Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Jeroen Oerlemans (UvA).
actueel

Collegevoorzitter Ten Dam: ‘Als wij stelling nemen, voeden we de polarisatie’

15 november 2023 - 12:29

Het conflict tussen Israël en Hamas verdeelt de UvA. Collegevoorzitter Geert ten Dam maakt zich ernstige zorgen. ‘Een diploma-uitreiking of open dag is niet het moment voor een politiek statement.’

Geert ten Dam is nu zo’n zeven en een half jaar collegevoorzitter van de UvA. In die tijd is er niet eerder een conflict geweest dat, in de woorden van Ten Dam, ‘zo enorm snel polariseerde’ aan de UvA als de huidige situatie in Israël en Palestina.

 

Ze maakt zich zorgen, ‘enorme zorgen’. In de eerste plaats over wat er in Israël en Palestina is gebeurd en nog altijd gebeurt – ‘afschuwelijk,’ vindt ze het, ‘mensonterend en hartverscheurend’. Maar in de tweede plaats, dichter bij huis, over de universiteit.

 

Want de UvA, die ‘veilig en op grote afstand van de oorlog’ opereert, raakt zienderogen meer verdeeld. Zo’n zevenhonderd promovendi, studenten en medewerkers dringen er in een open brief op aan dat het UvA-bestuur de Israëlische acties tegen de Palestijnen scherper veroordeelt. Ook een aantal Joodse wetenschappers en studenten verlangt dat, meldde NRC eerder deze week.

 

Tegelijkertijd durven Israëlische c.q. Joodse studenten met andere visies zich niet meer uit te spreken op de UvA, waardoor zij zich onveilig voelen, zei studentenrabbijn Yanki Jacobs tegen de Volkskrant. Ook Ten Dam laat weten meerdere berichten van bezorgde studenten en medewerkers ontvangen te hebben. ‘Van Joodse mensen bijvoorbeeld die zeggen: “Ik durf of wil niet meer op de UvA te komen. Is dit nog wel mijn universiteit? Want ik voel mij hier niet meer thuis.” Maar ook mails van Palestijnse studenten die zich afvragen: “Weet je wel wat er daar gebeurt?”’

 

Velen voelen zich niet gehoord of gesteund door de UvA. De hamvraag is: hoe ga je daar als universiteit mee om? Folia sprak hierover met bestuursvoorzitter Geert ten Dam, in haar werkkamer op Roeterseiland.

Wat maakt dit conflict zo anders dan de oorlog in Oekraïne?

‘Het conflict is in onze eigen community gekomen; het verpolitiekt in eigen huis. We zijn een enorm maatschappelijk betrokken universiteit. Daar ben ik ook trots op, dus het is goed dat de discussie wordt gevoerd. Maar het is ook heel persoonlijk geworden de afgelopen vier weken. De Holocaust zit natuurlijk diep in het geheugen van Amsterdam en Nederland. Dat is één kant. Aan de andere kant: de UvA staat altijd op de bres voor ongelijkheid en onderdrukking. Dat is een groot goed.’

 

Wat is volgens u de rol van de universiteit precies in zo’n conflict?

‘Belangrijk is dat we pal moeten staan voor academische vrijheid. Dat betekent dat we dit conflict van context en duiding moeten voorzien. Daarvoor hebben we enorm veel wetenschappers in huis. Zij organiseren bijvoorbeeld openbare discussies, waar studenten met elkaar in gesprek kunnen, op een academisch waardige- en verantwoorde manier. Iedereen moet zich afvragen: moet ik iets willen zeggen als dit door andere groepen binnen de UvA als heel kwetsend en intimiderend wordt ervaren.’

‘Over de oorlog in Oekraïne bestond geen polarisatie binnen de UvA’

Waar ligt volgens u de grens tussen een openbare discussie en een politieke demonstratie?

‘Een openbare discussie binnen een universiteit is een academisch debat met de daarbij behorende waarden en omgangsvormen. Een demonstratie is dat niet, zeker niet als er bijvoorbeeld leuzen worden gescandeerd. Daar zijn we als universiteit niet voor. Je doet dan bovendien iets met het veiligheidsgevoel van anderen.’

