Vakbond FNV is ontstemd over het UvA-bestuur dat niet in gesprek zou willen met haar eigen medewerkers over het demonstratierecht aan de UvA. De universiteit vindt dit flauwekul en zegt het gesprek graag te willen voeren, maar meent ook dat FNV ‘geen formele onderhandelingspositie’ heeft bij de eventuele herziening van interne regels. Acties dreigen.
Tijdens de grootschalige pro-Palestinademonstraties op de UvA afgelopen voorjaar, vond een deel van de actievoerende medewerkers dat het demonstratierecht met voeten werd getreden door de manier waarop de UvA optrad en op liet treden tegen de demonstranten. Zo mochten er ’s avonds geen tentenkampen op de UvA staan en deed de UvA verschillende keren aangifte van lokaal- en terreinvredebreuk, waarna de politie ingreep.
‘In gevaar’
Verschillende actievoerende medewerkers waren het daar niet mee eens. Zij meenden dat een grondrecht zoals het recht op demonstratie door de UvA niet werd gerespecteerd. Ook vakbond FNV hield de zaak in de gaten en concludeerde later dat de demonstratievrijheid ‘in gevaar’ was gekomen. UvA-leden van FNV zouden de landelijke vakbond hebben gevraagd namens hen in gesprek met de UvA te gaan over het demonstratierecht en de huisregels van de UvA.
De UvA zit daar niet op te wachten. Een woordvoerder van collegevoorzitter Edith Hooge laat weten: ‘Medewerkers en studenten hebben de afgelopen maanden hun inbreng kunnen leveren bij het vast te stellen toetsingskader voor het aangaan van internationale samenwerking. De FNV verlangt van de UvA nu een formele onderhandelingspositie bij dit toetsingskader en de herziening van onze huis- en demonstratieregels, maar de FNV heeft als vakbond op dat punt geen onderhandelingspositie. Het zijn zaken die wij met onze eigen medezeggenschap en met de UvA-gemeenschap bespreken en beslissen. We waarderen dat de vakbonden hun bijdrage willen leveren. Daarom is aan vakbondsvertegenwoordigers binnen de UvA voorgesteld dat de concept-huis- en demonstratieregels ook aan hen worden voorgelegd.’
Weigerachtig
FNV-bestuurder Bernard Koekoek vindt dat er sprake is van ‘een weigerachtige en technocratische’ houding van de UvA en zegt: ‘Onze leden hebben het laatste woord. Als zij besluiten in actie te komen, dan krijgen ze daarbij de volledige steun van de FNV.’ De UvA vindt de reactie van de FNV ‘onnodig escalerend en jammer’.