Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Kendra Adelberg
actueel

Met een rugzakje op door de stad: de struggle van een international op kamerjacht

Irene Schoenmacker,
24 november 2021 - 13:00

Hoe moeilijk is het nou echt voor internationals om in onze hoofdstad een kamer te vinden? Sinds de Amerikaanse Kendra Adelberg in augustus in Amsterdam aankwam, zoekt ze naar een plek om te wonen. ‘Ik dacht steeds, oei, ik moet over twee dagen weer mijn huis uit, waar moet ik heen?’

Op 3 augustus vloog Kendra Adelberg (22) voor haar master Forensische wetenschap vanuit de Verenigde Staten naar Amsterdam. De UvA had haar verteld dat het niet eenvoudig was om een kamer te vinden in Amsterdam en natuurlijk had ze er online over gelezen, maar hoe erg kan het zijn?

 

Best ingewikkeld, kwam ze snel achter. De dag voor vertrek werd de kamer bij een oudere dame in Weesp plots geannuleerd. ‘Dus ik stuurde snel een berichtje naar studenten die me eerder voor een andere kamer hadden afgewezen of ze alsjeblieft wat wisten’, aldus Kendra. ‘Gelukkig bleek een van de huisgenoten voor twee maanden, tot 1 november, haar kamer te willen verhuren, dus ik sliep eerst op de bank tot ik op 1 september in die kamer kon trekken.’

Foto: Kendra Adelberg

Kendra is niet de enige student die naar de UvA kwam om te studeren. Dit collegejaar kwam er een recordaantal aan internationale studenten naar de universiteit. Inmiddels is een op de drie studenten uit het buitenland afkomstig. Die kunnen niet bij paps en mams thuis wonen en dus neemt de druk op de al krappe woningmarkt in Amsterdam toe. De verwachting is niet rooskleurig: het landelijke tekort zal de komende jaren verdubbelen, zei studentenhuisvestingsorganisatie Kences in augustus in Trouw.

 

De golf kamerzoekers was bovendien dit jaar nog groter dan anders, doordat veel eerstejaars de eerste periode van hun studie vanuit hun thuisland konden volgen. Met als gevolg dat vanaf augustus zowel eerste- als tweedejaars studenten woonruimte zochten en de druk in Amsterdam nog hoger werd.

 

En dat merkte Kendra. In drie weken tijd stuurde ze tientallen e-mails en berichten via Facebook. Ze hield bij in een Excel-bestand op welke advertenties ze al had gereageerd om het overzicht te bewaren – ze noteerde informatie over de locatie, het aantal huisgenoten, de grootte van de kamer, de huur en de borg. Ze werd welgeteld twee keer uitgenodigd. De laatste keer vergaten de bewoners alleen dat ze geen Nederlands sprak, dus de rondleiding aan haar en een andere gegadigde werd in het Nederlands gegeven. ‘Ik snap heus dat mensen hun eigen taal willen spreken’, zegt Kendra, ‘ik had alleen niet veel goede hoop dat ik de kamer zou krijgen’. En dat bleek ook: de andere, Nederlandse student werd de gelukkige.

 

De UvA treedt als bemiddelaar op om woonruimte te regelen voor internationale studenten, maar zegt niets te kunnen garanderen. Wel werd er dit collegejaar opgeschaald van 2.700 kamers naar 3.200 kamers. Maar de bemiddelingskosten zijn relatief hoog: 400 euro. Bovendien kun je overal in de stad geplaatst worden, ook als het op flinke afstand van de universiteit is.

Foto: Kendra Adelberg

De zoektocht leverde Kendra een hoop stress op. ‘Want vanaf november had ik weer geen woonruimte.’ Achtereenvolgens sliep ze vier nachten in een hostel, op de bank van haar oude appartement, bij een vriend in Amsterdam-Noord en bij een vriend in Diemen. In dat laatste huis bleek een van de bewoners corona te hebben. ‘Dat pakte voor mij goed uit’, zegt Kendra lachend, ‘want nu moést ik wel vijf dagen in quarantaine blijven in plaats van die ene nacht.’ Afgelopen nacht sliep ze bij een Italiaanse studiegenoot in Diemen.

 

‘Het is enorm vermoeiend’, erkent Kendra. ‘Ik haalde in het begin goede cijfers, allemaal achten, maar de laatste twee tentamens heb ik al over moeten doen. Ik had geen tijd om te studeren omdat ik ook naar woonruimte moest zoeken. Ik dacht steeds, oei, ik moet over twee dagen weer mijn huis uit, waar moet ik heen?’ Bovendien had ze zorgen over geld. ‘In het hostel kon ik niet koken, dus dat waren dure dagen omdat ik buiten de deur moest eten. Ik had natuurlijk geen ruimte om ergens eten te herbergen, dat maakte het ook lastig.’ Soms at ze bij oude huisgenoten, waarna ze bleef plakken om nog ergens rustig te kunnen studeren. ‘Maar niet te lang, want ik wilde hun gastvrijheid ook niet uitbuiten.’ In haar tas sleepte ze een doos muesli overal mee naartoe. ‘En ik kocht soms magnetronmaaltijden bij de Plus, die ik dan op de universiteit kon opwarmen. Soms zat ik voor college ergens op een bankje een bak yoghurt met 30 procent korting weg te werken.’ Lachend: ‘It was so sad.’

 

Maar er gloort hoop op de horizon, gelukkig. Per 1 december heeft Kendra een studentenhuis gevonden in de Bijlmer waar ze maar liefst anderhalf jaar kan blijven wonen. Mét leuke huisgenoten. Ze moet alleen nog even spullen regelen want de kamer wordt leeg opgeleverd. Ondanks de afgelopen maanden zou ze andere studenten wel aanraden naar Amsterdam te komen. ‘De universiteit is geweldig, de docenten ook, maar het zoeken naar woonruimte moeten ze niet onderschatten. Probeer van tevoren al contact te leggen met Nederlandse studenten, dan heb je een netwerk voor je komt’, adviseert ze – en begin je niet, zoals zijzelf, helemaal vanaf nul. Nu alleen de komende zes dagen nog overbruggen en dan kan haar tijd in Amsterdam pas écht beginnen.