 

‘Waar de eerste teach-in (openbare les, red.) was vermengd met vlaggen en het scanderen van leuzen, is het afgelopen vrijdag in de Oudemanhuispoort wel goed verlopen. We leren daar dus van met elkaar, daar ben ik heel blij mee.’

‘Je moet soms de ruimte hebben – dat vind ik écht – om ook te kunnen zeggen: ik weet het niet.’

Toch zijn er legio mensen die aangeven dat de UvA niet politiek neutraal zou moeten zijn in dit conflict en de Israëlische acties in Gaza zou moeten veroordelen.

‘In ieder geval de mensen die dat luid gearticuleerd hebben, ja.’

 

De petitie daarvoor is inmiddels ruim 1.200 keer ondertekend.

‘En mogelijk ook meer. Dat is een substantiële groep. Maar als bestuurder ben ik verantwoordelijkheid voor het hoeden van de academische vrijheid en de veiligheid van iedere student en medewerker. Dat betekent escalatie en polarisatie tegengaan. Op het moment dat wij als college stelling nemen, voeden we de polarisatie. Dat moet je dus niet doen als bestuurder.’

 

‘Bovendien, zeg ik in alle eerlijkheid, vind ik het heel ingewikkeld om in dit al decennia durende, complexe conflict helder partij te kiezen. Dat geldt ook voor talloze studenten en medewerkers. Je moet soms de ruimte hebben – dat vind ik écht – om ook te kunnen zeggen: ik weet het niet.’

CV

Geert ten Dam (Eindhoven, 6 november 1958) is sinds 2016 voorzitter van het College van Bestuur van de UvA. Daarnaast is zij hoogleraar onderwijskunde aan de UvA en kroonlid van de Sociaal Economische Raad (SER).

 

Toenemende intolerantie

Aan het begin van dit academische jaar sprak Ten Dam in haar openingsrede al over de toenemende intolerantie aan de UvA. Daar ging het haar vooral nog om het wel of niet samenwerken met de fossiele industrie. ‘De ruimte voor het open debat moet zo groot mogelijk zijn, met het voorbehoud dat academici hun verantwoordelijkheden koesteren.’

Hoe verhoudt die neutrale houding als bestuurder zich tot het plakken van posters in het Maagdenhuis, waarbij de Russische inval in Oekraïne werd veroordeeld. U plakte zelf mee.

‘Ik vind dat een heel terechte vraag. Zeker de laatste tijd heb ik daar veel aan teruggedacht. Ik vond en vind de situatie van toen anders. Het ging toen om een unieke, eenzijdige agressie, waarover geen polarisatie bestond binnen de UvA, noch binnen Nederland.’

 

‘Ook in die situatie hebben we onze zorgplicht tegenover de Oekraïense, Russische en Wit-Russische studenten zo goed mogelijk proberen uit te voeren. En dan nóg – kun je je inderdaad afvragen of we toen het goede hebben gedaan.’

 

Dat is de vraag, maar wat is het antwoord? Of laten we het zo zeggen: zou u het weer doen?

‘Dat vind ik moeilijk, dat zijn van die “wat als”-vragen… Maar wat ik nu zie, is dat je er uiterst zorgvuldig en terughoudend mee moet zijn. Zeg echter nooit, nooit … Wij vonden het toen gerechtvaardigd, maar in principe moet je trouw blijven aan je eigen academische principes.’

 

En aan de eigen huisregels, neem ik aan. Daar staat immers expliciet in dat het plakken van posters van politieke aard helemaal niet mag op de UvA. Sinds wanneer gelden die regels precies?

‘Sinds 2015. En het is altijd een goede gewoonte om die regels na verloop van tijd te herijken. Zowel de centrale ondernemingsraad als de centrale studentenraad heeft gezegd: zouden we niet opnieuw met elkaar naar die regels moeten kijken? Er staat bijvoorbeeld ook dat elke religieuze uiting niet mag op de UvA. Betekent dat dan ook dat je geen hoofddoek om mag, of geen kruisje mag dragen?’

