Deze week werden drie mannen aangehouden die verdacht worden van betrokkenheid bij de vermissing van Sumanta Bansi. De politie gaat ervan uit dat UvA-student Sumanta, die zwanger was toen ze verdween, niet meer in leven is. Een verhaal over een droom die in de knop gebroken werd.
In het afgelegen Robbenoordbos is het stil, en het regent. De grond is bezaaid met bruinoranje herfstbladeren. Hier en daar groeien varens, weelderige braamstruiken en verdwaalde, bultige paddenstoelen. Door het miezerige herfstweer zijn weinig mensen op pad, hoewel vanaf de zuidelijke parkeerplaats aan de Sluitgatweg een flink aantal bewegwijzerde wandelroutes door het bos kronkelt. Een enkele fietser passeert met flinke vaart, diep weggedoken in een capuchon.
Wie op een ander tijdstip langskomt, passeert hier wellicht vakantievierders die op een van de nabijgelegen campings verblijven, mannen die de bekende homo-ontmoetingsplaats opzoeken of jongeren die een illegaal bosfeestje vieren. Of misschien veteranen, die de bossen uitkammen op zoek naar een lichaam. Al meer dan een jaar zoekt de politie hier namelijk naar het stoffelijk overschot van de zwangere student biomedische wetenschappen Sumanta Bansi.
Wie was Sumanta Bansi? En hoe kon het dat niemand aan de bel trok toen ze verdween?
Sumanta Bansi wordt op 1 oktober 1995 geboren in het Surinaamse dorpje Wageningen. Ze is een baby met donkere haartjes en bruine ogen en groeit op in een hindoestaans gezin. Als kind is Sumanta gek van dansen. Ook weet ze dat ze later dokter wil worden.
Sumanta werkt hard om haar dromen te verwezenlijken. ’s Ochtends studeert ze en pakt ze om half zes de bus naar haar vwo-school in Nieuw Nickerie, een stad op zo’n vijftig kilometer verderop. Daarnaast volgt ze een cursus Engels waarmee ze een uitwisselingsprogramma in de Verenigde Staten kan winnen. Ze belandt in de finale, waardoor ze een jaar gratis in Florida mag studeren. Daar gaat Sumanta naar de universiteit en maakt ze met haar gastgezin een roadtrip door 25 staten, waarbij ze onder andere Hollywood, Chicago en New York aandoet. Na thuiskomst begint ze Engelse bijles te geven aan dorpsvrouwen uit Wageningen, in de hoop dat zij zich daardoor verder kunnen ontwikkelen.
Sumanta weet zeker dat ze haar leven niet wil doorbrengen in het kleine Wageningen, dat slechts een paar duizend inwoners heeft. Het is haar droom om de eerste hersenchirurg van Suriname te worden. ‘Als ik nu geen offers breng, ben ik over tien jaar een Wageningse huisvrouw,’ zegt ze in een artikel op de website van het Amerikaanse uitwisselingsprogramma. Wie nu al met haar wil trouwen, heeft dan ook pech gehad, voegt ze daaraan toe: zij heeft andere prioriteiten. Wel levert dat soms conflicten met haar vader op. ‘Mijn vader denkt traditioneel, zoals mensen vroeger dachten. Hij wil dat ik ook zo denk,’ zegt ze in hetzelfde interview.
Ferrari
Sumanta spiegelt zich aan haar Amerikaanse gastouder: een psycholoog met een Ferrari. Zij wil ook ooit zo’n auto rijden, zegt ze. ‘Als ik tijdens het studeren naar een liedje luister, denk ik direct: nu duurt het vijf minuten langer voordat ik mijn Ferrari heb.’
Zodra ze haar vwo-diploma heeft, gaat Sumanta naar de Anton de Kom Universiteit in Paramaribo, zo’n tweehonderd kilometer verderop. Ze is uitgeloot voor een medische studie en wil daarom elektrotechniek studeren. Haar moeder en jongere zusje besluiten uit veiligheidsoverwegingen mee te verhuizen: zo hoeft Sumanta niet naar gastouders of naar een internaat. De studie blijkt echter niet te bevallen, en dus komt een ander doel in beeld: een opleiding aan een Nederlandse universiteit.
