Op het eerste gezicht lijken klimaatverandering en genderongelijkheid niets met elkaar te maken hebben. Maar oud-UvA-student Ralien Bekkers beargumenteert in haar boek Zo kan het niet langer het tegenovergestelde. ‘Vrouwen hebben wereldwijd veertien keer meer kans om te overlijden bij klimaatrampen.’
‘Ik maak me heel erg zorgen over de klimaatcrisis,’ vertelt Ralien Bekkers, die van 2010-2014 aan de UvA studeerde. Op haar zestiende keek ze als middelbare scholier in de klas An Inconvenient Truth, een bekende film over klimaatverandering van de Amerikaanse oud-vicepresident Al Gore. Dat schudde haar wakker en het leidde uiteindelijk tot het boek Zo kan het niet langer, dat in april uitkwam. ‘Ik was zo verbaasd dat dit niet een groter thema was in mijn omgeving. Eén ding werd zeker: ik wilde met dit onderwerp aan de slag gaan.’
Ze heeft daad bij het woord gevoegd: Ralien is al meer dan tien jaar actief in de strijd tegen klimaatverandering, in haar studie, werk en andere projecten. Ze ziet dat er nog steeds veel fout gaat op het gebied van verduurzamen – ‘we subsidiëren de fossiele industrie nog steeds meer dan duurzame energie’ – maar ze merkt ook er dat de klimaatbeweging groeit.
‘Wereldwijd staan miljoenen scholieren op de barricaden om te protesteren voor een beter klimaat. Je ziet een opvallende oververtegenwoordiging van jonge meiden en vrouwen, zoals de leidende rol van Greta Thunberg, maar bijvoorbeeld ook Vanessa Nakate in Uganda en Xiye Bastida in de Verenigde Staten.’ Genderongelijkheid en klimaatverandering klinken als twee losse problemen, maar in Zo kan het niet langer toont Bekkers aan dat dit volgens haar niet zo is: klimaatverandering en genderongelijkheid gaan hand in hand.
Volgens Bekkers staan we op een cruciaal punt in de klimaatcrisis. Ze stelt dat we het met het oude, mannelijke leiderschap niet gaan redden. En dat vrouwen een belangrijk onderdeel van de oplossing vormen.
Ralien Bekkers werd in 2009 actief bij de Nationale Jeugdraad. Daar werd ze jongerenvertegenwoordiger voor duurzame ontwikkeling bij de Verenigde Naties (2012-2014). Aan de UvA heeft ze van 2010 tot 2014 Future Planet Studies gestudeerd. Als vervolg daarop heeft ze een master gedaan aan Yale (afgestudeerd in 2017), die ze deels met een crowdfundingsactie heeft gefinancierd. In de Verenigde Staten is ze gebleven met haar werk bij het NDC Partnership (2017-2023). Dat is een internationale organisatie die zich inzet voor het behalen van de doelen van het klimaatakkoord van Parijs uit 2015.
Wat is de link tussen genderongelijkheid en klimaatverandering?
‘Vrouwen hebben veertien (!) keer meer kans om te overlijden bij klimaatrampen. Zo was er in 1991 een cycloon in Bangladesh waarvan maar liefst 90 procent van de slachtoffers vrouwen en kinderen waren. Dat kwam omdat enkel mannen werden meegenomen in de voorbereiding op rampen. Zij moesten op hun beurt vrouwen en kinderen inlichten – maar op het moment van de ramp waren veel mannen bijvoorbeeld ergens anders aan het werk, waardoor vrouwen en kinderen niet op tijd wisten van de cycloon en geen dekking konden zoeken.’
‘Dichterbij huis: 68 procent van de huishoudens in Europa die in energiearmoede leven door de huidige energiecrisis wordt geleid door alleenstaande vrouwen. In mijn boek diep ik de samenhang tussen machtsongelijkheid en klimaatverandering verder uit aan de hand van dit soort voorbeelden.’
Het tweede deel van de titel van je boek is ‘Tijd voor vrouwen om de klimaatcrisis op te lossen’. Wat bedoel je daarmee?
