Woont straks iedere student in een ‘piepkleine studio’ met ‘gezamenlijke chillruimte’?
Het nieuwe Amsterdamse stadsbestuur wil meer studentenkamers met gedeelde voorzieningen bouwen, maar zitten studenten en studentenhuisvesters daar wel op te wachten? ‘Het belangrijkste is bouwen aangezien het kamertekort torenhoog is. En studio’s zijn vooralsnog financieel het haalbaarst.’
In het collegeakkoord van de gemeente Amsterdam staat dat de gemeente zoveel mogelijk nieuwe complexen met gedeelde voorzieningen voor studenten wil in het kader van sociale cohesie. Een belangrijke reden hiervoor is dat dit de mogelijkheid geeft voor studenten om elkaar te ontmoeten, aldus een woordvoerder.
Maar het bouwen van studentenwoningen met gedeelde voorzieningen zoals de gemeente dat wil is niet altijd mogelijk, zegt een woordvoerder van studentenhuisvester Duwo. ‘Als wij complexen bouwen waarin elke kamer een eigen badkamer en keuken heeft, dan kunnen de bewoners tot 200 euro per maand aan huurtoeslag vragen,’ zegt hij. Dan houdt de student een netto huur van 240 euro per maand over, exclusief energiekosten.’
Studenten kunnen huurtoeslag aanvragen op woningen waar minstens een badkamer of een keuken in zit. De huurtoeslag, maximaal 200 euro per maand, is het hoogst op woningen met zowel een eigen badkamer en keuken. Daarom wordt er bij nieuwbouwcomplexen voor studenten en jongeren nu veel ingezet op zelfstandige kleine studio’s, zodat de netto huur per maand laag kan blijven.
Bouwen
‘Het belangrijkste om nu te doen is te bouwen aangezien het kamertekort torenhoog is. En studio’s zijn vooralsnog financieel het meest haalbaar vanwege de huurtoeslag,’ noemt een woordvoerder.
Hoewel Duwo ook de voordelen ziet van gemeenschappelijke voorzieningen, blijft de betaalbaarheid voor studenten voor hen ook belangrijk. ‘Maar we komen de gemeente wel tegemoet. We willen experimenten met nieuwe complexen met piepkleine studio’s à raison van achttien vierkante meter. Die complexen zullen ook gedeelde ruimtes krijgen waar studenten kunnen chillen. Dan behoud je de financiële voordelen van huurtoeslag, maar kan je zet tegelijkertijd ook in op een gemeenschapsgevoel tussen studenten.’
Wat vinden studenten van het wonen in studio’s? Sophie Alsbach (20, interdisciplinaire sociale wetenschap) woont in nieuwe containerwoningen in Amsterdam-Zuidoost. Naast een gemeenschappelijke binnentuin en een kleine gemeenschappelijke ruimte zijn er geen gedeelde voorzieningen in het complex. Vanwege de huurtoeslag is haar netto huur per maand ‘niet heel hoog’.
‘En ik vind het fijn dat ik mijn eigen plekje hebt,’ zegt Sophie. ‘Wat ik hoor van mensen die met huisgenoten wonen is dat het of de hele tijd heel vies is, of dat het heel gezellig is. Daar moet je maar geluk mee hebben.’
Sophies woonsituatie is niet alleen maar rozengeur en maneschijn. Wat haar stoort is dat ze geen idee heeft wie er naast haar woont. ‘Ik weet niet eens of het een man of een vrouw is.’ De enige die ze in het gebouw kent is haar zus. ‘Ik had het ook overleefd als mijn zus hier niet woonde, maar haar aanwezigheid is een leuke bonus omdat ik af en toe samen met haar eet.’
Hoewel Sophie over het algemeen fijn woont in haar container, ziet ze ook dat deze woonvorm niet aan elke student besteed is. ‘Veel studenten vinden het gewoon gezellig om samen te wonen.’ Maar Sophie is nog niet van plan te verhuizen. ‘Er zijn andere opties om te wonen in studentenhuizen, maar 600 euro per maand betalen voor gedeelde voorzieningen zou ik toch te veel vinden.’
Geïmproviseerde keuken
Daan Martens (20, interdisciplinaire sociale wetenschap) heeft in zijn studentenwoning in Amsterdam Nieuw-West een eigen badkamer, maar een gedeelde keuken. Maar Daan is vindingrijk. Er staat een inductieplaat en een combimagnetron geïmproviseerd op de kast, zodat hij toch in zijn eigen kamer kan koken, ondanks dat het niet ‘ideaal’ is. Toch liever dat, dan altijd maar de keuken delen met meer dan tien andere studenten.
‘Toen ik hier net woonde zat ik af en toe in de keuken als er anderen waren, en dan was het ook gezellig,’ zegt Daan. ‘Alleen sinds dit jaar heb ik mijn brede sociale netwerk op andere plekken, bij de studie en de studievereniging. Dus als ik dan thuis ben zeg ik wel gewoon gedag tegen mijn ganggenoten en maken we af en toe een praatje, maar ik vind het ook fijn om aan het einde van de dag even alleen te zijn. Daarnaast, als ik in mijn kamer de inductieplaat vies maak dan is dat mijn verantwoordelijkheid. In de keuken is het gedeelde verantwoordelijkheid.’
