Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Mina Etemad
actueel

Rechtenfaculteit gaat bijeenkomst organiseren over onafhankelijkheid en integriteit

Dirk Wolthekker,
21 december 2021 - 15:17

Onderzoekers aan de rechtenfaculteit schreven afgelopen week een brandbrief aan decaan André Nollkaemper naar aanleiding van een onderzoek naar de financiering van bijzondere leerstoelen aan de faculteit. De onderzoekers waren ‘bijzonder geschokt’. ‘Het moet glashelder zijn dat van beïnvloeding van onderwijs of onderzoek geen sprake kan zijn,’ aldus Nollkaemper.

‘Onafhankelijkheid en integriteit van wetenschap zijn voor de Faculteit der Rechtsgeleerdheid natuurlijk van groot belang, het zijn kernwaarden in het vorig jaar vastgestelde facultair strategisch plan,’ zegt decaan André Nollkaemper tegen Folia. ‘Begin 2022 zal ik een facultaire bijeenkomst organiseren, om over dit voor de hele faculteit relevante onderwerp in gesprek te gaan.’

 

Ernst & Young

Het ‘relevante onderwerp’ dat aan de orde zal komen werd eerder deze maand ook aangesneden in een artikel op het journalistieke onderzoeksplatform Follow the Money, dat een artikel wijdde aan de financieringsconstructies en sponsoring van bijzonder leerstoelen. Daarbij kwam ook de leerstoel van Daniël Smit ter sprake. Smit is hoofd van het bureau vaktechniek bij accountants- en belastingadvieskantoor Ernst & Young (EY). Hij werd in september door de UvA benoemd tot bijzonder hoogleraar belastingheffing digitale economie, een leerstoel die wordt gefinancierd door EY Nederland. Het onderzoekplatform zette vraagtekens bij de manier waarop Smit was geworven.

‘Smit werd gezien als een bij uitstek geschikte kandidaat voor de positie’

‘Voor de invulling van dergelijke hoogleraarsposities wordt ofwel open geworven, of er kan een bepaalde kandidaat in beeld zijn die voor de functie bij uitstek geschikt is,’ vertelt Nollkaemper daarover. ‘In dat laatste geval wordt een zogenoemde verkorte procedure gevolgd, zonder open werving. Smit was in de periode voorafgaande aan zijn benoeming aan de UvA reeds hoogleraar in Tilburg. Bij de sectie Belastingrecht werd hij gezien als een bij uitstek geschikte kandidaat om invulling te geven aan de ambities op het gebied van belastingheffing en de digitale economie, een speerpunt van de UvA in onderwijs en onderzoek. Daaropvolgende gesprekken met Smit hebben geleid tot het voorstel voor benoeming aan de UvA, onder dezelfde voorwaarden waarvan sprake was tijdens zijn benoeming in Tilburg. Er is geen sprake van dat EY hem naar voren schoof als kandidaat voor een hoogleraarspositie.’

Geen voorafgaand contact

Bijzonder hoogleraren zijn wetenschappers met een veelal specifieke kennis die namens een bedrijf of organisatie onderzoek doen en/of onderwijs verrichten aan een universiteit. Zij worden daarvoor niet door de universiteit, maar door het bedrijf in kwestie worden betaald. Dat daarbij moet worden gelet op het voorkomen van ‘dubbele petten’ en de onafhankelijkheid van onderzoek geborgd moet zijn is evident en een kwestie die de academische gemeenschap, ook die buiten de UvA, vaak bezighoudt.

 

Nollkaemper: ‘Constructies waarbij een in de praktijk werkzame kandidaat aan de universiteit tot hoogleraar wordt benoemd zijn onderdeel van het hooglerarenbeleid van de UvA en zijn ook bij andere universiteiten gebruikelijk; vooral in de vorm van deeltijdaanstellingen, bijzonder hoogleraren of gesponsorde leerstoelen. Samenwerking tast de onafhankelijkheid van de werving niet aan.’

‘Samenwerking tast de onafhankelijkheid van de werving niet aan’

Hij zegt dat er voorafgaand aan de benoeming ‘geen contacten met EY’ waren over mogelijke kandidaten, juist omdat Smit de juiste man op de juiste plaats leek. ‘Vanaf het begin af aan was het proces gericht op benoeming van Daniël Smit,’ zegt Nollkaemper. Er was dus geen andere kandidaat, maar binnen de verkorte procedure zonder open werving is dat mogelijk.

 

Dat men van begin af aan heeft aangestuurd op de benoeming van Smit duidt er volgens Nollkaemper niet op dat de procedure onzorgvuldig of niet transparant zou zijn geweest. Volgens hem is voor de benoeming van Smit geen andere procedure gevolgd dan bij gewone hoogleraarsbenoemingen. Hij zegt dat sprake is geweest van ‘de normale procedure’, inclusief het akkoord om die ‘verkort’ te laten zijn.

 

Vakinhoudelijke voordelen

Nollkaemper laat nog weten dat er ‘evidente vakinhoudelijke voordelen’ zitten aan de samenwerking met externe partijen. ‘Maar glashelder moet zijn dat van beïnvloeding van onderwijs of onderzoek geen sprake kan zijn en dat transparantie essentieel is.’ Bij de bijeenkomst van begin volgend jaar zullen volgens hem ook de conclusies en aanbevelingen zijn afgerond van de facultaire werkgroep Integriteit.

 

‘Deze werkgroep is al enige tijd geleden gestart, juist om fundamentele vragen over onder meer de onafhankelijkheid en financiering onder de loep te nemen en aanbevelingen te doen. Ik heb de briefschrijvers uitgenodigd voor een gesprek in aanloop naar deze bijenkomst, om hen actief te betrekken bij de voorbereiding. Zij hebben deze uitnodiging geaccepteerd.’