Betaalbare studentensport blijft tóch, maar culturele instellingen verkeren in onzekerheid
Studentensport blijft goedkoop voor studenten. Dat maakte onderwijsminister Bruins woensdagmiddag duidelijk in een debat in de Tweede Kamer. Voor culturele instellingen zoals Crea blijft de situatie onduidelijk.
Goed nieuws voor de studentensport: studenten kunnen gebruik blijven maken van kortingen bij sportverenigingen en sportfaciliteiten van de hogeschool of universiteit. Dat verduidelijkte minister Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap woensdagmiddag in een debat in de Tweede Kamer. Ook Bruins vindt het, net als de rest van de Tweede Kamer ‘onwenselijk dat sport vreselijk duur is’, schrijft de NOS.
Eerder vreesden studentenorganisaties dat minister Bruins een einde wilde maken aan de publieke bekostiging van universitaire sport- en cultuuractiviteiten, zoals Crea en het Universitair Sportcentrum (USC). De minister wil namelijk het beleid aanscherpen: volgens wettelijke regels vallen sportvoorzieningen en cultuuractiviteiten namelijk onder ‘private activiteiten’ die de universiteiten en hogescholen niet uit onderwijsgeld zouden mogen bekostigen. Dat zou leiden tot marktverstoring, aldus de minister, omdat ook commerciële bedrijven deze voorzieningen aanbieden.
In de praktijk bestaan de wettelijke regels al meer dan twintig jaar en wordt de financiering van het hoger onderwijs voor studentensport al die tijd gedoogd. Volgens Bruins is de verwarring ontstaan omdat hij duidelijk wilde maken dat er jarenlang in ‘grijs gebied’ geopereerd is. Nu wil hij expliciet een uitzondering maken voor de studentensport. Al moet wel nog duidelijk worden verantwoord, zegt de minister, waarom er specifiek voor sport een uitzondering mag gelden, en niet voor goedkoper eten of culturele activiteiten.
Crea
Wat Bruins van plan is met de subsidie voor culturele instellingen zoals Crea, blijft na het debat dus onduidelijk. Crea-directeur Dennis van Galen, die het debat gisteren volgde, had eigenlijk verwacht dat de minister zowel voor sport als cultuur een uitzondering zou maken. Van Galen: ‘Dezelfde argumenten om een uitzondering te maken voor sport gelden ook voor cultuur: elkaar ontmoeten, mentaal en sociaal welzijn en persoonlijke ontplooiing. Van Studium Generale (lezingen, debatten en creatieve cursussen die de universiteiten aanbieden onder de noemer van algemene ontwikkeling, red.) heeft de minister al gezegd dat het onderdeel is van de universiteiten. Dat is precies wat Crea doet.’
Ondanks de onduidelijkheid blijft Van Galen optimistisch. ‘De sport heeft in hele korte tijd een sterke lobby op weten te zetten en krijgt nu een uitzondering. Voor cultuur zijn we daar ook mee bezig. En ook Kamerleden van Groen-Links en D66 hebben gisteren al vragen gesteld over cultuur.’
Ook weet Van Galen zich gesteund door vertrekkend CvB-lid Jan Lintsen die eerder al heeft laten weten de plannen van de minister onzin te vinden en Crea en USC financieel wil blijven steunen. Vanmiddag zal Van Galen met hem weer in gesprek gaan over de kwestie.
