Receptionist Godert de Wit werkt 23 jaar bij Crea en heeft de samenstelling van zowel de bezoekers als de staf flink zien veranderen. ‘Het kwam weleens voor dat iemand tijdens een dienst zijn roes aan het uitslapen was.’ Deel twee van een tweeluik over Crea.
Het is dinsdagmiddag en het Crea-cafe zit vol met studenten, zelfs in de nisjes. De meesten staren naar hun opengeklapte laptops en lijken geen last te hebben van het lawaai om hen heen. Onbegrijpelijk, vindt Godert de Wit. ‘Ik zou hier niet kunnen studeren,’ lacht hij. Veel te rumoerig.
De Wit is ruim 23 jaar receptionist van Crea, het culturele centrum van de universiteit, en nestor van de baliemedewerkers. Hij is iemand die de verhuizing van Crea naar de huidige locatie – een gerenoveerde diamantslijperij aan de Nieuwe Achtergracht – nog heeft meegemaakt. En zo denken zijn collega’s: de ideale persoon voor een interview met Folia over de veranderingen binnen Crea.
Zelf, bescheiden als hij is, tempert hij de verwachtingen; maar met een interview gaat hij graag akkoord. Hij stelt voor om het gesprek te voeren op een wat rustigere plek in het oudste gedeelte van het gebouw, uit 1845. Hoeven we alleen maar even een sleutel te pakken achter de balie.
Zijn vaste werkplek bevindt zich pal naast de steile trap in de vide. ‘Te steil zelfs,’ vindt De Wit. ‘Zeker als je bovenaan staat, zijn mensen nog weleens bang dat ze hun been gaan breken door die trap. Vooral oudere mensen ervaren dat.’ Het is een van de opmerkingen die hij als receptionist vaak te horen krijgt. Al valt die in het niet bij die andere, veelgehoorde – maar volgens De Wit ook terechte – vraag: ‘Waar is de wc hier?’
Die is immers nogal verstopt in het gebouw, als ware er geen ruimte meer voor was. ‘Achter in het café was een logischere plaats geweest,’ denkt De Wit. ‘Daar is tenslotte voldoende ruimte.’ Nu moet je een halve wenteltrap op, om vervolgens door een smal, verstopt gangetje rechts, de wc’s te kunnen bereiken.
Van klassiek ballet naar salsa
Het interview met De Wit vindt plaats in een kamer op de derde verdieping waar cursussen in monteren gegeven worden. Crea biedt tegenwoordig een keur aan creatieve cursussen, die voornamelijk gericht zijn op de podiumkunsten. De zomercursussen, waarbij je een week lang wordt ondergedompeld in een bepaalde kunst – van fotografie en schrijven tot dansen en acteren – is een echte aanrader, vindt De Wit. ‘Dat zijn altijd hele leuke dagen, die veel reuring opleveren in het gebouw.’
Het type cursussen in Crea is na verloop van tijd wel veel veranderd, ziet De Wit. Neem danscursussen: ‘Voorheen werden vooral cursussen modern en klassiek ballet aangeboden. Nu zien we onder meer veel aanvragen voor hiphop, breakdance en salsa binnenkomen.’
Alle aanvragen voor ruimtes in het Crea-gebouw gaan via hem, of de andere receptionisten. Met de enorme groei van de (internationale) studentenpopulatie aan de UvA, nam ook het aantal belletjes naar de receptie navenant toe. Steeds vaker staat de telefoon roodgloeiend, vertelt hij. ‘Mensen verkijken zich er nog weleens op, hoe druk het kan zijn bij de receptie.’
Niettemin vindt hij het ontzettend fijn om te werken bij hét culturele centrum van de universiteit waar hij zelf in de jaren ’90 film- en tv-wetenschappen (thans multimediastudies) studeerde. Weinig verrassend is de enige cursus die hij zelf bij Crea heeft bijgewoond, een cursus filmmontage.
Roes uitslapen
Voordat Crea in 2011 zijn intrek nam aan de Nieuwe Achtergracht op de Roeterseilandcampus, lag het cultureel centrum van de UvA aan het Turfdraagsterpad in Amsterdam. Hartje centrum, op het Binnengasthuisterrein, waar nu de nieuwe universiteitsbibliotheek gebouwd wordt. Crea fungeerde toen niet zelden als een soort verkapt dorpshuis, illustreert De Wit. ‘Buurtbewoners van diverse pluimage kwamen af en aan om een praatje te maken of een cursus te volgen.’
Ook de staf bestond toen uit verschillende type mensen. Waaronder alcoholisten: ‘Het kwam weleens voor dat iemand tijdens een dienst zijn roes aan het uitslapen was,’ vertelt De Wit. Het was wat vrijer en de werknemers waren erg cultureel geëngageerd. Crea is nadien steeds meer geprofessionaliseerd, zegt hij.
De Wit mist de oude locatie nog weleens. ‘Je zit hier toch een beetje buiten het centrum. Op het Binnengasthuisterrein hadden we meer contact met buurtgenoten en zaten er meer horecatentjes in de omgeving.’ Dat ontbreekt hier, volgens De Wit.
‘Bovendien heeft het zwarte UvA-gebouw aan de overkant (gebouwen A tot en met D) er voor gezorgd dat het terras van Crea nooit meer zon te zien krijgt.’ Voor het diamantslijpen in de 19e eeuw was voldoende zonlicht nog onontbeerlijk, maar inmiddels dus niet meer. Toch vindt De Wit de Roeterseilandcampus en het gerenoveerde en hernieuwde Crea-gebouw een geslaagd geheel geworden. Hij ziet zichzelf niet snel vertrekken.