Capsules met lactobacillen kunnen verrassend goed blaasontstekingen voorkomen. Ze zijn minder effectief dan antibiotica, maar het verschil is niet zo erg groot. Bovendien treedt er bij lactobacillen geen resistentie op, terwijl dat bij antibiotica een groot probleem is. Dat blijkt uit een studie onder leiding van AMC-onderzoekers Suzanne Geerlings en Mariëlle Beerepoot. Hun studie is inmiddels online verschenen in
Archives of Internal Medicine.
In de periode na de overgang (menopauze) hebben veel vrouwen meerdere keren per jaar urineweginfecties. Zo’n blaasontsteking treedt op omdat de hoeveelheid oestrogeen (een groep vrouwelijke hormonen) in hun lichaam daalt, met als gevolg dat zich minder ‘goede’ lactobacillen in de vagina bevinden. Lactobacillen zijn bacteriën die vallen onder de groep van
melkzuurbacteriën. Deze bacillen komen van nature voor in rottend plantenmateriaal of dierlijk materiaal, maar ook in de menselijke mondholte, vagina, dunne en dikke darm. Doordat er minder ‘goede’ lactobacillen in de vagina aanwezig zijn, kunnen bacteriën die blaasontstekingen veroorzaken de overhand krijgen.
Voor postmenopauzale vrouwen die last hebben van steeds terugkerende urineweginfecties bestaan oestrogeencrèmes en -tabletten voor vaginaal gebruik. Dat werkt niet altijd. Bovendien vinden veel vrouwen het smeren of inbrengen erg vervelend. De enige remedie is dan een dagelijkse, lage dosis antibiotica om nieuwe blaasontstekingen te voorkomen. Ideaal is dat niet, want op den duur kunnen de bacteriën die de urineweginfecties veroorzaken, resistent worden voor deze medicijnen. Suzanne Geerlings en Mariëlle Beerepoot van de afdeling Inwendige Geneeskunde onderzochten daarom alternatieven voor antibiotica.
Geerlings en Beerepoot zetten samen met onderzoekers van het Maastricht UMC een studie op bij een groep van 250 gezonde vrouwen die de menopauze achter de rug hebben. Gedurende twaalf maanden kreeg de helft van hen lage hoeveelheden van het antibioticum co-trimoxazol, de rest kreeg twee keer per dag capsules met daarin lactobacillen. Degenen die antibiotica kregen, liepen in twaalf maanden tijd gemiddeld 2,9 urineweginfecties op. De lactobacillengroep had er gemiddeld 3,3. ‘Lactobacillen doen het dus minder goed dan antibiotica,’ zegt Geerlings. ‘Maar de resultaten liggen erg dicht bij elkaar én er treedt geen resistentie op tegen de lactobacillen. Tegen de antibiotica wel: een maand nadat de vrouwen ermee waren begonnen, was 80 tot 95 procent van de blaasontsteking veroorzakende bacteriën resistent geworden.’