In 2016 stapt ze op het vliegtuig naar Nederland, waar ze begint met een studie farmaceutische wetenschappen aan de Vrije Universiteit. Sumanta doet naast haar studie administratieve taken bij tandartspraktijk Astina Dental in Den Haag. Sumanta vertelt haar moeder dat alles goed gaat, en haar moeder is trots. In werkelijkheid loopt het minder van een leien dakje. Hoewel haar moeder ervan overtuigd is dat haar eerste studiejaar succesvol verloopt en Sumanta aan het tweede jaar mag beginnen, haalt Sumanta haar eerste jaar niet en stapt ze over naar biomedische wetenschappen aan de UvA.
‘Ik kan me het moment waarop ik Sumanta voor het eerst zag nog goed herinneren,’ zegt docent biomedische wetenschappen Nina Scheres. Het was eind september 2017. Scheres doceert het vak De Cel, waarmee alle eerstejaars studenten hun studie beginnen, en Academische Vaardigheden, dat het hele eerste semester loopt. ‘Het was in de lift op het Science Park,’ herinnert ze zich. ‘Ik had haar al eens in de collegebanken gezien en was die dag in een goede bui en vroeg iets als: “Ga je naar het practicum?”,’ vertelt ze. ‘Ik zag dat ze erg verrast was dat een docent haar herkende en een praatje aanknoopte.’
Ping. De lift is beneden en Scheres en Sumanta lopen de hal van gebouw Science Park 904 in. ‘En daar, in een hoekje in de hal, stortte ze haar hart bij me uit.’ Het verrast Scheres. ‘Ik vond het niet echt een plek waar iemand normaal zo’n heftig verhaal vertelt.’ Wat Sumanta precies tegen haar zei, wil Scheres niet kwijt – dat vindt ze privé. Maar Scheres schrok heel erg. ‘Het waren dingen waarvan ik dacht: o jee, jij hebt veel meegemaakt.’ Scheres gaat naar haar leidinggevende en bespreekt de situatie.
(Lees verder onder de afbeelding)
Geen aansluiting
In Nederland woont Sumanta in eerste instantie bij haar tante in Amsterdam, maar omdat ze daar maar kort kan blijven gaat ze op zoek naar een andere woonplaats. Al snel kan ze terecht bij een bevriend echtpaar – een traditioneel Surinaams-Hindoestaans gezin in Hoorn. Ze krijgt een kamer in hun twee-onder-een-kapwoning. In het huis woont ook het zoontje van het stel, en diens opa.
Sumanta is in 2017 een van de grofweg 120 eerstejaars die ieder jaar aan de UvA beginnen aan een studie biomedische wetenschappen. Die studenten worden ingedeeld in ongeveer tien mentorgroepen. ‘Sumanta vertelde me dat ze in die en die groep zat, en dat was voor mij een enorme opluchting,’ zegt Scheres. ‘Dat was mijn mentorgroep.’
In die groepen werken studenten veel in viertallen, zodat ze elkaar beter leren kennen. Sommige studenten sluiten vriendschappen die hun hele studie standhouden, maar bij Sumanta is dat niet het geval. Ze werkt wel prima in haar groepje, maar de klik is er niet. Dat blijkt ook bij het maken van dit artikel: na herhaaldelijke oproepen onder haar jaargenoten van biomedische wetenschappen meldt niemand zich als zijnde haar studievriend of -vriendin.
Echte hulp
‘Ik denk niet dat ze veel aansluiting had bij andere studenten,’ zegt Scheres. ‘Ik zag haar weleens lopen met studenten die volgens mij dezelfde trein namen, maar ik weet niet of ze veel vrienden had. Ze was ook regelmatig afwezig zonder dat ze me daarvan op de hoogte stelde.’ Achteraf kreeg Scheres dan een warrig mailtje waarin stond dat Sumanta zich bijvoorbeeld verslapen had.
‘Ik probeer iedereen in mijn groep altijd een of twee keer een-op-een te spreken,’ vertelt Scheres. ‘De mensen die daar behoefte aan hebben, of waar je bezorgd om bent, probeer je vaker te zien.’ Sumanta valt in die laatste categorie. Al snel spreken Sumanta, Scheres en haar toenmalige leidinggevende nog eens af. ‘Mijn leidinggevende en ik waren allebei onder de indruk van wat ze vertelde,’ zegt Scheres. ‘We dachten dat ze het echt moeilijk had en hebben meerdere malen bij Sumanta erop aangedrongen om naar de studentenpsycholoog te gaan.’ Later hoort Scheres dat het ‘even heeft geduurd’, maar dat Sumanta dat uiteindelijk toch heeft gedaan. ‘Dat was voor ons een opluchting, omdat ze daar echt hulp kon krijgen.’
