Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Romain Beker.
actueel

Fries aan de UvA: 'Oant de folgjende kear, famkes!'

Toon Meijerink ,
11 december 2023 - 11:20

Elk jaar wagen zich nog zo'n veertien studenten aan de tweede taal van Nederland: het Fries. In het ontspannen college maakt het niet uit of je uit ‘Fryslan’ komt of niks van de provincie weet. ‘Ik ben één keertje in Leeuwarden geweest, maar daar hoorde ik niemand Fries praten.’

Rachel, ragel, rach-el’, proberen de studenten Fries laat in de middag op het PC-Hoofthuis. ‘Nee, nee, nee!’, roept docent Pieter Duijff vrolijk. ‘Deze ‘g’ moet je juist niet achter in je keel laten klinken. ‘Raggggel’, laat hij in zijn strottenhoofd resoneren. Eén van de studenten vraagt, terwijl ze wanhopige pogingen doet de juiste ‘g’ in haar keel te vinden: ‘Wat betekent ‘rachel’ eigenlijk?’. Duijff glimlacht. ‘Slijm…’

 

Elke vrijdag geeft Duijff twee verschillende keuzevakken Fries. De vakken zijn vrij te volgen in de keuzeruimte; een minor Fries bestaat niet. Wel krijgen de studenten naast les over de taal ook de cultuur van Friesland bijgebracht, die volgens Duijff vaak samenhangt met de regionale taal. Duijff begint zijn dag met vier uur ‘Fries voor beginners’ aan studenten die nog vrijwel geen woord Fries kunnen. Dan volgt vier uur ‘Fries voor Friestaligen’ voor studenten die al ervaring hebben met de taal, maar het beter willen leren schrijven en spreken.

Foto: Romain Beker
Student 'Fries voor Friestaligen' Lideweij Bosga

Nuchter

De aandachtig naar Duijff luisterende Lidewij Bosga valt in die laatste groep. De Groningse sprak met haar Friese ouders thuis de eeuwenoude taal al dagelijks. ‘Dat was voor mijn ouders toch natuurlijker. Nederlands is echt een tweede taal voor hen. Voor mij ook eigenlijk.’ Eenmaal in Amsterdam begon de studente Literary and Cultural Analysis haar ‘moedertaal’ toch snel te missen. ‘In Amsterdam voelde ik me ineens nogal nuchter vergeleken met de rest van de stad. Door hier ook met Fries bezig te zijn behoud ik een beetje mijn binding met het Noorden.’

 

Duijff is dankbaar voor zulke Friezen die de studie van de taal in leven houden. ‘Het is toch jammer dat er al afgelegen dialecten van het Fries, zoals op Schiermonnikoog, aan het verdwijnen zijn,’ stelt de docent. ‘Alhoewel’, vervolgt de nuchtere Fries, ‘de wereld draait ook gewoon door, hoor.’

 

Beverwijker

De Friese Duijff vindt het ook wel prettig dat er jongeren zijn die puur voor hun plezier voor het Fries kiezen. Bijvoorbeeld de wat onderuitgezakt zittende student kunstgeschiedenis Noah Welp, die ‘Fries voor beginners’ op de bonnefooi koos. Glimlachend luistert hij naar zijn steevast Fries pratende docent. De Beverwijker legt uit: ‘Ik wist helemaal niks van Friesland. Ik ben een keertje in Leeuwarden geweest, maar daar hoorde ik niemand Fries praten.’

Foto: Romain Beker
Student 'Fries voor beginners' Noah Welp

Welp koos het vak deels omdat het hem ‘wel makkelijk’ leek. ‘En ik had een keer een leuk filmpje gezien, waarbij een Engelse man ging proberen om in het Hoog-Engels in Friesland een koe te kopen. Ik vond het wel grappig dat dit lukte.’ Het Fries heeft immers veel gelijkenissen met het Engels, bevestigt Duijff. ‘Je hebt veel klanken “hoog in de mond”. Het is daarmee ook een hele melodieuze taal; het is heel makkelijk om er bijvoorbeeld muziek op te maken.’

 

Gemarginaliseerd

Toch is het zingende karakter van het Fries niet de hoofdreden om de taal te studeren, denkt Duijff. ‘Ik zat zelf ooit op een tweetalige basisschool, Fries en Nederlands; die waren er in die tijd. Maar nu is het onderwijs Fries ook in Friesland gemarginaliseerd. Veel studenten zeggen dat ze slecht Fries onderwijs hebben gehad op de basis- of middelbare school. Zelf schrijf ik met mijn Friese studievrienden, of met andere Friese docenten aan de UvA, nog altijd in onze eigen taal.’

