Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Foto: CDC via Unsplash
actueel

UvA-hoogleraar: Belabberde woningmarkt jaagt leraar de stad uit

Jip Koene,
25 januari 2024 - 18:02

Doordat basisschoolleraren geen dak boven hun hoofd weten te vinden in Amsterdam, verlaten ze de stad. Daardoor loopt het lerarentekort nóg verder op, concluderen onderzoekers van onder meer de UvA. ‘Het zorgt voor ongelijkheid: de tekorten zijn het grootst op scholen waar goed onderwijs het meeste verschil kan maken.’

De woningmarktpositie van basisschoolleraren is de afgelopen tien jaar erg verslechterd. Dit leidt steeds vaker tot hun vertrek uit Amsterdam én hun vertrek van de Amsterdamse arbeidsmarkt. Inmiddels is het lerarentekort in de hoofdstad opgelopen tot bijna twintig procent. Dat heeft weer gevolgen voor de onderwijskwaliteit en kansengelijkheid in de stad, schrijven onderzoekers van de UvA en HvA in een gezamenlijk onderzoeksrapport. Vijf vragen aan hoogleraar bevolkingsdynamiek en ruimtelijke ontwikkelingen Dorien Manting, betrokken bij het onderzoek.
 
Waarom is het zo belangrijk dat de leraar in de stad woont?
‘Uit gesprekken met pabo-studenten en leerkrachten bleek dat de woningmarkt een belangrijke factor is in de keuzes die zij maken tijdens hun loopbaan. Daarnaast blijkt uit de cijfers dat een derde van de groep leraren die de Amsterdamse woningmarkt verlaat, binnen twee jaar elders een baan vindt. De benarde Amsterdamse woningmarkt brengt hen te weinig perspectief. Logisch dat zij de stad verlaten, maar het vergroot wel de tekorten in Amsterdam.’

Foto: Janita Sassen
Dorien Manting

‘Het welzijn van de leraren die wel in de stad blijven (door te hoge werkdruk), van leerlingen (te weinig begeleiding) en uiteindelijk ook de toekomstige generaties hebben te lijden onder de tekorten. Daarnaast levert het ongelijkheid op in een stad als Amsterdam: de tekorten zijn namelijk het grootst op scholen waar goed onderwijs het meeste verschil kan maken. Het is daarom belangrijk om ook de woningmarktpositie voor deze cruciale beroepsgroep te verbeteren en het werken in Amsterdam weer aantrekkelijk te maken.’
 
Waarom richt dit onderzoek zich enkel op leraren en niet ook op andere cruciale beroepen zoals zorgmedewerkers en politieagenten?
‘We hebben ook naar zorg en politie gekeken. Daaruit blijkt dat er een groot verschil zit tussen hun inkomenspositie en dat van leraren. Uit onderzoek blijkt dat politiemedewerkers over het algemeen een net wat hoger huishoudinkomen hebben en we zien dat die groep makkelijker toegang heeft tot bijvoorbeeld de koopsector. Bij lagere huishoudinkomens, zoals dat van verplegers, zien we dat zij eerder toegang hebben tot de sociale huursector. Het huishoudinkomen van leerkrachten in het primair onderwijs is iets hoger dan dat van de verplegers. Daardoor vallen zij net tussen wal en schip: ze hebben minder toegang tot de sociale huur en koopsector, waardoor ze dus sneller een woning elders gaan zoeken.

Alhoewel de gemeente ook een voorrangsregeling heeft voor leerkrachten in de sociale huursector, blijkt dat toch weinig te helpen

Wat doet de gemeente Amsterdam nu al om het lerarentekort aan te pakken?
‘De gemeente zet veel in op ondersteuning van leerkrachten door het bevorderen van zij-instroom of door het geven van parkeervergunningen aan scholen. Daarnaast is er natuurlijk het nieuwe cao-akkoord voor primair onderwijs met betere arbeidsvoorwaarden. Op allerlei fronten wordt er dus gewerkt aan de verbetering van de positie van leerkrachten. Maar het is blijkbaar nog niet genoeg.’

‘Alhoewel de gemeente ook een voorrangsregeling heeft voor leerkrachten in de sociale huursector, blijkt dat toch ook weinig te helpen: veel leerkrachten hebben al geen recht op een sociale huurwoning en bovendien zijn de wachtlijsten zo groot dat tegen de tijd dat degenen die wel een aanmerking komen alweer te veel verdienen.  Daarnaast zijn de woningen vaak te klein voor leerkrachten met een jong gezin. Dus de match tussen vraag en aanbod bij leerkrachten is ook nog eens ingewikkeld.’
 
Voorrangsregelingen bij sociale huur, benadeelt dit niet juist ook andere groepen, zoals gezinnen met lage inkomens?
‘Dat is inderdaad een groot dilemma. Op het moment dat je voorrang geeft aan deze groepen, kun je natuurlijk geen voorrang geven aan andere groepen gezien de huidige krapte op de woningmarkt. Uiteindelijk is het een politieke keuze. Er zijn al veel voorrangsregelingen voor bijvoorbeeld spoedzoekers, zoals mensen in een scheiding, of mensen met een lichamelijk beperking. Maar op een gegeven moment is de koek op. Met dit onderzoek laten we alleen maar zien dat als je het werkklimaat voor leraren gunstiger wilt maken, en de tekorten wilt terugdringen, dat je dat via de woningmarkt kunt doen.’
 
Waar ligt voor jou de oplossing?
‘Op korte termijn zouden we de we de woonsituatie van leraren kunnen verbeteren door een verruiming van tijdelijke wooncontracten voor starters of het vaker aanbieden van gezinswoningen. Maar uiteindelijk gaat het natuurlijk over het tekort aan woningen in Amsterdam. Er zijn allerlei belemmeringen die de bouw doen stagneren, daar moet eerst een oplossing voor komen. Daarnaast moet er ingezet worden op beter regionaal vervoer, want je kunt natuurlijk nooit iedereen een plekje bieden in Amsterdam. Dus zorg ook dat de verbinding met de regio voldoende is om het aantrekkelijker te maken om in Amsterdam te gaan werken – en elders te wonen.’