Scheres blijft zelf ook een oogje in het zeil houden. ‘Ik had met mijn leidinggevende afgesproken dat we probeerden haar regelmatig even te spreken, bijvoorbeeld na een college, of als we haar tegenkwamen.’ In die gesprekken hoort Scheres dat Sumanta het moeilijk heeft met haar studie, en dat ze tegelijkertijd last heeft van persoonlijke problemen. ‘Ik weet niet zeker of ik dit mag zeggen, maar ik denk wel dat het meer was dan de hobbel die veel internationale studenten moeten overwinnen wanneer ze in een nieuw land gaan studeren.’
‘Sorry, het lukt niet’
Na het eerste blok, eind oktober, is een barrière ingebouwd. Wie het eerste deel van het vak Academische Vaardigheden niet haalt, mag niet verder naar het tweede deel. Sumanta haalt die opdrachten niet en mag het vervolgvak, dat Scheres ook doceert, niet volgen. ‘Ik denk dat ze het heel graag wilde en dat ze het in een andere situatie misschien ook wel had gekund, maar ik had het idee dat ze niet volledig op haar studie gefocust was’, zegt Scheres. Sumanta ging veel naar een hindoestaanse tempel en ze woonde in bij mensen die veel met haar wilden doen, zoals samen tv-kijken in de avond. ‘Ik denk dat het te veel was.’ Ook lijkt Sumanta het erg lastig te vinden dat de studie bij haar niet zo goed gaat. ‘Ik denk dat ze daardoor in de problemen kwam.’
Scheres blijft proberen afspraken met Sumanta te maken, maar op een gegeven moment komt Sumanta niet meer opdagen. ‘Vaak kreeg ik daarna een berichtje. “Sorry, het lukte niet.” Of ik kreeg vlak voor we hadden afgesproken een mailtje met “Sorry, ik kom niet.” Het vreemde was dat ik haar dan wel een uur later ergens op de faculteit zag rondlopen.’
Scheres trekt een voorzichtige conclusie dat Sumanta niet meer wil afspreken. Ze mailt nog een keer met de boodschap dat Sumanta altijd contact op kan nemen als ze wil, en dat zij of haar leidinggevende altijd tijd kan vrij maken. ‘Dat gebeurde niet. We hoorden niets meer. Ik denk dat ik in december 2017 voor het laatst iets van haar heb gehoord.’
Hoewel Sumanta niet meer in de colleges van Scheres zit, blijft ze wel andere vakken volgen. ‘Nadat ik geen contact meer kreeg ben ik in januari bij collega’s gaan rondvragen,’ zegt Scheres. ‘Dan hoor je dat Sumanta hier nog een vak volgt, of hoorde ik dat ze daar nog een practicum bijwoont. Op mails reageerde ze in het begin nog wel, maar na een tijdje ook niet meer. Dan denk je: ze heeft misschien geen behoefte meer aan ons.’
Scheres concludeert dat er niets anders op zit dan loslaten. ‘Je kunt studenten niet dwingen om met ons te praten. Je kunt niet haar moeder bellen en zeggen dat je niets meer van haar dochter hoort. Sumanta was een volwassene. Dat is wel lastig.’
Zzp-studenten
Filosoof Toske Andreoli, auteur van het boek De mooiste tijd van je leven? Een nieuwe kijk op studiestress over studentenwelzijn, herkent wat Scheres aangeeft. Het systeem van de universiteit is volgens haar niet toegerust op intensieve begeleiding van studenten. Andreoli ziet in beleidsstukken over universiteiten steeds vaker iets wat ze ‘een verheerlijking van zelfredzaamheid’ noemt. ‘Meritocratie is het uitgangspunt: studeren is een test van je capaciteiten en je inspanningen, en om het “eerlijk” te maken moet je alles helemaal zelf doen.’
(Lees verder onder de afbeelding)
Daarin is de universiteit uniek, vertelt Andreoli. Hogescholen en roc’s kijken op een heel andere manier naar hun studenten. ‘De aanname op universiteit is: als je intelligent bent, theoretisch – een denker – dan kun je dat aan. Ook al ben je net als hbo’ers en mbo’ers nog maar achttien. Alsof je op je achttiende een volledig functionerende zzp’er bent, alleen omdat je vwo hebt gedaan.’
