Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Sander Nieuwenhuys, UvA
actueel

UvA-bestuurders kraken internationaliseringswet van Dijkgraaf

Dirk Wolthekker,
15 april 2024 - 09:36

Het wetsvoorstel Internationalisering in Balans kost universiteitsbestuurders heel wat hoofdbrekens, ook collegevoorzitter Geert ten Dam en rector magnificus Peter-Paul Verbeek. Het huidige voorstel vinden ze niks, maar het kan nog goed aflopen, hopen ze. ‘Internationalisering is aan de UvA al lang geen verdienmodel meer.’

De titel van het wetsvoorstel van demissionair minister Dijkgraaf (OCW) is veelzeggend, vooral de term ‘in balans’. Het suggereert dat de internationalisering van het hoger onderwijs uit het lood is geslagen en in het gareel moet worden gebracht, ‘in balans’, zo te zeggen. En dat is precies wat gaande is, in het bijzonder in het bachelor onderwijs. In heel Nederland, maar zeker aan de UvA, waar inmiddels een derde van het aantal bachelorstudenten niet uit Nederland komt. Welkom, zou je zeggen, maar er zitten nogal wat haken en ogen, plussen en minnen aan deze onstuimige groei, waardoor de UvA inmiddels een totaal van 44.000 studenten heeft. Het is volgens Ten Dam en Verbeek niet meer behapbaar.

 

Ten Dam: ‘Als we niets doen en de huidige groei extrapoleren naar de naaste toekomst heeft de UvA over een paar jaar vijftigduizend studenten.’

Verbeek: ‘Dat kunnen de gebouwen niet aan, dat levert te veel werkdruk op voor medewerkers en dat holt de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek uit.’

Ten Dam: ‘De onderzoeksfinanciering loopt dan niet meer in de pas met de groei van het aantal studenten.’

Verbeek: ‘We willen de groei juist afstoppen. Decanen geven aan dat de hele internationaliseringsdiscussie inmiddels al merkbaar is in het aantal aanmeldingen. Deze discussie heeft daarop een dempend effect.’

Ten Dam: ‘Internationalisering is aan de UvA al lang geen verdienmodel meer. We koesteren ons internationale karakter, maar willen ook toegankelijk blijven voor onze Nederlandse studenten. Dat is waar het ons om gaat.’

 

Demissionair minister Robbert Dijkgraaf (D66) heeft een wet in de steigers gezet waarbij de bachelor niet zomaar meer in het Engels mag worden aangeboden. Er zijn slechts nauw omschreven uitzonderingen mogelijk. Dit moet het aantal internationals binnen de perken houden en gelijktijdig ruim baan geven aan meer Nederlandstalige opleidingen voor Nederlandse studenten (en daarmee docenten), voor wie onvoldoende plek zou zijn aan de Nederlandse universiteiten. De nieuwe wet van Dijkgraaf – zelf een wetenschapper van internationale naam en faam, die vele jaren in Amerika heeft gewerkt – moet in 2025 van kracht worden. Ten Dam en Verbeek vrezen dat de invoering ervan gepaard gaat met een hoop ambtelijke en juridische rompslomp vanuit Den Haag. Zo moeten alle huidige Engelstalige opleidingen zich door de nieuwe wet bewijzen door eerst door een doelmatigheidshoepel te springen, lees: een doelmatigheidstoets afleggen.

 

Ten Dam: ‘Dan moet je denken aan vragen als: voldoet zo’n Engelstalige opleiding aan de behoefte van de Nederlandse arbeidsmarkt of draagt die opleiding bij aan de regionale economie. Zo niet, dan zou zo’n opleiding niet doelmatig zijn. Nog los van het belang van Engelstalige opleidingen voor de kwaliteit van ons onderwijs en onderzoek, houden verschillende van onze grote Engelstalige opleidingen andere opleidingen (denk bijvoorbeeld aan de kleine talen) in leven. Als de Engelstalige variant niet door de toets komt, blijven er bij zo’n opleiding te weinig studenten over. Als je aan één draad trekt, trek je de hele trui aan flarden. Is dat dan de bedoeling?’

Verbeek: ‘Brede, algemene universiteiten gaan de prijs betalen als die wet wordt ingevoerd.’

 

Gesloten bolwerk

Dat het wetsvoorstel niet in goede aarde valt bij Ten Dam en Verbeek mag duidelijk zijn. Ze zien inmiddels meer in zelfregie en een aanpak samen met de andere universiteiten omdat de nieuwe wet volgens hen precies doet wat juist niet de bedoeling van de UvA is: het maakt van de universiteit weer een gesloten bolwerk met een naar binnen gerichte cultuur waar Nederlands de boventoon voert.

 

Ten Dam: ‘Wat wij als bestuurders aan de minister hebben gevraagd is een sturingselement om de instroom van internationale studenten in de hand te houden. Wat we hebben gekregen is een wetsvoorstel rond de Nederlandse taal en het verplichte gebruik daarvan bij alle opleidingen. Dat past niet in de internationale, tweetalige cultuur die wij als UvA koesteren en willen handhaven.’

Verbeek: ‘Als we dadelijk voor elke Engelstalige opleiding die we willen starten ontheffing moeten vragen bij de minister, dan gaat het heel moeilijk worden om de internationale cultuur aan de UvA te handhaven.’

Ten Dam: ‘Als we alleen in uitzonderingsgevallen Engelstalige opleidingen mogen aanbieden zal dat voor de UvA desastreus uitpakken.’

