Het college van bestuur van de UvA heeft besloten om op dit moment geen aanvullend onderzoek te gelasten naar het proefschrift Harpstrings and confessions. An anthropological study of politics in rural Ireland (1973) van de omstreden emeritus hoogleraar van de VU Mart Bax.
Tot dit besluit is gekomen na bestudering van het rapport Draaien om de werkelijkheid van de commissie-Baud, na een verklaring van de commissie met betrekking tot het proefschrift zelf en na een gesprek met de promotor van Mart Bax, emeritus hoogleraar Jeremy Boissevain. De laatste gaf eerder in Folia al aan weinig heil te zien in een onderzoek naar de dissertatie van Bax.
De Commissie-Baud oordeelt dat het ‘niet erg zinvol’ lijkt om het proefschrift nog nader te onderzoeken. Zij heeft vastgesteld dat systematische vormen van zelfplagiaat en wetenschappelijke misleiding in het werk van Bax voor 1987 niet zijn aangetroffen. Het veldwerk van Bax vond plaats in 1968 en 1969. Al met al trekt het college hieruit de conclusie dat er op dit moment onvoldoende aanleiding is voor nader onderzoek.
Hoogleraar Baud laat in een schriftelijke reactie weten 'geen commentaar' te hebben op de beslissing van het college van bestuur.
Tot dit besluit is gekomen na bestudering van het rapport Draaien om de werkelijkheid van de commissie-Baud, na een verklaring van de commissie met betrekking tot het proefschrift zelf en na een gesprek met de promotor van Mart Bax, emeritus hoogleraar Jeremy Boissevain. De laatste gaf eerder in Folia al aan weinig heil te zien in een onderzoek naar de dissertatie van Bax.
De Commissie-Baud oordeelt dat het ‘niet erg zinvol’ lijkt om het proefschrift nog nader te onderzoeken. Zij heeft vastgesteld dat systematische vormen van zelfplagiaat en wetenschappelijke misleiding in het werk van Bax voor 1987 niet zijn aangetroffen. Het veldwerk van Bax vond plaats in 1968 en 1969. Al met al trekt het college hieruit de conclusie dat er op dit moment onvoldoende aanleiding is voor nader onderzoek.
Hoogleraar Baud laat in een schriftelijke reactie weten 'geen commentaar' te hebben op de beslissing van het college van bestuur.
