Tweederde UvA’ers ervaart te hoge werkdruk
Driekwart van het wetenschappelijk personeel en 58 procent van het ondersteunend personeel vindt de feitelijke werkdruk hoger dan gewenst. Dat blijkt uit de UvA medewerkersmonitor, die door 43 procent van de UvA-medewerkers werd ingevuld.
Twee jaar geleden waren die cijfers respectievelijk 73 en 61 procent, maar de verschillen met de resultaten van 2015 zijn niet significant. Het is opvallend dat net zoals op de HvA de feitelijke werkdruk lijkt te zijn gedaald, maar dat de gewenste werkdruk nog sneller daalt. Daardoor is het verschil tussen de feitelijke en de wenselijke werkdruk juist toegenomen.
Met name docenten en leidinggevenden ervaren een groot verschil tussen feitelijke en wenselijke werkdruk, blijkt uit de monitor. Bij onderzoekers en promovendi is dat minder het geval. Ook per faculteit zijn er verschillen: bij Acta en op de bètafaculteit is de werkstress aanzienlijk minder dan op de Faculteit der Geesteswetenschappen.
Weinig doorgroeimogelijkheden
Medewerkers van de UvA zijn het negatiefst over loopbaanontwikkeling. Dat geldt voor zowel voor het wetenschappelijk personeel als voor het ondersteunend personeel. Beide groepen vinden dat er te weinig mogelijkheden zijn om over te stappen naar een ander soort functie en dat er te weinig aandacht wordt besteed aan loopbaanontwikkeling.
Positiever over bestuur
Er is ten opzichte van twee jaar geleden wel een stevige verbetering te zien in de waardering die UvA’ers hebben voor hun bestuur. Destijds gaven UvA’ers het bestuursklimaat een 3,0, tegenwoordig is dat een 3,2. Vooral de communicatie van het bestuur is verbeterd, evenals het gevoel dat het bestuur weet wat er speelt op de werkvloer. Ook de waardering voor de medezeggenschap is gestegen, al geven medewerkers aan de medezeggenschap juist minder belangrijk te vinden dan twee jaar geledenDe medewerkersmonitor werd destijds uitgevoerd tijdens de Maagdenhuisbezetting..
