UvA trekt 14 procent meer eerstejaars
De Universiteit van Amsterdam heeft dit jaar 14 procent meer eerstejaars ontvangen. Daarmee is de sterke daling van vorig jaar opgevangen: het aantal eerstejaars ligt net boven het niveau van 2014/2015. Opvallend is dat het aantal internationale eerstejaars in twee jaar met 134 procent steeg: inmiddels kom één op de zes eerstejaars uit het buitenland.
Vorig jaar was het eerste jaar dat nieuwe studenten geen basisbeurs meer kregen, maar moesten lenen. Destijds was er landelijk bezien een kleine daling van 1 procent in het aantal eerstejaars, maar bij de UvA was die daling veel scherper: 11 procentDe UvA droeg een aantal redenen aan waardoor dit zou kunnen komen, maar had geen definitief antwoord.
Dit jaar lijkt de UvA er weer bovenop te zijn gekomen: met een stijging van 14 procent in het aantal eerstejaars ligt het aantal aanmeldingen net iets boven het cijfer van twee jaar geleden. Dat geldt echter niet voor het aantal Nederlandse studenten: dat laat ten opzichte van twee jaar geleden nog steeds een daling zien van 6,6 procent. Het aantal studenten met een buitenlandse vooropleiding groeit snel: vorig jaar groeide dat van 391 naar 502 studenten en dit jaar zijn er maar liefst 913 buitenlandse eerstejaars.
Stijging
Woordvoerder Annelies van Dijk van de UvA denkt dat de groei van het aantal internationale studenten en een groter aanbod van Engelstalige opleidingen de belangrijkste redenen zijn van de groei van het aantal eerstejaars. ‘Dit studiejaar zijn de bachelors Communication Science, Literary & Cultural Analysis, en Media & Information erbij gekomen, en Actuarial Science en Econometrics & Operations Research worden nu in het Nederlands én het Engels aangeboden,’ laat zij weten.
Al die opleidingen laten een sterke groei in de influx zien. Literary & Cultural Analysis gaat zelfs van 5 naar 64 nieuwe studenten, een stijging van 1180 procent. Ook de andere door Van Dijk genoemde opleidingen vertonen rooskleurige cijfers; zo verdubbelt het aantal eerstejaars communicatiewetenschap van 224 naar 450 en gaat communicatie- en informatiewetenschappen van 12 naar 49 eerstejaars. Die Engelstalige studies zijn overigens niet enkel populair bij internationale studenten, maakt Van Dijk op uit de cijfers. ‘De brede opzet van de bachelorsprogramma’s is mogelijk ook voor veel Nederlandse studenten aantrekkelijk, want daarmee bestaat aansluiting op verschillende masterspecialisaties.’
Groeistuip
Volgens Van Dijk ‘kan het lastig zijn’ wanneer studies snel groeien of krimpen. ‘Stijgingen nu zitten vooral in de komst van de Engelstalige tracks en die opleidingen hadden op groei geanticipeerd,’ voegt zij daar aan toe. De UvA streeft naar een stabilisering van de instroom van de universiteit, stelt ze. ‘Een te harde groei van het aantal studenten kan gaan botsen met de kwaliteit. Er zijn bepaalde opleidingen of faculteiten die al een aantal jaar achter elkaar met sterke groei van de instroom te maken hebben en dat is een belangrijk punt van aandacht.’
