Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Sjakkelien Vollebregt/Nationaal Archief (Wikimedia)
actueel

Recensie | Theo van Gogh: cineast voor wie het vrije woord absoluut was

Dirk Wolthekker,
31 januari 2024 - 16:10

Het is dit jaar twintig jaar geleden dat cineast en columnist Theo van Gogh werd vermoord in de Amsterdamse Linnaeusstraat. Historicus Jaap Cohen heeft zeven jaar gewerkt aan de machtige biografie van deze controversiële figuur van bijzondere komaf.

‘Ik steek mijn vinger in de lucht en schat dat Nederland, net als elders in Europa, een kwart van het electoraat racistische sympathieën heeft. Zou ’t niet beter zijn als het gif gewoon bovenkomt in plaats van als een oncontroleerbare veenbrand ondergronds voort te woeden?’ Aldus cineast en columnist Theo van Gogh in 1993 in een column in Folia. Van 1993 tot 1995 was Van Gogh (1957-2004) columnist van het universiteitsblad, eerst in de vorm van een briefwisseling met schrijver Boudewijn Büch onder de titel ‘Wassenaarse brieven’, later met een eigen column.

Zijn columns deden geregeld veel stof opwaaien, met als tragisch dieptepunt een uiterst kwetsende, macabere en antisemitische column over de joodse UvA-historica Evelien Gans, waarin hij beweerde dat Gans seksuele fantasieën had over kamparts Josef Mengele. De column leidde niet alleen tot diep gechoqueerde reacties, maar ook tot het voortijdig vertrek van Van Gogh als Folia-columnist, een keuze die hij overigens zelf maakte nadat de hoofdredactie openlijk en in het blad haar excuses had aangeboden voor de column. Dat was tegen het zere been van Van Gogh, voor wie het vrije woord een absoluut, grenzeloos en onherroepelijk karakter had.

 

Kwetsen als levensstijl

Het waren enerverende jaren van een even enerverend leven als cineast, columnist, regisseur en scenarioschrijver, waaraan op 2 november 2004 een einde kwam door de brute slachting van Van Gogh door Mohammed Bouyeri in de Linnaeusstraat in Amsterdam-Oost. Jaren die tot leven komen in de vuistdikke biografie De bolle Gogh over het leven en de dood van deze controversiële figuur, altijd bereid vriend en vijand diep te beledigen of te kwetsen, zoals hij ook deed in zijn Folia-column over de inmiddels overleden Evelien Gans. Half bekend en minder bekend Nederland heeft te maken gehad met zijn recalcitrante, diep kwetsende optreden, uitspraken en schrijfsels.

‘Ik heb in Amsterdam te veel geflipte 3 stuiver-cineasten zien rondhangen om al mijn kaarten op één troef te zetten’

Echtscheidingsadvocaat

Theo van Gogh was nazaat van de wereldberoemde negentiende-eeuwse kunstschilder Vincent van Gogh, die een overoudoom van hem was. Hij stond ambivalent tegenover deze familierelatie. Enerzijds zei hij ‘hoer genoeg te zijn’ om er dankbaar gebruik van te maken’, anderzijds moest hij niets hebben van ‘de Van Gogh-biz’. Nee, Theo van Gogh maakte zijn eigen ‘biz’, die ermee begon dat hij ‘kakdorp’ Wassenaar op zijn achttiende verliet om naar Amsterdam te trekken, waar hij het grootste deel van zijn leven zou blijven.

 

Aanvankelijk dacht hij erover bij Vrij Nederland journalist te worden, maar verder dan een kladsollicitatiebrief – hoe mooi dat die nog bewaard is gebleven – kwam die ambitie niet. Echtscheidingsadvocaat leek hem een betere optie, dus schreef hij zich in als rechtenstudent aan de UvA. ‘Niet omdat de studie rechten hem zo interessant leek, maar omdat relaties tussen man en vrouw hem mateloos interesseerden,’ aldus de biograaf. Als echtscheidingsadvocaat zou hij inspiratie op kunnen opdoen voor de films die hij hoopte te gaan maken. Hij wilde bovendien niet op één paard wedden, zo schreef Van Gogh aan zijn  vader. ‘Ik wil altijd blijven filmen, maar ik heb in Amsterdam te veel geflipte 3 stuiver-cineasten zien rondhangen om al mijn kaarten op één troef te zetten,’ aldus de zoon. Echtscheidingsadvocaat zou hij nooit worden.

Oud Folia-columnist (1993-1995) Theo van Gogh.

Propria Cures

Naast Folia had van Gogh ook affiniteit met het roemruchte, satirische studentenweekblad Propria Cures, volgens hem ‘een instituut’. Hij hield volgens de biograaf van de oneerbiedige houding van ‘PC’ tegenover autoriteiten ‘en volgde vele pennenstrijden die in het blad werden uitgevochten’. Hij werd gevraagd als gastredacteur, een baantje dat hij erbij deed, zei hij, ‘bij wijze van hobby’. Zijn gastredacteurschap duurde zes maanden. Op zijn stukken kwamen nauwelijks reacties, maar een bundeling ervan lag onder de titel De Weldoener een paar maanden na zijn vertrek bij PC al in de winkel.

 

Hoewel hij niet werd toegelaten tot de filmacademie kreeg zijn eerste film Luger bij de uitreiking van de Gouden Kalveren van 1981 een eervolle vermelding. De hoofdpersoon van de film, de fascistische, wrede psychopaat Chris Luger, gijzelt daarin een zwakzinnig meisje. Volgens van Gogh zelf was de film overigens juist antifascistisch. Er zouden nog vele films volgen, waaronder de film Submission over de in zijn ogen slechte behandeling van vrouwen in islamitische families, een film die hij in het jaar waarin hij werd vermoord maakte met de VVD-politica Ayaan Hirsi Ali, zelf ook een controversieel figuur, over wie aan de UvA veel heisa ontstond toen zij uitgenodigd bleek voor het houden van een toespraak tijdens de opening van het academisch jaar.

 

Historicus en UvA-alumnus Jaap Cohen – eerder geroemd om de familiekroniek van een Portugees-Joodse familie waarop hij cum laude promoveerde – heeft een overrompelend en machtig meesterwerk afgeleverd, waarmee hij definitief zijn naam als biograaf heeft gevestigd. Hij deed er zeven jaar over, maar het resultaat is er dan ook naar: een populair wetenschappelijk boek waarin ondanks de tragische afloop van de protagonist ook veel te lachen valt, uitstekend gedocumenteerd en voorzien van een uitgebreide annotatie. Een boek dat de lezer van het begin tot het eind vasthoudt, vol met spannende en intrigerende anekdotes.

 

Jaap Cohen, De bolle Gogh (Amsterdam, 2024), ISBN: 9789021423814. Prijs: € 34,99