Daardoor sluit je volgens Andreoli groepen studenten uit, vooral de mensen die niet per se uit hun naaste omgeving weten hoe studeren werkt, of die niet direct hun draai vinden aan de universiteit. ‘Binding met de opleiding wordt nog lastiger als – zoals aan de UvA – de gebouwen verspreid zijn door de stad en er geen centrale ontmoetingsplek is voor studenten. Bovendien zitten docenten in delen van gebouwen waar je alleen komt met een pasje. Zo kom je je docenten ook niet even tegen.’ Dat versterkt de anonimiteit van studenten, en daarmee ook de kans dat niet wordt opgemerkt wanneer studenten problemen hebben, of niet meer komen opdagen, vertelt ze. ‘Op hogescholen is dat heel anders, daar heb je echt klasjes en studieloopbaanbegeleiders.’
De knip
Wanneer we de studie biomedische wetenschappen vergelijken met de verhalen van Andreoli, doet die studie het relatief goed: er zijn mentoren, er vindt een-op-een-begeleiding plaats en er is in het begin veel groepswerk. ‘Fantastisch,’ noemt Andreoli dat. ‘Dat is zeker aan universiteiten niet vanzelfsprekend. De hoeveelheid moeite die Scheres heeft gedaan om afspraken te blijven maken en navraag te doen bij collega’s is bijzonder.’ Ze ziet echter ook de risico’s, bijvoorbeeld van de ‘knip’ halverwege het vak van Scheres. ‘Zodra je niet meer binnen zo’n gebaand pad valt, is er een risico dat niemand zich meer verantwoordelijk voelt.’ Dat heeft zelfs ‘iets ironisch,’ vindt ze. ‘Zolang je meedoet krijg je begeleiding, maar juist de mensen die niet meer meedoen hebben vaak die begeleiding nodig.’
De UvA laat weten dat verschillende mensen contact proberen te krijgen met Sumanta zodra ze niet meer op de universiteit verschijnt. Dat lukt niet, ook niet via doorgegeven noodnummers. ‘Op het moment dat Sumanta niet meer naar colleges kwam was het niet duidelijk dat zij werd vermist,’ zegt een woordvoerder. ‘Haar familie en het gezin waarin ze verbleef hebben daarvan geen melding gedaan bij de UvA.’ Het komt soms voor dat studenten uit beeld verdwijnen, niets meer van zich laten horen en niet meer reageren op pogingen tot contact vanuit de opleiding, laat de woordvoerder weten. ‘Daarvoor kunnen dan allerlei redenen zijn: resultaten vallen tegen, er is teleurstelling, ze kiezen voor een ander pad, hebben geen behoefte meer aan contact.’ Sumanta wordt uiteindelijk uitgeschreven als student.
Het is november 2018 als het de moeder van Sumanta Bansi niet lekker meer zit. Ze heeft al maanden niets van Sumanta gehoord en maakt zich grote zorgen. Ze benadert een priester van een hindoestaanse tempel in Rotterdam, die de Nederlandse politie belt. Hij vertelt de politie dat Sumanta’s moeder al maanden geen contact meer met Sumanta heeft kunnen krijgen. Ook licht hij de politie in over Sumanta’s zwangerschap.
Een tweede zwangerschap
‘In de zomer van 2017 was Sumanta al eens zwanger geraakt,’ vertelt haar moeder. Die zwangerschap zorgt voor spanningen bij het gezin waar Sumanta inwoont. Na gesprekken met het echtpaar besluit Sumanta abortus te laten plegen – iets wat haar veel verdriet doet. Maar begin 2018 ontdekt ze na een echo dat ze opnieuw in verwachting is. ‘Ze heeft me een foto gestuurd van de echo,’ vertelt haar moeder. ‘De foetus groeide goed en op 12 september was ze uitgerekend. Ik was er niet per se blij mee. In hindoestaanse families ga je eerst trouwen en daarna pas kinderen maken. Maar wat moest ik doen vanuit Suriname? Dus ik zei: oke, ga maar verder studeren. Als je wil kun je de baby naar Suriname brengen, en dan zorg ik ervoor.’ Zover zou het niet komen.
Peter van Koppen, hoogleraar rechtspsychologie aan de Vrije Universiteit en expert in zogeheten coldcasesColdcases zijn zware misdrijven die niet zijn opgelost., vertelt dat bij vermiste volwassenen altijd volgens een bepaald schema wordt gekeken of het een ‘verontrustende vermissing’ is. ‘In Nederland hebben we 16.000 tot 18.000 vermissingen per jaar,’ vertelt hij. Het feit dat Sumanta vermist raakt terwijl ze zwanger is, is volgens Van Koppen een reden om ‘alle alarmbellen af te laten gaan’.