Fries aan de UvA

Aan de UvA zijn twee keuzevakken Fries te volgen in de vrije keuzeruimte van een bachelor. In ‘Fries voor beginners’ behalen studenten een A2-niveau in actief gebruik. In ‘Fries voor Friestaligen’ beogen de studenten een C1-niveau te bereiken. ‘Fries voor Friestaligen’ kan ook gevolgd worden als vervolgvak op ‘Fries voor beginners’. Beide vakken lopen in de eerste twee blokken van het eerste semester. De vakken worden op dit moment gegeven door Pieter Duijff van de Fryske Akademy, onder auspiciën van UvA-hoogleraar Germaanse taalkunde Arjen Versloot. 

Vandaar pakt de docent elke vrijdag vanaf zijn boerderij met schapen in Damwâld, onder Dokkum, de trein naar de UvA. De roep van studenten om het goed kunnen spreken en schrijven van het Fries van hun voorouders bleek ook in de hoofdstad nog steeds aanwezig. Negen studenten, veelal van Friese komaf, volgen immers ‘Fries voor geginners’; vijf Fries sprekende studenten kozen ‘Fries voor Friestaligen’.

 

Groningen

Het onderzoeksinstituut Fryske Akademy sinds 1990 gelieerd aan de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschap (KNAW), detacheert zodoende elk jaar een docent aan de UvA. De afgelopen jaren was dat Duijff, die zelf de in 1991 afgeschafte studie Fries aan de UvA volgde. Fries als hoofdvak kan nu alleen nog aan de Rijksuniversiteit Groningen worden gevolgd. Maar Bosga wilde geen Fries studeren in Groningen, al zegt ze wel: ‘Ik zou liever in Groningen willen wonen dan in Friesland. Friesland vind ik zo afgelegen.’ Welp ziet dat wonen in Friesland nog wél zitten. ‘Wonen of werken of gewoon een lange vakantie, zodat je echt de provincie in gaat en wat meer met Friezen spreekt. Friezen zijn heel open, denk ik. En Pieter Duijff vertelt altijd dat het een heel mooi gebied is.’

Foto: Romain Beker
Docent Pieter Duijff legt Fries persoonlijk uit aan een beginnende student

Of ze iets met de taal willen doen weten de twee studenten nog niet. ‘Ik wil eigenlijk graag de journalistiek in’, zegt Bosga voorzichtig, ‘maar het Fries Dagblad, dat weet ik niet zo.’ Welp vindt het wel handig om Fries te kunnen in verband met zijn bachelor kunstgeschiedenis. ‘Ik kan nu met Friezen over de kunst in die regio praten. Er is volgens mij veel Delfts Blauw dat uit Friesland komt. Maar ik vind Byzantijnse kunst ook heel cool.’

 

Het wordt al donker als Duijff de laatste studenten Fries van die lange dag uitzwaait. ‘Oant de folgjende kear, famkes (‘tot de volgende keer meisjes’, red.), schelt door de gang. Hij pakt zijn al loodzware tas in met op de tafel uitgespreide boeken over Friese plaatsnamen. ‘Ik heb in mijn rugzak ook twee Stolpersteine (de struikelstenen die bij voormalige huizen van slachtoffers van de Holocaust worden gelegd, red.)’, legt hij uit, terwijl hij de keitjes, bedekt met een bronskleurig metalen plaatje, in zijn tas laat zien. ‘Het zijn de eerste stenen in het Fries, en ik was één van de weinigen die de tekst voor deze Friese slachtoffers kon vertalen’, stelt Duijff enigszins trots.

 

Rijkgeschakeerd

De docent houdt de taal en haar rijke geschiedenis daarmee graag in leven, zij het via een woordenboek Fries, historische vertalingen of in zijn lessen vol enthousiaste studenten. Want aan het einde van de dag is Duijff toch blij dat hij bij het sluiten van het PC-Hoofthuis naar het Friese land kan terugreizen: ‘Als ik zo direct in de avond door onze rijkgeschakeerde provincie fiets, vind ik dat toch wel erg fijn. We hebben ons prachtige, eigen landschap, een eigen cultuur, vlag, taal. Uiteindelijk voel ik me daarom toch meer Fries dan Nederlander.’