 

Vooruitlopend op de nieuwe wet hebben de gezamenlijke Nederlandse universiteiten inmiddels aangekondigd dat in totaal 35 Engelstalige bacheloropleidingen een Nederlands equivalent naast zich zullen krijgen.

 

Ten Dam: ‘Daaronder alle Engelstalige bacheloropleidingen aan de UvA.’

Verbeek: ‘Engelstalige opleidingen gaan dus niet worden teruggezet naar het Nederlands, maar we voegen een Nederlandse track toe naast de Engelstalige tracks.’

Ten Dam: ‘Ook bij opleidingen binnen Economie en Bedrijfskunde. Daar is men inmiddels goed bezig met het ontwikkelen van Nederlandstalige curricula.’

 

Vraag is natuurlijk of die Nederlandstalige varianten vol zullen lopen met Nederlandse studenten, die in groten getale de Engelstalige opleidingen volgen.

 

Ten Dam: ‘Tachtig procent van de Nederlandse psychologiestudenten aan de UvA wil graag de Engelstalige variant volgen. Zij zien kennelijk de voordelen van een diverse studentenpopulatie die hen de kans biedt hun horizon te verbreden.’

Verbeek: ‘Het studiemateriaal is en was al lang in het Engels, ook aan de UvA. Dat sluit aan bij de interculturele onderwijsomgeving die wij willen bieden.’

Ten Dam: ‘Wij hebben – ook al was het op dat moment nog niet opgenomen in de wet – afgelopen jaar bij psychologie een numerus fixus gehanteerd op track-niveau, waarbij we het aantal studenten voor respectievelijk de Nederlandstalige en Engelstalige track zelf hebben bepaald.’

Verbeek: ‘We zijn, zeg maar, bestuurlijk ongehoorzaam geweest.’

Ten Dam: ‘We krijgen hierover binnenkort de Onderwijsinspectie op bezoek. Die hanteert het principe “leg uit of pas toe”. We hebben [de wet] niet toegepast, maar kunnen wel uitleggen waarom we dit deden: we kunnen de internationale toeloop niet meer aan. Maar dat betekent niet dat we helemaal niet meer Engelstalig willen zijn, integendeel.’

UvA-collevoorzitter Geert ten Dam: ‘We gaan volledig inzetten op tweetaligheid, zowel richting studenten als richting medewerkers’

Proef

Om de Engelstalige instroom onder controle te houden willen Ten Dam en Verbeek inzetten op een numerus fixusregeling voor de Engelstalige opleidingen én tracks. Dus eigenlijk wat bij wijze van proef het afgelopen jaar al bij psychologie is gebeurd.

 

Ten Dam: ‘We gaan volledig inzetten op tweetaligheid, zowel richting studenten als richting medewerkers. Dat wil zeggen “vloeiend actief” voor Nederlanders en “passief, lees verstaan” voor niet-Nederlanders. Dat hebben we de laatste tijd een beetje laten versloffen, maar daar gaan we hard aan trekken. Dat betekent ook dat niet-Nederlandse medewerkers moeten investeren in de Nederlandse taal. Dat gaan we doen samen met de afdeling UvA Talen.’

Verbeek: ‘We kijken of we dat ook in arbeidsovereenkomsten kunnen opnemen, al zal het lastig zijn om dit in de praktijk keihard af te dwingen. Amsterdam is en blijft een internationale stad waar het vaak niet eens mogelijk is in het Nederlands een kop koffie te bestellen op een terras.’

Ten Dam: ‘Ik verwacht dat we rond het collegejaar 27|28 de tweetaligheid van de UvA hebben geëffectueerd.’

 

‘Tamelijk kritisch’

De Onderwijsraad onder leiding van aankomend UvA-collegevoorzitter Edith Hooge, heeft zich inmiddels tamelijk kritisch uitgelaten over de nieuwe wet. De raad heeft de minister geadviseerd het voorstel ‘nader te doordenken en uit te werken’. De raad ziet problemen ‘bij de voorgestelde maatregelen over de voertaal van opleidingen, in het bijzonder met de onderbouwing, proportionaliteit, rechtszekerheid en uitvoerbaarheid’ van de nieuw wet. Inmiddels ligt de wet bij de Raad van State voor advies.

 

Verbeek: ‘Maar de Tweede Kamer kan zo’n advies naast zich neerleggen.’

Ten Dam: ‘De Kamer wil minder Engelstalig onderwijs, maar ik vraag me af of men werkelijk op de hoogte is van de huidige wet- en regelgeving. Ik heb Tweede Kamerleden gesproken die niet wisten dat wij wettelijk geen internationale studenten uit de EU mogen weigeren. Dat is gewoon Europese wetgeving.’

Verbeek: ‘Er komen gelukkig nog een paar momenten waarop wij de redelijkheid van onze argumenten naar voren kunnen brengen.’

Ten Dam: ‘Dat gaan we met verve doen, want dit is echt een slechte en onuitvoerbare wet.’

Verbeek: ‘In Denemarken is vergelijkbare wetgeving al na korte tijd teruggedraaid, toen duidelijk werd wat de effecten waren op de universiteiten en de arbeidsmarkt. Als deze wet zou worden ingevoerd, zal Nederland daar over een tijd echt spijt van hebben. Zoals de wet er nu ligt is het gewoon een slechte wet.’