Twee op de drie medewerkers die in 2015 aan de UvA werken heeft een flexibel contract. Van de medewerkers die in dienst zijn bij de UvA - hiertoe behoren bijvoorbeeld ook promovendi en student-assistenten, maar niet degenen die freelance of gedetacheerd werken - heeft 43 procent een tijdelijk contract. Dit blijkt uit het onderzoeksrapportDownload hier het volledige rapport als pdf-bestand. van het Amsterdams Instituut voor ArbeidsStudies (AIAS), dat vandaag gepresenteerd is aan de tijdelijke Commissie Personeel van de UvA. Tientallen UvA-medewerkers die de afgelopen tien jaar recht hadden op een vast contract, hebben dit niet gekregen.
Een deel van de onvrede die ten grondslag lag aan de Maagdenhuisrevolte ging over het grote aantal flexcontracten, de zogenoemde ‘flexibele schil’. Het College van Bestuur van de UvA en de HvA (CvB) besloot in het tienpuntenplanHet tienpuntenplan is een reeks beloftes die het College van Bestuur tijdens de Maagdenhuisbezetting deed. tegemoet te komen aan de actiegroepen en ‘paal en perk te stellen aan tijdelijke arbeidscontracten’.
Het CvB zegde toe hierover afspraken te maken met de vakbonden en de Centrale Ondernemingsraad van de UvA. Omdat eerst duidelijk moest worden hoe groot de verhouding tussen het aantal flexcontracten en vaste contracten was, vroeg de universiteit het AIAS om onderzoek te doen.
Vooral jongeren en wetenschappers
Nu blijkt niet alleen dat zeker twee derde van de UvA-medewerkers een flexibel contractDaarbij gaat het om werknemers die via tijdelijke dienstverbanden, als uitzendkracht, detachant, zelfstandige, gast of onbezoldigde voor de UvA werken. heeft, maar ook dat het aantal flexcontracten de afgelopen tien jaar sterk is toegenomen. Rond 2005 had iets meer dan de helft van de mensen aan de UvA een vast contract. Dat betekent bijna een halvering in tien jaar.
'Dat in Nederland het aantal flexcontracten toeneemt weten we al langer,' zegt Paul de Beer, bijzonder hoogleraar arbeidsverhoudingen aan de UvA en een van de auteurs van het rapport, 'maar voor zover ik weet is het voor het eerst dat de verhoudingen tussen vaste contracten en tijdelijke contracten zo gedetailleerd en in een openbaar rapport in kaart zijn gebracht'.
Vooral jongeren en wetenschappers krijgen te maken met flexcontracten. Van het wetenschappelijk personeel in dienst van de UvA heeft 58% een flexibel contract – tegenover een percentage van 23% bij het ondersteunend en beheerspersoneel. Van de medewerkers tot 35 jaar heeft negen op de tien een flexcontract. Bij medewerkers die ouder zijn dan 55 is dat een op de drie.
Wel recht, niet gekregen
UvA-medewerkers van wie het tijdelijk dienstverband afloopt krijgen slechts bij hoge uitzondering een vast contract: maar een op de vijfentwintig medewerkers kan binnen zes maanden voor onbepaalde tijd aan de slag. Van de medewerkers die vooraf, door bijvoorbeeld een tenure-track, uitzicht hadden op een vast contract is dit aandeel groter: twee op de vijf.
Het AIAS vond dat de afgelopen tien jaar 95 UvA-medewerkers geen vast contract hebben gekregen terwijl ze hier overeenkomstig de cao Nederlandse universiteiten wel recht op hadden. Volgens de cao mag een keten van dienstverbanden niet meer dan drie tijdelijke contracten tellen, of langer dan vier of zes jaar durenIn de cao die tussen 2011 en 2013 geldig was gold de termijn van vier jaar voor ondersteunend personeel, en die van zes jaar voor wetenschappelijk personeel. In de nieuwe cao is dit gelijk getrokken naar vier jaar.. Daarna ontstaat automatisch recht op een vast dienstverband. Hier is in 2% van de tijdelijke dienstverbanden niet aan voldaan. 'In een op de drie gevallen is dit later wel alsnog gebeurd,' zegt De Beer.
Twee weken geleden bleek al dat de UvA zich niet altijd vanzelf aan die ketenrichtlijn heeft gehouden. Dit gebeurde nadat Remko Koopman, de vertrouwenspersoon individuele rechtspositie, in een bindend advies had geoordeeld dat in het geval van negen tijdelijke contracten de cao niet was nageleefd. Het College van Bestuur besloot om in die gevallen alsnog een vast contract te geven.
Update 9 december 2015 18:30 uur
HvA-rector Huib de Jong, die portefeuillehouder personeelsbeleid is in het UvA-bestuur, stelt dat de UvA juist op de goede weg is, verwijzend naar een daling van het aantal docenten en onderzoekers dat tijdelijk in dienst isIn deze berekening worden freelance docenten en gedetacheerden niet meegenomen.. 'De komende periode zullen wij, in samenwerking met de hoofden P&O van de faculteiten een Plan van Aanpak presenteren op basis van een nieuwe HR-Agenda. Hiermee kijken we breder hoe het personeelsbeleid in onze organisatie vorm te geven.'
Daarnaast benadrukt men dat de UvA zich strikt zal houden aan de nieuwe universitaire cao.