Er is geen sprake van ‘een onvrije cultuur’ of ‘ernstige institutionele misstanden’ die een bedreiging vormen voor de academische vrijheid aan de Faculteit Maatschappij en gedrag van de UvA. Dat concludeert de commissie-Stolker in haar vandaag verschenen rapport Krachtig en kwetsbaar, naar aanleiding van de klokkenluidersmelding van docent Laurens Buijs.
Toch heeft de commissie wel zorgen, want de academische vrijheid is in de praktijk niet vanzelfsprekend. Het actief bewaken en bevorderen daarvan is een belangrijke opdracht voor de universiteit, aldus commissievoorzitter Carel Stolker, emeritus hoogleraar privaatrecht en oud-rector magnificus van de Universiteit Leiden. Hij kreeg eind januari de opdracht onderzoek te doen naar eventuele institutionele misstanden en het mogelijk bestaan van een ‘woke’ organisatiecultuur aan de Faculteit Maatschappij & Gedrag (FMG), in het bijzonder bij de sectie sociale wetenschappen. Naast Stolker zaten in de commissie Janka Stoker (RUG) en Berteke Waaldijk (UU).
Directe aanleiding voor het instellen van de commissie was een opiniestuk op de website van Folia van docent interdisciplinaire sociale wetenschap Laurens Buijs. Met dit artikel onder de titel ‘Woke-cultuur bedreigt de academische vrijheid bij sociale wetenschappen’ barstte een UvA-brede en landelijke discussie los – die deels via de sociale media ontspoorde – over de (bedreiging van de) academische vrijheid, wat precies onder dit begrip wordt verstaan en of die vrijheid grenzeloos is of niet.
Opener cultuur dan Buijs beschreef
Het opiniestuk had Buijs geschreven omdat er naar zijn zeggen door het UvA-bestuur te weinig was gedaan met zijn klokkenluidersmelding waarin hij de misstanden en de in zijn ogen gebrekkige academische vrijheid had aangekaart. In het artikel constateerde hij dat de FMG een diversiteitsbeleid voerde waarmee ‘het paard van Troje’ was binnengehaald, waarbij het ‘radicaal woke gedachtegoed’ maatgevend was geworden, onder meer zichtbaar aan het in zijn ogen onwetenschappelijk en ‘obsessieve’ gebruik van de term ‘non-binair’. Het daarbij gebruik van alternatieve persoonlijke voornaamwoorden was volgens hem ‘een lege hype’.
De commissie heeft hier de afgelopen maanden uitgebreid onderzoek naar gedaan en met vele betrokkenen gesproken. Daarbij heeft zij gelet op tekenen van een cultuur ‘waarin mensen zich niet vrij voelen om zich uit te spreken, ideeën te opperen, informatie en kennis te delen, en te leren’. De commissie heeft zo’n onvrije cultuur bij de opleiding interdisciplinaire sociale wetenschap niet aangetroffen. ‘Uit de gesprekken is een opener cultuur naar voren gekomen dan de melder [Laurens Buijs, DW] beschrijft. Dat gold voor zowel studenten als medewerkers en bestuurders.’ Ook zijn er volgens de commissie ‘geen aanwijzingen’ dat Buijs zelf in zijn academische vrijheid is beknot.
Collegevoorzitter Geert ten Dam zegt in een reactie ‘blij’ te zijn dat er niet een dergelijke cultuur bestaat. ‘Maar de commissie vraagt terecht aandacht voor de sociale en psychologische veiligheid die nodig is om gevoelige onderwerpen met onderling respect en in een sfeer van openheid te kunnen bespreken. Dat moeten wij ons allemaal aantrekken.’
Academische vrijheid
Dan de academische vrijheid. Staat die onder druk of valt het wel mee? Het valt niet mee, concludeert de commissie. Niet alleen aan de UvA niet, maar ook elders niet, een conclusie die het Europees Parlement afgelopen voorjaar ook al trok. De commissie geeft aan zich zorgen te maken over de toenemende grimmigheid van het maatschappelijk debat, politieke inmenging, sociale uitsluiting en keuzevrijheid voor wetenschappers over samenwerking. ‘Het actief bewaken en bevorderen van de academische vrijheid en de institutionele autonomie is een urgente opdracht voor universiteiten’, aldus de commissie.
De commissie komt daarom met een tiental aanbevelingen om de academische vrijheid te borgen en te versterken. Die gaan onder meer over het laten zien van academische vrijheid als kernwaarde, het actief betrekken van studenten hierbij, de bestuurlijke afstand tot de inhoud van onderwijs en onderzoek, het wegblijven bij woke/anti-woke ‘gevechten’, het bestrijden van een cultuur waarin collega’s en gastsprekers worden gecancelled en het expliciet spreken over de relatie tussen academische vrijheid en het maatschappelijk debat.
De ziel van de universiteit
UvA-rector Peter-Paul Verbeek zegt in een reactie op dit deel van het rapport: ‘De aanbevelingen en beschouwingen van de commissie over academische vrijheid geven aanleiding tot zorg. De polarisatie in de samenleving is ook binnen universiteiten een steeds grotere rol gaan spelen, ook aan de UvA. Dat plaatst ons voor de gezamenlijke opgave om zelfcensuur en intolerantie te voorkomen. Academische vrijheid is de ziel van de universiteit, en die moeten we beschermen en op een goede manier verbinden met onze maatschappelijke betrokkenheid. De tien aanbevelingen bieden ons mooie handvatten om dit verder vorm te geven.’
Lees het hele rapport van de commissie-Stolker via deze link.