 

Dat neemt niet weg dat die regels gewoon gelden.

‘Zeker, daarom is het ook een terecht punt.’

‘Joodse studenten en medewerkers durven zich niet uit te spreken: dat vind ik heel erg’

In de praktijk blijft het overigens ook niet bij openbare discussies. Er worden eveneens veel politieke demonstraties op de UvA gehouden waar studenten steun betuigen aan de Palestijnse bevolking. Israëlische vlaggen of steun aan de gegijzelden zijn daarentegen – ook direct na de aanval van Hamas en vóór de invasie van de Gaza-strook – nergens te bekennen. Heerst er volgens u een sterk pro-Palestina sentiment op de UvA?

‘Er is een duidelijk sentiment. Wat ik op de mail hoor en van mensen met wie ik spreek, is dat Joodse studenten en medewerkers zich niet meer uit durven spreken. Dan kun je wel zeggen: “Kom nou, dat kan toch allemaal wel”. Maar nee, het gegeven is dat ze zeggen: wij durven dit gewoon niet meer, wij voelen ons in ons bestaan aangevallen. Dat vind ik heel erg, zeker in de context van groeiend antisemitisme. De universiteit is een plaats waar iedereen welkom is, binnen de grenzen van de democratische rechtsstaat en ongeacht afkomst of religie.’

 

Mogen we dan concluderen dat het engagement op de universiteit soms te veel doorslaat?

‘We zijn een maatschappelijk geëngageerde universiteit. En dat vind ik een groot goed. Maar als je elkaar de maat gaat nemen, dan creëer je geen veilig leer- en werkklimaat. We zijn er met elkaar verantwoordelijk voor om dat te voorkomen. Luister naar elkaar, met begrip.’

 

‘Afgelopen vrijdag zijn er op het Science Park bij een open dag bijvoorbeeld een uur lang politieke leuzen door megafoons gescandeerd. Tijdens een open dag komen zestien-, zeventienjarigen zich met hun ouders oriënteren op hun studiekeuze. Dat is niet het moment voor politiek. Daarom doen wij een dringend beroep op onze studenten en medewerkers om dit niet bij dergelijke bijeenkomsten te doen.’

‘Dat de naam van de Palestijnse student op sociale media rondgaat is heel zorgelijk’

Hoort een omtreden leus als ‘From the river to the sea, Palestine will be free’ volgens u binnen zo’n debat? 

‘Nog los van het feit of die uitspraak wel of niet strafbaar is – dat moeten juristen uitzoeken – moet je je vooral de vraag stellen: moet je dat hier binnen de universitaire gemeenschap willen zeggen als je weet dat je anderen daarmee bewust en onnodig kwetst? Ik denk van niet.’

 

De Telegraaf berichtte onlangs over een Joods gezin dat zich onveilig voelde tijdens een diploma-uitreiking. Een Palestijnse UvA-student hield daar een persoonlijk verhaal waarin hij onder andere ‘From the river to the sea’ zei in een andere context en sprak over een ‘genocide in Palestina’. Zijn naam staat nu in internationale media. Wat vindt u daarvan?

‘Ik vind dat een diploma-uitreiking niet het moment is om een politiek statement te maken. Mensen komen daar voor een feestelijke bijeenkomst en ouders gaven achteraf aan dat ze het heel erg vonden wat daar is gebeurd.’

 

‘De Palestijnse student had een heel persoonlijk, indringend verhaal. De Telegraaf heeft er vervolgens eenzijdig over bericht. Dat is viraal gegaan en gelukkig ook wel genuanceerd. Met de jongen hebben we naderhand gesproken. Hij is zelf erg geschrokken van wat er nadien is gebeurd. Dat zijn naam rondgaat op sociale media is heel zorgelijk, wij doen alles wat binnen onze macht ligt om zijn veiligheid en die van zijn familie te borgen.’