen tot duo-bestuurder: samen bezetten zij één bestuurspost. ‘Grassiani en Kjos konden allebei al voorzien dat ze om verschillende redenen een aantal keren afwezig zouden zijn. Via de constructie van een duobaan hebben we gegarandeerd dat er altijd een vierkoppig bestuur is,’ aldus Van der Pol.
De COR heeft normaal gesproken zestien leden: twee namens elk der zeven faculteiten plus twee namens de diensten. Vooralsnog heeft de raad vijftien leden, nadat de Ondernemingsraad van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde slechts één persoon wist af te vaardigen naar de COR.
Bestuurservaring
Gerwin van der Pol, lid van medezeggenschapsvereniging De Amsterdamse Academie, is een oude rot in de medezeggenschap, in het bijzonder de bestuurlijke kant daarvan. Hij werd voor de derde keer tot voorzitter gekozen en behoort daarmee tot de pijlers van de COR, al moet gezegd worden dat ook de anderen vier COR-leden ervaring hebben als bestuurslid: Hille, Gonzalez, Grassiani en Kjos zaten in de vorige periode(n) ook al in het bestuur van de COR. De zittingstermijn van het nieuwe bestuur (en daarmee van de hele COR) loopt tot 1 september 2027.
Studentenraad
Ongewis is vooralsnog hoe de samenwerking van de nieuwe COR met de nieuwe Centrale Studentenraad (CSR) zal verlopen. Afgelopen voorjaar diende de CSR een motie van wantrouwen in tegen het UvA-bestuur en eiste het aftreden van dat bestuur. Dat gebeurde niet. Er kwam mediation, maar die is nog niet afgerond. In de tussentijd erkent de CSR het UvA-bestuur niet meer, als gevolg waarvan de Gemeenschappelijke Vergadering (GV) van CSR en COR alleen nog over lopende dossiers kon vergaderen, maar geen formele besluiten kon nemen. Het baarde en baart de COR flinke zorgen.
Van der Pol zegt nu: ‘We proberen zo constructief mogelijk met de CSR samen te werken, zoals we dat altijd gedaan hebben. Maar we maken ons zeer ernstige zorgen over het feit dat de GV een aantal zeer belangrijke besluiten niet kan nemen, zolang het wantrouwen van de CSR naar het CvB blijft voortduren.’
Demonstratierecht
Ondertussen staat volgens een deel van de UvA-medewerkers het demonstratierecht aan de UvA op de tocht. UvA-leden van de FNV, van wie een klein deel ook in de COR zit, willen dat de FNV ook serieus genomen wordt door de UvA over het demonstratierecht. Van der Pol: ‘Het demonstratierecht is onderdeel van de UvA-huisregels, waar de COR instemmingsrecht op heeft. De FNV moet door het CvB zeker gehoord worden over dit onderwerp, maar als COR nemen wij niet zomaar alle eisen van de FNV over. De COR vertegenwoordigt alle medewerkers van de UvA, niet alleen FNV leden. We komen zelf tot een standpunt en nemen daarin alle verschillende standpunten en argumenten van UvA medewerkers mee.’
Bezuinigingen
Naar verwachting maakt de regering volgende week forse bezuinigingen op het hoger onderwijs bekend, die ook de UvA zullen raken. De COR maakt zich daar zorgen over, zegt Van der Pol. ‘De bezuinigingen die dreigen zijn een punt van zeer grote zorg. We willen niet dat straks bepaalde faculteiten onevenredig hard geraakt gaan worden. De solidariteit tussen de faculteiten moet wel overeind blijven. Daarbij moeten medewerkers zo min mogelijk worden geschaad door de bezuinigingen.’