Radiostilte
De politie staat in november 2018 echter voor een probleem. Uit onderzoek blijkt dat Sumanta’s moeder al sinds zondag 18 februari 2018 geen contact meer met haar heeft gehad. Sumanta’s pinpas is sindsdien niet gebruikt, haar ov-chipkaart is niet meer gebruikt, ze heeft haar telefoon niet meer gebruikt en ze heeft niet ingelogd op Facebook of WhatsApp. Ook is ze sinds die dag niet meer op de UvA verschenen, noch op haar werk bij een tandartsenpraktijk in Den Haag.
Bij die tandartsenpraktijk vermoeden ze dat Sumanta niet meer wil komen werken, zo laat de politie weten via het tv-programma Opsporing Verzocht, aangezien ze al eerder ‘afspraken niet altijd nakwam’. De mensen bij wie ze in huis woont hebben op 27 februari 2018 al een melding gedaan bij de politie, maar de politie vindt die melding op dat moment ‘niet verontrustend,’ zegt politiewoordvoerder Wendy Boudewijn. ‘We hadden geen redenen voor paniek.’ Of de politie dan al weet dat Sumanta zwanger is wil ze niet kwijt. ‘Dat is onderzoeksinformatie.’
Dubai
De politie doet in de maanden tussen februari en november geen onderzoek naar de vermissing. ‘We hoorden niets meer van het gezin, dus we dachten dat het misschien al weer goed zat,’ vertelt woordvoerder Boudewijn. Sumanta’s moeder, die het gezin bij wie haar dochter inwoont via-via kent, vraagt hen hoe het kan dat ze geen contact meer krijgt met Sumanta. ‘Ik heb contact gehad met de man des huizes, en hij vertelde me dat ze op vakantie was naar Dubai,’ zegt ze. ‘Dat vond ik raar, aangezien ze daar niets over had gezegd tegen mij. Na een tijdje vertelde hij me dat ze was verhuisd naar een vriendin in Rotterdam.’
Drie maanden lang houdt ze contact met de mensen bij wie Sumanta inwoonde, maar van Sumanta hoort haar moeder al die tijd niets. ‘Ik heb ook naar de universiteit gebeld, maar daar konden ze me niets zeggen omdat Sumanta volwassen was.’ Sumanta’s moeder wordt steeds ongeruster. ‘Ik kon niet meer werken, ik werd gek,’ zegt ze. ‘Ik werkte als administratieve kracht in een ziekenhuis, maar ben door de stress twee keer zelf in het ziekenhuis beland.’
Na haar melding via de Rotterdamse priester krijgt Sumanta’s moeder al snel bezoek van de Nederlandse politie. ‘Ze hebben mij verhoord, ze hebben mijn man verhoord, ze hebben onze andere dochter verhoord,’ vertelt ze. ‘Ze hebben kleding van Sumanta onderzocht, en haar spullen, en ze hebben hier zelfs schoenafdrukken afgenomen.’
Daarna wordt ze wel op de hoogte gehouden van vorderingen in het onderzoek. ‘Als er nieuwe tips binnenkomen, bellen ze me op.’ Maar omdat er weinig tips komen, bellen ze ook niet zo vaak.
De UvA wordt ook door de politie op de hoogte gesteld en werkt mee aan het onderzoek. Voor de universiteit komt het nieuws als een schok.
(In juni 2019 vraagt de politie voor het eerst aandacht voor de zaak in Opsporing Verzocht. Bekijk hieronder het fragment terug)
Aaibaarheid
Volgens hoogleraar Peter van Koppen is de kans dat de zaak wordt opgelost als er na negen maanden wordt gestart met het onderzoek überhaupt erg klein. ‘Vorig jaar heb ik onderzoek gedaan naar moord- en doodslagzaken die een paar jaar oud waren. Daarvan werd op de eerste dag bijna 50 procent opgelost. Na een week was 60 procent opgelost, en daarna worden de aantallen minuscuul. Je zou zeggen: als je drie weken serieus aan een zaak gewerkt hebt, is er daarna meestal weinig reden om door te gaan.’ Er zijn ook uitzonderingen, ziet Van Koppen. ‘Denk aan Marianne Vaatstra, of Nicky Verstappen. Maar daar zijn miljoenen in geïnvesteerd.’
