Deze week, bij het officiële begin van het academisch jaar, constateert De Jonge Akademie dat veel studenten en docenten het onderwijsjaar als ‘extreem lang’ ervaren. In het rapport Een slimmer Academisch Jaar pleiten de jonge wetenschappers voor een korter en flexibeler academisch jaar.
Het is al vaak gezegd en geschreven: de werkdruk in onderwijs en wetenschap is moordend, burnouts liggen steeds op de loer, studenten en medewerkers zijn gestrest dan wel gedeprimeerd en voor reflectie en verbreding is geen ruimte meer. WOinactie ageert er al jaren tegen en afgelopen week, bij het begin van het academisch jaar, was ook De Ware Opening van het academisch jaar, georganiseerd door WOinactie, opnieuw gewijd aan onder meer deze problemen. Maar daar was – min of meer gelijktijdig – het rapport Een slimmer Academisch Jaar van De Jonge Akademie (DJA), de ‘jongerendenktank’ van de KNAW.
De jonge wetenschappers van DJA hebben een Europees vergelijkend onderzoek gedaan naar (werkdruk)problemen en oplossing in Europa en die naast de situatie aan de Nederlandse universiteiten gelegd, waarbij ook is gekeken naar de lengte en intensiteit van de academische jaarkalender, dat wil zeggen het aantal weken per jaar dat er les wordt gegeven, tentamenwerken niet meegerekend. De dertien Nederlandse universiteiten werden onderling vergeken én met zes ‘gerenommeerde’ Europese universiteiten, waaronder de University of St. Andrews in Schotland, de Universiteit van Gent en de Sorbonne in Parijs.
21 weken
Als we naar Nederland kijken zijn studenten en medewerkers van de Erasmus Universiteit Rotterdam het beroerdst af met 35 onderwijsweken per jaar, nota bene bijna tien weken meer dan in Leiden, waar het academisch jaar ‘slechts’ 26 weken telt. De UvA zit in de middenmoot met dertig onderwijsweken per jaar, waarbij moet worden aangetekend dat de meivakantie nog maar een paar jaar geleden is ingevoerd aan de UvA; daarvoor bedroeg het aantal onderwijsweken dus 31. In Nederlands perspectief is dat dus heel behoorlijk, maar de jaarkalender in Gent bevat bijvoorbeeld maar 24 onderwijsweken en de Schotse jaarkalender blijft steken op 21 weken. Wie denkt: ha, het restant aantal weken is bedoeld voor vakantie: nee, dat zijn niet allemaal vakantieweken, maar die weken zijn ook bedoeld voor onderzoek.
Een van de problemen met de vele onderwijsweken aan Nederlandse universiteiten is het gebrek aan onderzoektijd. Of, zoals een van de docent-onderzoekers in het rapport opmerkte; ‘Een korter academisch jaar zou heel veel betekeken. Tegenwoordig heb ik maar vijf weken van de 52 zonder onderwijsverplichtingen. Dat is veel te weinig om onderzoek te verrichten.’ Een veel gehoorde klacht van Nederlandse wetenschappers is dan ook dat er zo veel onderwijs moet worden gegeven, dat ze onderzoek moeten doen in hun vrije tijd. Daarnaast kent de Nederlandse academische jaarkalender relatief veel tentamenweken.
La Rentrée
De rapporteurs van De Jonge Akademie willen ‘meer lucht’ in het academisch jaar. ‘Periodes die voor zelfstudie en reflectie zijn gereserveerd, terwijl docenten zich dan op andere kerntaken kunnen richten. Er moeten volgens hen ‘echte adempauzes’ komen in het onderwijsjaar. Concreet wordt voorgesteld de onderwijskalender flexibel aan te passen aan de behoeften van de verschillende disciplines, het aantal onderwijsweken en toetsweken te reduceren en onderwijsperiodes ‘streng’ te bewaken.
Zou dat gebeuren, dan zouden – analoog aan bijvoorbeeld België of Frankrijk – studenten nu nog genieten van hun vakantie en wetenschappers tijd hebben voor onderzoek: in Gent is de tweede week van mei de laatste onderwijsweek en wordt pas weer begonnen in de vierde week van september. Aan de Sorbonne houdt men ook al in mei op met onderwijs en staat pas in de derde week van september La Rentrée op de kalender en zitten studenten weer in de collegebanken.