Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
actueel

Update: Bussemaker in lastig parket

Redactie Folia,
9 juni 2016 - 19:13

Wat er ook gebeurt vandaag tijdens de stemming tijdens de gezamenlijke vergadering (gv) van de centrale studentenraad (CSR) en de centrale ondernemingsraad (COR) over het functioneren van de Raad van Toezicht (RvT), minister Bussemaker van OCW zit in een lastig parket. Zij heeft RvT-voorzitter Nicolaï net herbenoemd en al snel daarna is de verhouding tussen medezeggenschap en de RvT onwerkbaar geworden.

(Dit stuk is aangepast naar aanleiding van de actuele ontwikkelingen op vrijdag 10 juni.)

Voor de goede orde: de gv kon stemmen wat men wil, Bussemaker hoefde zich van de uitslag verder niets aan te trekken, want zij heeft reglementair het mandaat de leden van de RvT te (her)benoemen en daar heeft zij gebruik van gemaakt. Niettemin is zij in een lastig parket gekomen nu de gv niet meer wil samenwerken met de RvT.

 

Niet alleen heeft Nicolaï gezichtsverlies geleden en is hij opgestapt. Deze zaak heeft wellicht ook consequenties voor de Haagse coalitieverhoudingen. De partij van Bussemaker (PvdA) zit in een coalitie met de partij van Nicolaï (VVD).

 

De minister had hoe hoe dan ook de uitslag van de stemming moeilijk naast zich neer kunnen leggen als de RvT niet zelf was opgestapt; dan had zij aan de andere kant een probleem gekregen met COR en CSR. De medezeggenschap voert met haar geregeld overleg over onderwijsbeleid en dat zou verstoord zijn als zij de uitkomst van een stemming over de RvT aan haar laars had gelapt. Bovendien zou de UvA dan zijn lijven zitten met een RvT die ook veel UvA-bestuurders – onder wie de decanen – niet meer zagen zitten. In die zin heeft het opstappen van Nicolaï en collega's de minister iets meer lucht gegeven. 

 

Interim-toezichthouders

Met het opstappen van de RvT is vooralsnog de schade beperkt gebleven. Vraag is wat Bussemaker nu verder gaat doen. Ze kan nu enkele interim-toezichthouders aanstellen, die de evaluatie van de samenwerking tussen UvA en HvA uitvoeren, en een eventuele splitsing van die twee instellingen kunnen voorbereiden. De opgestapte RvT heeft al gezegd te willen aanblijven om deze overgang naar een nieuwe RvT mogelijk te maken. Lastiger voor haar is dat de bestuurlijke verhoudingen bij UvA-HvA wederom verder zijn verslechterd.