Of de politie al die moeite wil doen, heeft volgens Van Koppen onder meer te maken met ‘de aaibaarheid van het slachtoffer’. ‘Nicky Verstappen was een kind, dat is altijd een extra grote schok. Bij Marianne Vaatstra was het zo dat ze in een deel van Friesland woonde waar nooit iets gebeurde. Die zaak heeft er erg ingehakt en wantrouwen in de gemeenschap veroorzaakt. Het was belangrijk om die zaak een keer op te lossen.’ De situatie van Bansi is anders, zegt Van Koppen. ‘In Amsterdam zijn er tientallen moordzaken per jaar.’
Van Koppen ziet in veel zaken dat zo’n onderzoek dan snel verzandt, omdat er te weinig vooruitgang geboekt wordt. ‘Zulke niet-urgente zaken worden gebruikt om de workflow van de politie op te vullen. Iemand belt 112, en dat – in de auto springen en erheen gaan – is het primaire politiewerk. Als er niks anders is, wordt de tijd gebruikt voor niet-urgente zaken.’ Dat heeft volgens Van Koppen het gevolg dat er steeds andere politiemensen aan zo’n zaak werken. ‘Die denken: hoe zat het ook alweer, en ze moeten teruglezen, of iemand anders moet het overnemen omdat de politieman van dienst op cursus is. Het kan best zijn dat niet voortdurend gewerkt wordt aan deze zaak, maar af en aan, en soms door iemand anders die dan weer moet uitzoeken waar ze gebleven waren.’
Je moet dan ook niet het idee hebben van een kamer met een fotowand zoals in tv-series, waar politiemensen voortdurend in actie zijn, zegt Van Koppen. ‘De sfeer bij teams Moordzaken & Vermissingen is uitermate relaxt. Er wordt veel koffie gedronken, en dan ligt zo’n zaak weer een maand te wachten.’
Locatie
Toch ligt het onderzoek in deze zaak verre van stil. Volgens Van Koppen houdt de politie nog informatie achter de hand. ‘Ze zoeken steeds in dat Robbenoordbos bij de A7, maar waarom ze daar zoeken vertellen ze niet. Dat heeft ermee te maken dat ze misschien iemand in het snotje hebben. Iemand is daar geweest,’ vermoedt Van Koppen. ‘Tussen de regels door begrijp ik dat het iemand is die ze verdenken, die ze daar kunnen plaatsen.’
Van Koppen krijgt gelijk.
In 2019 en 2020 zoekt de politie meerdere malen in het afgelegen Robbenoordbos. Dat is het bos in de kop van Noord-Holland dat ligt ingeklemd tussen de snelweg A7, het IJsselmeer en de akkers van de ingepolderde Wieringermeer. Het bos heeft een lugubere reputatie: er worden met enige regelmaat lichamen gevonden. Zo wordt er in 2010 een lichaam zonder benen aangetroffen. Al gauw blijkt het om de dakloze Beverwijker Gerrit Zonneveld te gaan. Een jaar later wordt een stel uit Beverwijk aangehouden voor de moord. Ze worden beiden veroordeeld tot een jarenlange gevangenisstraf.
Ook in de zoektocht naar Sumanta wordt in oktober 2019 een lichaam gevonden. Dat blijkt niet van Sumanta, maar van de 26-jarige Poolse man Marcin Dmytryszyn uit Wieringerwerf. Hij was sinds mei dat jaar vermist nadat hij in een verwarde staat een politiekantoor had verlaten.
(Lees verder onder de afbeelding)
Het bos is zo’n 600 hectare groot en dichtbegroeid. Het wordt doorkruist door enkele afwateringskanaaltjes. Op een druilerige vrijdagmiddag staan misschien twintig auto’s op de twee parkeerplaatsen, en ook op de bospaadjes is het stil. De A7 is dichtbij, maar hier al niet meer te horen – alleen de wind giert langs de bosrand. ‘De plek is niet ontzettend populair,’ zegt boswachter Mikal Folkertsma, die ‘al sinds haar geboorte wekelijks in het bos komt’. Volgens haar is het een ‘supermooi’ bos en relatief onbekend. ‘Vanaf de snelweg ben je er in twee minuten. Het bos heeft een enorme biodiversiteit, dus er zijn allerlei bijzondere paddenstoelen, en het is ook populair onder natuurliefhebbers door de bijzondere vogelsoorten die hier komen.’
