Schitteren op de Olympische Spelen van Tokio. Vijf UvA-studenten leven en lijden al jaren voor dat alles overstijgende doel. Maar nu het coronavirus verwoed om zich heen grijpt en de sportwereld verlamt, zien de vijf atleten hun droom in gevaar komen. Hoe gaan zij om met deze ongewisse situatie?
Jonas de Geus - Pielen in de woonkamer
Hoe het voelt om een WK finale van België te verliezen, weet hockeyinternational Jonas de Geus (21) sinds december van 2018. De student economie & bedrijfskunde wacht sindsdien op de Olympische Spelen van Tokio, het ideale podium voor een revanche...
‘De kans dat de Olympische Spelen gewoon door zullen gaan, wordt wel met de week kleiner. Maar ik heb er geen invloed op, dus ik maak me niet al te druk om. Ik merk het wel.
Wat ik oprecht moeilijker vind is dat thuis stil zitten. Ik ben gewend veel buiten te sporten. Het liefst zou ik over een hek klimmen om toch te gaan hockeyen. Maar we hebben afgesproken om dat niet te doen. Dat zou een heel slecht voorbeeld zijn voor de jeugd en de samenleving. Ik piel dus thuis met een stick en bal, en loop buiten hard. Hopelijk kunnen we met zijn allen een lockdown voorkomen. Zoiets lijkt me verschrikkelijk.’
Afrodite Zegers - Gevlucht uit Spanje
Rechtenstudente Afrodite Zegers (28) vertoefde vorige week nog op Mallorca, waar ze met bootgenote Lobke Berkhout trainde voor het WK 470 zeilen. Totdat het bericht kwam dat heel Spanje in lockdown zou gaan.
‘Alle zeilers kregen 48 uur op Spanje te verlaten. Er onstond meteen paniek in de haven van La Palma. Het werd een race tegen de klok om onze Olympische boten op tijd van het eiland te krijgen. Zeker toen ook de haven van Barcelona op slot ging.
In de nacht moest ik snel tickets voor de pont naar Valencia zien te regelen. Vanaf daar zijn we met één boot op het dak en één boot achter onze auto naar Nederland gereden. Heel langzaam, door toeterende vrachtwagens ingehaald. Na twee dagen rijden kwamen we veilig thuis aan, totaal gesloopt.
Onze boten staan dus nu hier, alleen verbieden de richtlijnen ons het water op te gaan. Het enige wat ik kan doen is boeken lezen over zeilen. Door zeilsituaties te visualiseren blijf ik in elk geval mentaal actief als zeiler.’
Nelson Ritsema - De vier zonder vier
Aan de internationale kwalificatie-eisen voor Tokio hebben roeier Nelson Ritsema (25, Slavische talen & culturen) en zijn bootmakkers van de 'vier zonder stuurman' reeds voldaan. In april zouden ze ook de nationale norm gaan halen, was het plan.
‘Het voelt leeg. De kalender ís ook leeg. De wedstrijden waar we wilden pieken zijn afgelast. Ik heb lang gedacht dat de Olympische Spelen veel te groot waren om te cancelen, maar de laatste dagen begin ik toch te twijfelen. Sporters zullen straks tijd nodig hebben om weer in topvorm te raken. Komt die tijd er wel?
Voorlopig kunnen we niet in onze vier trainen. De enige loods bij de Bosbaan die open is, heeft alleen boten voor kleine nummers. We trainen dus nu in tweetallen. Niet ideaal, maar beter dan niets natuurlijk.
Onze hoop is gericht op het EK in juni. Als dat doorgaat en de situatie stabiel is geloof ik er nog wel in. Mijn vriendin past op de kinderen van iemand die dicht bij het vuur zit, dus als er slecht nieuws over het EK aan komt, dan hoor ik het snel. Voorlopig blijft het gelukkig stil.’
Fleur Jong - Niet langer welkom bij haar thuis
Fleur Jong (24, communicatiewetenschap) kon de Olympische medaille om haar nek al bijna voelen. De para-atlete staat eerste op de wereldranglijst bij het verspringen.
‘Het voelt heel raar. Als sporter heb je altijd een stip aan de horizon. Maar nu alle wedstrijden op losse schroeven staan is dat opeens verdwenen.
Ik probeer fit te blijven, voor zover dat mogelijk is. Ik heb geen onderbenen meer, dus ik ren en spring met behulp van speciale blades. In de duinen lukt dat een beetje. Maar écht vol sprinten met blades kan alleen op de atletiekbaan.
Het Olympisch Stadion in Amsterdam is voor mij meer dan een trainingsplek. Daar doe ik mijn blades aan en voel ik me snel en krachtig. Dat is zo’n andere ervaring dan wanneer ik moeizaam door de stad loop, in een rolstoel zit of thuis op handen door de gang beweeg. Maar ja, alle atletiekbanen zijn nu verboden terrein. Heel begrijplijk, maar ik mis het wel…’
Laurine van Riessen - Zij wil wel, haar bond niet
Als eerste Nederlandse vrouw medailles winnen bij de Olympische zomer- én winterspelen. Dat is het doel van baanwielrenner en ex-schaatser Laurine van Riessen (32, fiscaal recht). Haar wens botst frontaal met de voorkeur van wielerbond KNWU, die pleit voor de annulering van de Spelen.
‘Tot dusver boffen we als wielrenners. We kunnen gewoon buiten fietsen of thuis op een wattbike trainen. Als je dat vergelijkt met zwemmers die het zwembad niet meer in mogen, dan mogen we van geluk spreken.
De voorbije jaren heb ik alles op de komende Spelen gericht. Mochten die niet doorgaan, pfoe. Tsja. Als het écht zo ver komt, dan zal de situatie in de wereld extreem ernstig zijn, en dan kun je er niet over klagen. Maar er zijn nog maanden te gaan. Wie weet hoe het zich ontwikkelt. Ik heb nog hoop.’
Het Internationaal Olympisch Comité wil binnen vier weken een definitieve beslisisng nemen over het doorgaan van de Spelen van Tokio.