Stond er een goed gevulde boekenkast in de werkkamer van iedere middeleeuwse edelman? Zonder historische factcheckers van de UvA zouden kijkers van Het Verhaal van Nederland - Amsterdam, die vraag misschien wel foutief met ja beantwoord hebben. UvA-historici Frans Camphuijsen en Jouke Turpijn vertellen over hun deelname aan het programma.
Daan Schuurmans die zich als alwetende verteller door historische dramascènes beweegt, de kijker aan de hand meenemend door de geschiedenis. Zo ziet de formule van Het Verhaal van Nederland eruit. Tussendoor komen experts aan het woord, om de verhalen die Schuurmans vertelt vanuit hun vakgebied te duiden. Nadat de geschiedenis van Nederland en die van het huis van Oranje-Nassau de afgelopen jaren al door het tv-programma werden behandeld, is het nu de beurt aan Amsterdam. Ter ere van het 750-jarig bestaan van de hoofdstad worden in de vierdelige serie de hoogte- en dieptepunten van het Amsterdamse verleden blootgelegd. UvA-historici Frans Camphuijsen en Jouke Turpijn werkten mee aan het programma.
Het verhaal begint, zoals bekend, in 1275. Dit is het terrein van Frans Camphuijsen, gespecialiseerd in de middeleeuwse geschiedenis. ‘Ik werd in eerste instantie gebeld om commentaar te leveren op het script,’ vertelt hij. ‘Zo stond er in het oorspronkelijke script ergens een enorme boekenkast, ter aankleding van het kantoor van één of andere graaf of hertog. Maar boeken waren in die periode ontzettend duur, zelfs in de grootste bibliotheken van die tijd stonden maar een paar duizend boeken. Zo’n wand vol boeken is een soort negentiende-eeuwse fantasie van de middeleeuwen, en in de uiteindelijke aflevering heb ik de boekenkast dus ook niet meer teruggezien. Zo fungeerde ik dus als een soort historische fachtchecker. Later bleek dat ze mijn kop wel middeleeuws genoeg vonden om mij in de eerste aflevering ook als expert tussen de scènes door te laten verschijnen.’
Middeleeuwen
Dat er een hele aflevering aan het middeleeuwse verleden van Amsterdam is besteed, staat volgens Camphuijsen symbool voor een enorme modernisering in de geschiedschrijving over de stad. ‘Wat we voorheen de Gouden Eeuw noemden heeft altijd ontzettend veel aandacht opgeslokt, daardoor misten we een belangrijke voorgeschiedenis die op zichzelf ook heel interessant is.’
Een kenmerkende ontwikkeling uit die tijd die, volgens Camphuijsen, niet eerder zo nadrukkelijk het grote publiek had bereikt, is die van het bouwen op palen. ‘In de serie zie je hoe een bouwmeester worstelt met de bouw van een kerkje, omdat Amsterdam midden in een moeras lag. Dan ziet hij twee meisjes op een houten plug staan die in de grond is geslagen, en realiseert hij zich dat die palen gebruikt kunnen worden om stabiel te bouwen op een drassige bodem. Die scène maakt zo’n fundamentele ontwikkeling heel concreet. Zonder die palen had Amsterdam nooit gebouwd kunnen worden.’
Honderd procent accuraat
Voor de latere afleveringen namen de makers van de serie, die op chronologische volgorde wordt verteld, contact op met historicus Jouke Turpijn. Hij is gespecialiseerd in de politieke en culturele geschiedenis van Nederland in de laatste twee eeuwen. ‘Het hele proces begon twee jaar geleden, toen ik werd gevraagd om mee te denken over de verhaallijnen en scenario’s die in de serie worden behandeld. De redactie kwam met een verhaal, en net als Frans Camphuijsen ben ik alles langsgelopen om te kijken of het allemaal klopte,’ vertelt hij.
Honderd procent accuraat is gedramatiseerde geschiedenis natuurlijk nooit. Logisch, volgens Turpijn, en bovendien hoeven de verhalen ook niet allemaal even strikt te kloppen, zo legt hij uit. ‘Het is, vooral bij de wat oudere geschiedenis, onmogelijk om zeker te weten hoe dingen precies zijn gegaan. Het gaat natuurlijk ook om fictieve personages, dus het hoeft niet honderd procent feitelijk te zijn. Uiteindelijk zijn het verzonnen verhalen, maar wel in een realistische context. Er mogen dus geen gekke dingen gebeuren. Daarom is het goed dat de meewerkende historici soms nog wat nuances konden aanbrengen.’
Over de geschiedenis van Amsterdam is door de jaren heen al een hoop gezegd en geschreven. Toch zijn de programmamakers er volgens Turpijn in geslaagd om ook de minder bekende verhalen te vertellen. ‘In vier afleveringen kan natuurlijk niet alles aan bod komen, maar de verhaallijnen die de redactie heeft gekozen vind ik erg interessant. Binnen mijn eigen expertise heb ik bijvoorbeeld een aantal onderwerpen mogen bespreken waar het normaal gesproken niet vaak over gaat. Zo begint de vierde aflevering met één van de schofterigste gebeurtenissen uit de twintigste eeuw: teruggekeerde Holocaustslachtoffers konden niet meer in hun oude huizen wonen, omdat die verkocht waren. Daarvandaan valt weer rechtstreeks een lijn te trekken naar de protestcultuur uit de jaren ’60 en ’70 die ook in de serie wordt behandeld.’
Weldoeners
Zo zijn er verschillende, minder geijkte onderwerpen de revue gepasseerd, vertelt Turpijn. ‘Het is erg interessant dat de redactie heeft gekozen voor de negentiende eeuw als onderwerp. Het verhaal van weldoeners als Samuel Sarphati en Piet van Eeghen die streden tegen armoede kennen sommige mensen misschien wel, maar de overtuiging waaruit zij handelden en de invloed die zij hebben gehad op de levens van Amsterdammers zijn onderbelicht. Wij kennen hen in termen van ‘machtige mannen’ en ‘grote daden’, maar zij hebben ook echt veel betekend voor de toenmalige inwoners van de stad. Door het toevoegen van een dramaelement kan je die verhaallijn laten zien, en komt dat perspectief veel dichterbij.’
De afleveringen van Het Verhaal van Nederland – Amsterdam zijn de komende drie woensdagen om vijf voor half negen ‘s avonds te zien op NPO 1. Via de site van NPO Start zijn alle vier de afleveringen al vooruit te kijken.
Een belangrijke conclusie na het bekijken van de serie is volgens Turpijn dat het allesbehalve vanzelfsprekend is dat Amsterdam is geworden wat het vandaag de dag is. ‘Het had allemaal heel anders kunnen lopen, en daarin is vooral het perspectief van passanten interessant,’ zegt hij. ‘Amsterdam is altijd een stad geweest waar mensen vanuit verre oorden naartoe kwamen, vanuit die migratie is de stad opgebouwd. Die veelkleurigheid van de stad komt in de serie goed in beeld. Minderheden hebben altijd een centrale rol gespeeld, ook in de verhalen die je niet tegenkomt in de canon van Amsterdam. Neem de Joodse achtergrond van Sarphati, het holocaustslachtoffer dat trouwt met een Indische man, of de subculturen van de krakers en de queer-community. De geschiedenis van Amsterdam blijkt diverser dan vermoed.’