Op de zuidelijke parkeerplaats stapt een vrouw met een hondje uit haar auto. Van Sumanta Bansi heeft ze nog nooit gehoord, zegt ze, al komt ze zelf uit Hoorn. ‘Ik kom hier niet vaak, het is toch wel een half uurtje rijden. Maar voor mensen uit Hoorn is dit wel het bos om naartoe te gaan.’ Even later passeert ze de rand van het bospad, met de lindes die schuin staan door de zeewind en de vergrendelde houten slagbomen. De paden zijn niet met de auto te betreden.
Door de coronamaatregelen is het weliswaar wat drukker dan normaal, zegt Folkertsma, maar ‘s avonds en ‘s nachts is het bos verlaten. ‘Er staan geen huizen langs en het is erg afgelegen. ‘s Nachts is hier helemaal niemand, er zijn alleen dieren.’
(Lees verder onder de afbeelding)
Spade
De politie heeft echter aanwijzingen dat hier in de nacht van 18 op 19 februari 2018 wel iemand is geweest. Het onderzoek richt zich op ‘specifieke personen’ die met een personenauto in het Robbenoordbos waren op de dag van Sumanta’s verdwijning en op de ochtend erna. De politie denkt daarom dat Sumanta in het bos begraven ligt.
Sinds vorig jaar wordt het gebied daarom stelselmatig uitgekamd. Daarbij zijn tot nu toe een verroest zakmes en een deels afgebroken spade met menselijke resten gevonden die volgens de politie in verband zouden kunnen staan met de verdwijning van Sumanta Bansi. De afgebroken spade is gevonden onder een bruggetje in de Hooge Kwelvaart, een van de kanaaltjes die het bos doorkruizen. De politie gaat er vanuit dat een magneetvisser de spade uit het water heeft gehaald en, het ding als waardeloos beschouwend, heeft laten liggen onder de brug. Precies bij die brug zouden surveillerende agenten in de nacht van 18 op 19 februari iets in het water hebben zien vallen.
Search Team
Dennis van der Kraats was deel van de club die naar Sumanta’s lichaam zocht. Hij werkte eerder voor het leger en is onder meer uitgezonden naar Bosnië en Afghanistan. Ook is Van der Kraats de oprichter van het Veteranen Search Team: een groep van 1.600 vrijwilligers waarvan volgens hem ‘ongeveer 80 procent’ in het leger diende. ‘De rest is politieman, militair, brandweerman, boswachter, zoiets.’
(Lees verder onder de video)
Van der Kraats is ervaren: hij zocht onder meer mee naar de vermiste Anne Faber in 2017. Zijn team wordt door de politie ingeschakeld bij vermissingszaken. ‘Als de politie ons belt, zeggen we eigenlijk nooit nee,’ vertelt hij. Op een vrijdag of in het weekend zijn er volgens Van der Kraats bijna altijd wel honderd man beschikbaar. ‘Als we er vijftien hebben, dan komen we altijd, dat is het minimumaantal. Een deel van onze mensen heeft een baan, dus op zondagnacht kunnen we geen honderd man optrommelen.’
Volgens Van der Kraats moet je ‘vrij nuchter zijn’ om deel uit te kunnen maken van het team. ‘Bij veel vermissingen, zoals bij Anne Faber, kom je wel vrij snel tot het besef dat de kans klein is dat je iemand levend terugvindt.’ Iedereen heeft echter recht op een normale uitvaart, zegt Van der Kraats. ‘Iedereen is iemands zoon of dochter, dus je weet waar je het voor doet.’
Het Veteranen Search Team heeft inmiddels een deel van het bos doorzocht, maar tot op heden is het lichaam van Sumanta niet gevonden. ‘In een bos kunnen we op linie zoeken, dus met zijn allen naast elkaar. Dan kam je zo een stuk bos uit. We dragen kleding die tegen een stootje kan en hebben drones voor in de lucht en onder water. We hebben prikstokken, verrekijkers, warmtebeeldkijkers, heel veel verlichting voor de nachten en we hebben een commandopost met allerlei zaken die voor ons handig kunnen zijn. We zetten vrijwel altijd al onze attributen in, zeker de warmtebeeldkijkers nemen we altijd mee.’