‘Vrouwen zijn een belangrijk deel van de oplossing, omdat zogenaamde ‘traditionele feminiene eigenschappen’ juist nu zouden helpen in de strijd tegen de klimaatcrisis. Dan heb ik het over eigenschappen zoals zorgzaamheid en intuïtie. Zoals ik in mijn boek schrijf: vrouwen hebben door die eigenschappen vaak een groter sociaal en milieubewustzijn, en meer oog voor het geheel. Traditioneel masculiene eigenschappen zoals competitie en individualisme werken juist contraproductief om de crisis op te lossen. Ik schrijf dat deze cultuur van competitie is doordrenkt in alle aspecten van de maatschappij. Dit draagt bij aan het klimaatprobleem. Want daardoor hebben we te weinig oog voor de wereld en de mensen om ons heen.’
Waarom besloot je hier een boek over te schrijven?
‘Ik houd me veel, en ook al lang, bezig met klimaatverandering. En ik word gedreven door onrechtvaardigheid. Ik merk dat de klimaatcrisis een machtsonbalans veroorzaakt, en dat er veel structurele ongelijkheden aan ten grondslag liggen. Hoge-inkomenslanden veroorzaken 92 procent van de uitstoot die de klimaatgrenzen overschrijden. Lage-inkomenslanden voelen juist de meeste consequenties van klimaatverandering, zoals hittegolven, mislukte oogsten en overstromingen.’
‘Als jonge vrouw heb ik ondertussen meer dan tien jaar internationale ervaring opgedaan en ideeën hierover ontwikkeld, en ik dacht dat anderen daar misschien ook wat aan zouden kunnen hebben. Er zijn natuurlijk al veel boeken over de klimaatcrisis, maar ik denk dat de link die ik laat zien tussen klimaat en gendergelijkheid uniek is. Ik hoop dat het boek mensen inspireert en aanzet tot actie en mensen anders laat denken over het onderwerp.’
Veel mensen geloven niet in klimaatverandering, of willen er niet over lezen of horen. Wat vind jij daarvan?
Bekkers lacht. ‘Toen ik op de middelbare school zat, vond ik klimaatverandering ook groot en angstaanjagend. En ik weet dat er mensen met klimaatdepressies op de bank zitten door het negatieve vooruitzicht van de toekomst van de aarde – wat heel begrijpelijk is. Voor mij hielp het juist om de angst in actie om te zetten. Ik probeer te kijken naar wat er wel kan, en hoe ik zelf positief kan bijdragen. Daarom zet ik me onvermoeid in en verlies ik de hoop niet. Ik snap de reflex dat mensen hun kop in het zand steken, maar ik zie ook dat er wereldwijd een toename is van mensen die er wel mee aan de slag gaan. Dat is ongelofelijk belangrijk, dus ik hoop dat steeds meer mensen – vooral ook jonge vrouwen – dat zullen (blijven) doen. We hebben iedereen nodig.’
Maak je je zorgen?
‘Zeker: slecht 0,1 procent van het mondiale bruto binnenlands product (bbp) gaat naar de duurzame industrie, terwijl 7 procent nog altijd naar de fossiele industrie gaat. Biljoenen (niet eens miljarden) zijn de afgelopen jaren sinds het afspreken van het klimaatakkoord van Parijs in de fossiele economie gestoken, terwijl dat de klimaatcrisis juist verergert. Dat kan zo natuurlijk niet langer. We gaan nog steeds te langzaam, terwijl we die tijd niet hebben. In Nederland heb je niet zo door dat klimaatverandering nu al gevolgen heeft, hoewel de hittegolven, droogte en hevige overstromingen van de afgelopen jaren er ook zeer mee samenhangen, maar sommige eilandstaten in de Stille Oceaan zien letterlijk dat hun land wordt opgeslokt. Door één grote golf kan alles opeens weg zijn. Niet alleen het thuis van mensen, maar een hele cultuur. Je kan wel een dijk bouwen om die eilanden heen, maar als je niet uitkijkt wordt het een zwembad als de zeespiegel nóg verder stijgt.’
‘Daarnaast zijn er wereldwijd wel afspraken gemaakt om klimaatverandering in te perken, zoals het Parijsakkoord in 2015, maar bij de uitvoering blijft het vaak achter. Wereldwijd zijn er nu al miljoenen klimaatvluchtelingen. Er moet daarom nú meer actie ondernomen worden. Ik hoop dat mijn boek daar een bijdrage aan kan leveren.’
Ralien Bekkers | Zo kan het niet langer. Tijd voor vrouwen om de klimaatcrisis op te lossen | ISBN 9789025910983 | paperback, 288 pagina’s | verscheen op 20 april bij uitgeverij Ten Have | 20,99 euro