‘Aantal eerstejaars en aantal kamers in een stad moet beter matchen’
Universiteiten en hogescholen kunnen wel heel veel studenten aannemen, maar waar moeten die allemaal wonen? Minister van Wonen Hugo de Jonge wil het aantal studenten beter matchen met het aantal beschikbare woningen.
Afgelopen week ging de Tweede Kamer met minister De Jonge in debat over de woningnood. Daarbij ging het ook over de studentenhuisvesting. Zeker bij de start van het collegejaar komen studenten nogal eens op een camping terecht in plaats van in een studentenhuis. Dat probleem lijkt de laatste jaren alleen maar groter te worden door het toenemende aantal internationale studenten.
Smerige keuken
De Kamerleden kwamen met verschillende ideeën. Tijdelijke woningen kunnen studenten op korte termijn verlichting bieden, dacht D66. Waarom bouwen we geen studentencampussen naar Amerikaans model, opperde Groep Van Haga. En de ChristenUnie ziet liever ‘echte studentenhuizen met een gezellige woonkamer en een nét iets te smerige keuken’ dan studio’s waar vereenzaming op de loer ligt.
Maar is bijbouwen niet dweilen met de kraan open? ‘Als een universiteit heel veel studenten aanneemt, dan is er vervolgens ook een huisvestingsvraagstuk,’ zei minister De Jonge. Hij vindt dat ‘het aantal studenten dat een universiteit aanneemt en het aantal huisvestingsmogelijkheden beter moeten matchen’.
Studentenstop
Een woordvoerder van het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap bevestigt dat er gesprekken zijn met minister De Jonge over oplossingen voor de studentenhuisvesting. ‘Daar worden de groeiende studentenaantallen in meegenomen.’ Maar het betekent niet dat er een studentenstop aankomt, omdat er geen kamers zijn, verzekert hij, want ‘dat is niet te doen’.
De universiteiten willen de mogelijkheid krijgen om de toestroom van internationale studenten af te remmen, maar dat gaat nog even duren. De Universiteiten van Nederland laten weten dat ze intussen een beroep doet op gemeenten om meer studentenwoningen te realiseren.