Naast al die hulpmiddelen profiteren de leden van zijn team vooral van een getraind oog, vertelt Van der Kraats. ‘We zien eerder een verstoring in het terrein dan een gemiddelde burger. We hadden vrij recent een vermissing waar ik dacht dat ik een spoor had, maar toen bleek na een tijdje dat ik achter een ree aanliep. Dat is ook prima, dan sluiten we dat spoor uit.’ Mensen laten meer sporen achter dan ze denken, zegt hij. ‘Soms zijn bijvoorbeeld bossages verstoord. Of wanneer je vanuit zand de straat oploopt, duurt het zeker dertig meter voordat het zand onder je schoenen uit is. Op zulke dingen letten wij.’
Volgens boswachter Folkertsma heeft de politie een paar weken geleden voor het laatst in het bos gezocht. ‘Ze zijn er ongetwijfeld vrij zeker van dat hier iets is gebeurd.’
Ondanks alle zoektochten in het Robbenoordbos heeft de politie tot op de dag van vandaag de lichamen van Sumanta en haar kindje niet kunnen vinden. De politie heeft echter wel vooruitgang geboekt. De Ierse rechter heeft geoordeeld dat Google in deze zaak de locatiedata van een mogelijke verdachte moet delen. Daaruit kan de politie wellicht opmaken of hij of zij in de dagen rond de verdwijning van Sumanta Bansi in of bij het Robbenoordbos is geweest. Bovendien zijn deze week drie verdachten aangehouden: een 34-jarige man uit Rijswijk en een 40-jarige en een 63-jarige man uit Hoorn. Volgens De Telegraaf is de 40-jarige verdachte de man uit het gezin bij wie Sumanta in huis woonde, en de 63-jarige man ‘de opa’, oftewel diens vader. Het is op dit moment nog onduidelijk wat hun rol in deze verdwijning is.
Een woordvoerder van de UvA zegt te hopen dat het aanhouden van de verdachten snel tot duidelijkheid zal leiden. ‘De vermissing van Sumanta is al nu al bijna twee jaar heel erg moeilijk voor de familie. We vinden het vreselijk dat de moeder van Sumanta tot op de dag van vandaag in onzekerheid zit over wat er met haar dochter is gebeurd,’ zegt ze. ‘Hopelijk lost de politie de zaak nu spoedig op zodat er duidelijkheid komt.’
Een dag na de eerste aanhouding stuurt Sumanta’s docent Nina Scheres een soortgelijk mailtje. ‘Hopelijk wordt er nu echt duidelijk wat er gebeurd is en wordt de dader gepakt,’ schrijft ze. Het doet Scheres veel dat een van haar studenten al twee jaar vermist is. ‘Eens in de zoveel tijd google ik haar naam, maar het afgelopen jaar kwam er bijna nooit nieuws naar boven.’ Ze voelt zich er naar eigen zeggen behoorlijk slecht over. ‘Waarschijnlijk is haar iets verschrikkelijks overkomen. Blijkbaar was er iemand die kwaad wilde. Dan ga je toch nadenken over dingen die je anders had kunnen doen.’
Open boek
‘Maar ja, wat had ik kunnen doen? Als iemand een tijdje niet komt opdagen kun je niet meteen de politie bellen. Daar was toen ook geen aanleiding voor.’ Hoewel Scheres Sumanta steevast als een open boek beschrijft, blijkt dat Sumanta ook voor haar veel dingen achterhield. ‘Dat ze naast haar studie nog bij een tandartsenpraktijk werkte wisten wij niet. En dat ze zwanger bleek was voor ons de verrassing van de eeuw.’ Bovendien vindt Scheres het opvallend dat de politie steeds doet voorkomen alsof Sumanta’s studie heel voorspoedig verliep. ‘In mijn ogen was dat helemaal niet zo, en had ze het moeilijk.’
Volgens Scheres zou het handig zijn als er op de UvA ergens een belletje gaat rinkelen als iemand bij verschillende vakken niet komt opdagen. ‘Het zou fijn zijn als dat opvalt. Maar als je uit vrije wil wegblijft, moet dat natuurlijk ook kunnen. Misschien zitten studenten helemaal niet op die controle te wachten.’
De familie bij wie Sumanta in Hoorn inwoonde wilde ondanks herhaaldelijke verzoeken niet meewerken aan dit artikel.
Weet je meer over Sumanta, over haar periode aan de UvA, of over haar vermissing? Stuur ons een mailtje op sterre@folia.nl of henk@folia.nl.
Dit bericht is op vrijdag 13 november 2020 aangepast nadat ook een derde verdachte (de veertigjarige man) is gearresteerd in deze zaak.